Ursula von der Leyen vindt ‘minder regels’ erg belangrijk
De nieuwe Europese Commissie zal uit 27 mannen en vrouwen bestaan. Ze wordt geleid door de Duitse Ursula von der Leyen. Nancy Pauwels van de studiedienst van ACV Puls vertelt wie de nieuwe Commissievoorzitter is en wat haar ambities zijn voor de Europese Unie.
“Ursula von der Leyen is een nogal eigengereide politica, heel ambitieus, ervaren en met verstand van communicatie”, weet Nancy. “Ondanks haar lidmaatschap van de conservatieve christendemocratische CDU is ze sociaal progressief als het over maatschappelijke kwesties gaat. Als Duits minister zorgde ze voor betaald ouderschapsverlof en meer kinderopvang; ze pleitte voor een nationaal minimumloon en quota voor vrouwen in de bestuursraden van grote ondernemingen. En ze vindt dat homo- en lesbienneparen moeten kunnen trouwen”.“Een serieus minpunt is dat ze op economisch gebied strak de neoliberale lijn volgt van haar CDU: een grote begrotingsdiscipline. Wat we willen uitgeven, moeten we eerst verdienen, zei ze toen ze zich kandidaat stelde voor het voorzitterschap van de Commissie. In officiële brieven aan de toekomstige commissarissen is deregulering een sleutelwoord. Ze wil in de EU alleen een nieuwe wet maken als er een andere wet verdwijnt. Regels ziet ze als administratieve overlast, vooral voor de KMO’s. Op economisch vlak verwacht ik van deze voorzitter geen grote ommezwaai”.
“Von der Leyen is erg pro-Europees. Als Duits minister van Defensie drong ze aan op een Europese defensie en probeerde ze bruggen te slaan naar Oost-Europa, onder meer als gevolg van de crisis in Oekraïne. Dat gaf haar een zeker krediet in het oosten van de EU”.
“Volgens collega’s is Von der Leyen te weinig een teamspeler. Ze is geen grote diplomate en schuwt geen uitgesproken standpunten. In november 2017 ontstond een kleine diplomatieke rel toen ze in een tv-debat pleitte voor een gezonde oppositie bij de jongere generatie in Polen”.
‘Green Deal’
Ons Recht: Via een ‘Europese Green Deal’ wil de nieuwe Commissie Europa omtoveren tot het eerste ‘klimaatneutrale continent’. Dat klinkt heel ingrijpend en imposant?
Nancy: “Von der Leyen wil gedragsverandering sterk aanmoedigen. Tegen 2050 wil ze een koolstofvrij Europa verwezenlijken. Er moet ook een Europese klimaatwet komen. Ze mikt op een grootscheeps plan om tegen 2030 ‘op een verantwoorde manier’ de uitstoot van koolstofdioxide met minstens 55% te verminderen. Europa moet ook andere grote vervuilers zoals India en China aanmoedigen om méér te doen”.
“In het klimaatverhaal focust de Duitse ook sterk op het principe dat de vervuiler moet betalen, met een prijs per ton uitstoot van koolstofdioxide. Ze wil dat alle takken van de economie en ieder individu hun bijdrage leveren tot de strijd tegen de klimaatopwarming.
“Met het ACV zijn we van mening dat er voor internationale productie- en dienstenketens in Europa een ‘voorwaardelijk recht om te ondernemen’ moet komen. Dat wil zeggen dat we multinationals moeten kunnen weren als ze zich niet houden aan belangrijke sociale of ecologische normen. Zoiets betekent ook dat er genoeg middelen moeten zijn om te controleren en handhaven. Vakbonden kunnen de bewakers zijn die erop toezien dat normen worden nageleefd”.
Rechtvaardige transitie
Ons Recht: De transitie naar een ander soort economie moet ‘rechtvaardig’ zijn, verklaarde Von der Leyen. In dat verband wil ze bijvoorbeeld een ‘Fonds voor rechtvaardige transitie’ in het leven roepen. Hoe wil ze op dit vlak punten scoren?
Nancy: “Ze mikt op de bestaande Europese solidariteitsfondsen om bijvoorbeeld plattelandsgebieden te ondersteunen. De meest getroffen regio’s en personen wil ze ondersteunen, zodat niemand ‘achter blijft’. Als vakbonden willen wij dat werknemers mogelijkheden krijgen om zich om te scholen. We moeten anticiperen op veranderingen in plaats van ze te ondergaan”.
Ons Recht: Als het gaat over sociale rechten, valt op dat er een fair minimumloon moet komen voor alle werknemers in de EU. Is zoiets politiek haalbaar in Europa?
Nancy: “Dit kan lukken als er genoeg politieke druk is. We hebben zeker nood aan een waardig loon waardoor iedereen die werkt in Europa fatsoenlijk kan leven. In ons land ligt het nationale wettelijke minimumloon onder de armoededrempel! Het Europees Vakverbond (EVV) eist een eerlijk minimumloon in iedere lidstaat: minstens 60% van het ‘nationaal mediaanloon’, en liefst meer natuurlijk”.
