Europa op de werkvloer, in de huiskamer
Velen zien de Europese Unie als een ver-van-ons-bed-show, als iets waarop we weinig greep lijken te hebben en waarvoor ook weinig interesse bestaat bij de burger. Toch verdient de EU al onze aandacht, want heel wat fundamentele beleidskeuzes worden namelijk op dat niveau gemaakt. De vakbonden volgen de ontwikkelingen op de voet en trachten ook op Europees niveau de werknemersbelangen maximaal te beschermen. Bij het Europees Vakverbond (EVV) voeren ze campagne om de lonen te kunnen verhogen en de loonkloof tussen Oost en West kleiner te maken.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn net achter de rug, en in mei 2019 stemmen we onder meer voor het Europese niveau. Ons Recht focust op thema’s die de Europese actualiteit beheersen en die iedereen aanbelangen: de lonen, de sociale zekerheid, rechtvaardige fiscaliteit, de overgang naar een andere samenleving (denk aan de invloed van de digitalisering), democratie op de werkvloer.
Uiteraard heeft de arbeidersbeweging ook eisen op Europees vlak. Voor onze Europese reis trekken we naar het Internationaal Arbeidshuis in Brussel voor een ontmoeting met Luca Visentini, de algemeen secretaris van het Europees Vakverbond (EVV). Zeg maar ‘de Marc Leemans van de Europese vakbondskoepel’.
“Het EVV is een Europese confederatie van vakbonden”, legt Luca Visentini uit. “Onze 89 lidorganisaties komen uit 32 Europese landen: EU-lidstaten, landen die met de EU geassocieerd zijn of landen die willen aansluiten bij de EU. We vertegenwoordigen zo’n 45 miljoen werknemers en 9 Europese sectorfederaties.”
Werknemersbelangen verdedigen
Ons Recht: Wat is de rol van het EVV?
Luca: “In eerste instantie moeten wij praten met de Europese Commissie en andere organen zoals het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Dat gaat over de Europese wetgeving en over het Europees beleid in zijn algemeenheid. We komen ook op voor de werknemersbelangen in de ‘Europese sociale dialoog’: de onderhandelingen met de Europese werkgevers om zo te wegen op het wetgevende proces in de EU.”
Ons Recht: Is die rol aan het evolueren?
Luca: “Onze rol is vooral sinds de financiële en economische crisis van 2007-2008 enigszins veranderd. Na die crisis veranderde het besluitvormingsproces in de EU ook aanzienlijk. Er belandde heel wat macht in handen van de Europese Raad, lees de lidstaten. We moeten steeds meer rechtstreeks onderhandelen met nationale regeringen en nationale ministers van Werk. Zo willen we gedaan krijgen dat de vakbonden ook een stem hebben bij het uitstippelen van het economisch beleid.”
“Wij hebben sterk geworsteld met deze kwestie. Maar zeker in de afgelopen drie jaar zagen we dat het beetje bij beetje lukte om meer invloed te hebben op EU-niveau. We slagen erin om het EU-beleid een beetje te veranderen en zorgen ervoor dat de sociale agenda wordt nageleefd. Er zijn ook resultaten die we kunnen presenteren aan onze leden, zoals de proclamatie van de Europese Pijler van Sociale Rechten, met 20 principes die voorzien in sociale bescherming voor de werknemers in Europa. Uiteraard zijn er nog grote vraagtekens over de toepassing ervan, maar we mogen zeggen dat er echte stappen worden gezet in de richting van een meer sociaal Europa.”
Ons Recht: Hoe wordt het EVV gefinancierd? En is de organisatie écht onafhankelijk?
Luca: “Zowat 95% van ons budget, circa 8,5 miljoen euro, komt van bijdragen van onze leden. Zij dragen bij volgens het aantal werknemers dat zij vertegenwoordigen en betalen om initiatieven te ondersteunen, conferenties te organiseren en discussies of manifestaties mogelijk te maken. Ze betalen ook om de relaties met hun regeringen en de werkgevers te verbeteren. Vermits we onze centen vooral van de leden krijgen, zijn we ook echt onafhankelijk op EU-niveau.”
“Een klein stukje van onze middelen komt uit EU-fondsen en wordt toegewezen op basis van projecten. Dat is dus geen rechtstreekse financiering of een transfer vanuit de EU naar de vakbonden, want dat zou een probleem zijn. Wel krijgen we bijvoorbeeld centen voor projecten rond diverse topics die met de sociale dialoog te maken hebben. De werkgevers krijgen een gelijkaardig bedrag, zo is er een evenwicht.”
Lonen
Ons Recht: In België en andere West-Europese landen hoor je vaak de jammerklacht dat ‘onze werknemers te duur zijn’. We zien een neerwaartse druk op de lonen. En een stijgend deel van de welvaartskoek gaat naar aandeelhouders en grote vermogens. In feite is er een herverdeling van welvaart van de werknemers naar de meest gefortuneerden. Hoe zijn we in deze negatieve spiraal verzeild geraakt?
