Werknemers moeten zich houden aan ‘de tewerkstellingsbreuk’ die het gevolg is van hun verminderde prestaties bij het opnemen van tijdskrediet of thematisch verlof. Wie kiest voor loopbaanvermindering, is tijdens de bewuste periode een deeltijdse werknemer. Je neemt juist tijdskrediet omdat je een tijdlang minder wil werken vanuit een bepaald motief. Maar soms kan het toch gebeuren dat de werkgever je vraagt om wat extra te werken. ‘Meeruren’ kunnen zowel overuren als bijkomende werkuren zijn.
Mag zoiets wel?
Volgens de RVA mag een werknemer in deze situatie uitzonderlijk overuren of bijkomende uren presteren, maar dan moeten de meeruren wel voldoen aan al deze voorwaarden:
1. De meeruren moeten een tijdelijk karakter hebben. Het is natuurlijk niet de bedoeling om evenveel te werken als vóór het tijdskrediet. Het moet gaan om extra uren of overuren die sporadisch worden gepresteerd, het mag niet gaan om een structurele situatie. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de werkgever met overmacht af te rekenen krijgt.
Een voorbeeld van de RVA: een werknemer heeft 1/5 tijdskrediet en blijft normaal gezien vrijdag thuis. Zo iemand mag uitzonderlijk op vrijdag komen werken, bijvoorbeeld om een jaarlijkse bijeenkomst met klanten bij te wonen of om een opleiding te volgen.
2. De werknemer moet akkoord gaan met de gevraagde meeruren.
3. De extra gepresteerde uren moeten tijdig worden gerecupereerd. Dit moet gebeuren tijdens de periode waarin de prestaties worden verminderd in het kader van tijdskrediet.
Als er wettelijke toeslagen worden toegekend (20%, 50% of 100%) bovenop het deeltijds loon, zal er geen probleem zijn om dit te cumuleren met de onderbrekingsuitkeringen.
Wat mag niet?
Het is belangrijk om te weten dat de zogenaamde vrijwillige overuren volgens de federale overheidsdienst WASO niet mogen worden gecumuleerd met tijdskrediet. ‘Vrijwillige overuren’ staan beschreven in het nieuwe artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971: de werknemer mag maximaal 100 overuren per kalenderjaar presteren; in een sectorcao kan dit maximum zelfs worden verhoogd naar 360 overuren. Vrijwillige overuren moeten niet worden gerecupereerd. Ze moeten ook niet worden gemotiveerd door overmacht of door een andere uitzonderlijke gebeurtenis zoals een ‘buitengewone vermeerdering van werk’. Klassieke overuren moeten wel op die manier worden gerechtvaardigd.
Klopt de werknemer toch stelselmatig meeruren? Of haalt hij de te veel gepresteerde uren niet tijdig in? Dan bestaat het risico dat de onderbrekingsuitkeringen worden teruggevorderd voor de weken of maanden waarin de werknemer de afgesproken arbeidsduur overschreed. De RVA kent immers uitkeringen toe op basis van een welbepaalde tewerkstellingsbreuk, en die wordt in het geval van bijkomende uren of overuren niet meer gerespecteerd