“Met een minimumloon van 9,66 euro per uur heeft België één van de hoogste minimumlonen in de Europese Unie. Maar in vergelijking met het mediaanloon – het loon waarboven precies de helft van de werknemers zit – is het Belgische minimumloon maar laag. Twee jaar geleden bedroeg het minimumloon 47,2 procent van het mediaanloon. Vertaald naar België wil dit zeggen dat ons minimumloon zou moeten stijgen naar 12,28 euro per uur”.
De plannen van Ursula op een rijtje*
- Een Europese ‘Green Deal’: met Europese klimaatdoelstellingen tegen 2050 (klimaatwet) en een strategie rond biodiversiteit tegen 2030. Op dit vlak is sprake van een Europees plan voor ‘duurzame investeringen’
- Een economie die werkt voor de mensen: duurzamer (eerlijk minimumloon, gelijk loon voor gelijk werk, eerlijke belastingen), democratischer, concurrentiëler, productiever. Ook ‘structurele hervormingen’ in ruil voor meer jobs en investeringen
- Europa klaarmaken voor het digitale tijdperk: investeren in supersnelle mobiele netwerken, zelflerende computers, artificiële intelligentie (AI). Gevolgen van AI voor mens en maatschappij Europees opvolgen
- Europese ‘manier van leven’ beschermen: principes van de rechtsstaat doen naleven, vrijheid van pers en van meningsuiting; een Europese openbare aanklager die in heel de EU kan optreden; beleid rond asiel en migratie herzien; versterken van de buitengrenzen; meer humaan handelen tegenover vluchtelingen op zee
- Een sterker Europa in de wereld: pleidooi voor open en eerlijke handel, duurzaamheid inbouwen in nieuwe handelsakkoorden, meer met één stem spreken, sneller beslissen en handelen, meer centen voor ‘externe actie’, betere Europese defensie
- Een stevige duw voor meer Europese democratie: een grotere stem voor de Europese burger, grotere rol voor het Europees Parlement, een conferentie over de toekomst van Europa, de EU efficiënter besturen (beslissen bij meerderheid).
(*) We sommen een aantal punten op zonder volledigheid na te streven.
Betere lonen vergen veel sterker collectief sociaal overleg
“In heel wat Europese landen kunnen vakbonden en sociale partners in het algemeen hun verantwoordelijkheid niet opnemen omdat er allerlei obstakels zijn die een autonoom en robuust sociaal overleg, in het bijzonder in de sectoren, bemoeilijken”, legt Nancy Pauwels uit. “Deze situatie maakt het lastig om de loon- en arbeidsvoorwaarden te verbeteren”.
Logisch dus dat de vakbonden aandringen op een veel sterker collectief overleg in heel Europa zodat werkende mensen hun eerlijk deel van de koek krijgen. “Het Europees Vakverbond (EVV) wil niet alleen een eerlijk minimumloon maar ook een bredere Europese wetgeving om het sectoraal overleg overal te verstevigen. Het zou overal moeten worden verplicht om het recht op collectieve onderhandelingen te eerbiedigen. Alleen zo kunnen de lonen voor alle werknemers in Europa worden verhoogd. Het moet de ambitie zijn om een groter deel van de voortgebrachte welvaart naar lonen te laten gaan”.
Onderhandelen op hoger niveau
Sterke vakbonden zijn méér dan ooit noodzakelijk. “Samen met de rest van het middenveld moeten de bonden de EU-agenda trachten te bepalen en beïnvloeden”, vertelt Nancy. “Veel van de problemen van werknemers of mensen met een sociale uitkering zijn niet nationaal op te lossen. Er zijn sterke en eensgezinde Europese vakbonden nodig om de werknemersbelangen te verdedigen op een hoger niveau”.
Een aantal pertinente vaststellingen:
- Bijna 1/10 van de Europese beroepsbevolking kan in armoede belanden
- In 2018 verdienden de werknemers uit acht van de EU-lidstaten minder dan tien jaar voordien, toen de financiële crisis uitbrak. In wel 18 EU-lidstaten steeg het reële loon tussen 2009 en 2016 minder dan tussen 2001 en 2008. En in 11 van de lidstaten zakte het aandeel van de lonen in de toegevoegde waarde
- Een te klein deel van de beroepsbevolking in de EU wordt gedekt door cao’s. Sinds de crisis van 2008 daalde het cijfer ter zake in bijna alle lidstaten. Tussen 2014 en 2016 ging het collectief sociaal overleg in minstens 15 lidstaten over minder dan 50% van de beroepsbevolking
- In een aantal EU-lidstaten is er een ongunstige trend, waarbij het sociaal overleg wordt verplaatst naar een lager niveau, dat van de onderneming. Nadelig voor werknemers