Luca: “We worden in Europa geconfronteerd met een dubbele kwalijke retoriek. In West-Europa werd het verhaal opgedist dat de lonen naar omlaag moesten om meer jobs te scheppen en de werkloosheid te verminderen. Aan de vakbonden werd beloofd dat de werkloosheid grotendeels zou verdwijnen als zij de vraag naar loonmatiging zouden steunen. Maar de beloftes werden niet ingelost. In Oost-Europa werd een gelijkaardig verhaal gesleten: hou de lonen laag, dan hebben jullie een concurrentieel voordeel, met méér jobs en een hogere levensstandaard als gevolg. Ook dat bleek vooral ijdele praat. Eigenlijk gaat het om propaganda die in de praktijk niet werkt. Deze neoliberale visie klopt niet.”
“In termen van het bruto binnenlands product (BBP) is er nu een lichte groei, maar die is alleen gestoeld op exporteren en niet op het ondersteunen van de binnenlandse consumptie. Het is een groei zonder ernstige jobcreatie. Er is nog altijd veel werkloosheid: 22 miljoen mensen zitten in de EU zonder werk! Veel van de jobs die wel werden gecreëerd zijn flutbanen met lage lonen en weinig werkzekerheid. En dat zijn niet alleen jobs voor laaggeschoolden of ongeschoolden. Veel hooggeschoolden werken ook tegen slechte lonen en in kwetsbare omstandigheden. Zeker in de digitale economie, via internetplatformen.”
“In Oost-Europa zijn ze het beu om nog altijd een lageloonland te zijn of nog steeds zo te worden bekeken. Steeds meer hoor je daar de vraag wat dit ‘groeimodel’ kost. Veel Oost-Europese landen kampen met tekorten. Miljoenen jongeren zijn er weggetrokken, terwijl die landen wel miljarden euro’s hebben geïnvesteerd in hun onderwijs.”
‘Europe needs a payrise’
Ons Recht: Hoe kunnen we de neerwaartse druk op de lonen ombuigen en onze lonen optrekken? Wat zijn de prioriteiten van het EVV? Wat is de vakbondsstrategie?
Luca: “Een aantal jaar geleden heeft het EVV al een looncampagne voor de Europese werknemers gelanceerd. De economie doet het niet slecht, en zeker de multinationals hebben grote winsten geïncasseerd. Met de vakbond zijn wij ervan overtuigd dat het hoog tijd is om te herverdelen. Dat zal niet alleen de interne vraag opkrikken maar ook een groei mogelijk maken die wel véél extra jobs oplevert.”
“Onze visie is ook een middel om de vergrijzing van de bevolking aan te pakken. Dat fenomeen zet nu de financiering van de sociale zekerheid op lange termijn onder druk. Als we meer jobs creëren en vooral de werknemers beter betalen, kan er meer worden bijgedragen tot de sociale zekerheid en het pensioenstelsel. Zo kunnen we onze welvaartstaat duurzamer maken en beschermen.”
Ons Recht: ‘Europe needs a payrise’ was jullie motto. Hoe is de campagne voor betere lonen verlopen?
Luca: “Deze campagne had toch een behoorlijk succes. In de jongste jaren stegen de lonen in de landen van West-Europa met gemiddeld 5%. In Oost-Europa namen ze zelfs met gemiddeld 10% tot 12% toe.”
“Maar er is nog een andere kwestie die we moeten aanpakken. Zelfs met de huidige loonstijgingen, die dus een stuk hoger liggen in Oost-Europa, zal het nog meer dan 100 jaar vergen om de loonverschillen tussen Oost en West weg te werken. Neem nu de autobouwer Volkswagen. Een werknemer in Slovakije of Polen haalt 80% van het productiviteitsniveau van zijn collega in Duitsland. Toch verdient een werknemer in Slovakije of Polen maar respectievelijk 25% of 40% van het loon van een werknemer in Duitsland. Het is dringend tijd om deze loonkloof te dichten. Alleen ijveren voor loonsverhogingen zal die loonkloof niet doen verdwijnen.”
“Je kan dit niet alleen oplossen via de minimumlonen. Dan gaan alleen de laagste loonschalen erop vooruit, niet de middeninkomens. Het zal wel helpen in de strijd tegen armoede maar niet echt om de kloof tussen Oost en West te dichten. Daarom breien we nu een tweede luik aan onze campagne: partnerschappen aangaan om de lonen te laten stijgen. We willen ook een fatsoenlijk sociaal overleg op sectorniveau creëren in landen waar het collectief overleg werd vernietigd (bijvoorbeeld in Zuid-Europa) en landen waar zoiets nooit bestond (bijvoorbeeld in Oost-Europa waar er vroeger een een communistische planeconomie was).
Europa: wat zegt u?
Europese Commissie:
het dagelijks bestuur van Europa, doet wetgevingsvoorstellen, bereidt besluiten voor.
Europees Parlement:
direct verkozen door de Europese burgers, de leden ervan beslissen mee over wetgeving en begroting.
Raad van Ministers:
één minister uit elk EU-land voor bijvoorbeeld Werk, Economie enzovoort. De leden van de Raad beslissen mee over wetgeving.
Europese Raad (van staatshoofden en regeringsleiders):
bepaalt de grote lijnen en de prioriteiten van het politieke beleid.