Nood aan sociale bescherming en collectieve onderhandelingen
De LBC-NVK onderzoekt samen met een aantal andere ACV- centrales de mogelijkheden op het vlak van dienstverlening, overleg en bijstand voor zelfstandigen zonder personeel. Niet omdat de vakbond het prima vindt dat sommige werkende mensen zelfstandige (moeten) worden. Wel omdat we als moderne vakbond niet blind willen zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen. ZZP’ers kennen we stilaan allemaal: de fotograaf die als zelfstandige voor kranten en weekbladen werkt, de freelancende journalist, de verpleegkundige die thuiszorg verleent, de koerier die thuis je pakjes brengt. En bij Deliveroo worden de fietskoeriers in een zelfstandig statuut gedwongen. Onderzoeker Jean-Benoît Maisin van de Université Saint-Louis (Brussel) vertelt meer over het ZZP-fenomeen.
Ons Recht: Een ‘zelfstandige zonder personeel’ of ZZP’er, wat is dat voor een beest?
Wat zijn de kenmerken van dit type ‘werknemer’?
Jean-Benôit Maisin: “Je zou kunnen zeggen dat een ZZP’er een gewone werknemer is, maar dan wel met iets meer organisatorische ‘vrijheid’ dan een werknemer ‘type jaren 80’. Hij of zij kan zelf zijn werkuren en werkmethodes kiezen. De werkgever profiteert van de gelegenheid om aan zo iemand het statuut van zelfstandige te geven. In wezen is zo’n ZZP’er niet minder economisch kwetsbaar dan een loontrekkende. Hij is zelfs kwetsbaarder! Als zelfstandige wordt hij niet beschermd door het arbeidsrecht, en zijn systeem van sociale zekerheid is minder gunstig. Hij krijgt opdrachten en wordt betaald als zijn werkgever hem nodig heeft. Geeft de werkgever geen opdrachten, dan komt er ook geen geld in het laatje.”
“Dikwijls is het verschil tussen een zelfstandige en een loontrekkende virtueel. Dat verschil is eigenlijk gewoon gebaseerd op het soort contract dat de werkgever of opdrachtgever geeft. Sinds een jaar of twintig zijn het de deelnemende partijen die beslissen of iemand het statuut van loontrekkende of zelfstandige krijgt. In de praktijk is het de werkgever die daarover beslist.”
Steeds meer bedrijfstakken
Ons Recht: In welke jobs en sectoren vind je ZZP’ers terug?
Maisin: “Zelfstandigen zijn in steeds meer bedrijfstakken terug te vinden. We merken een sterke opmars van deze groep in de bediendesectoren, vooral wanneer het werk wordt georganiseerd op basis van projecten of taken. Denk aan de media, de IT, onderwijs en vorming, vervoer of het werk dat wordt gedaan door psychologen, kinesitherapeuten en logopedisten. In al die sectoren zijn veel vaste jobs vervangen door de inzet van zelfstandigen.”
Ons Recht: Het fenomeen groeit in België. Hoe zit dat in Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitsland?
Maisin: “De situatie in die landen is wisselend maar vaak ook nogal negatief. In Engeland hadden ze al de nulurencontracten of zero hours contracts. De regering daar bedacht ondertussen ook een statuut met nul rechten. Eigenlijk heb je zo ‘werkers’ die arbeid presteren zonder van werknemersrechten te genieten. De werkgevers over het Kanaal zijn in hun nopjes: zij kunnen zo werknemers aanwerven zonder hen correct te vergoeden.”
“In Frankrijk promoot de regering sinds een aantal jaar de ondernemer die op zichzelf werkt, de auto-entrepreneur. Wanneer jongeren aan de slag willen maar geen job vinden, worden ze door de regering aangepord om voor zichzelf te beginnen. Hierdoor belanden velen in kwetsbare leefomstandigheden. Jongeren komen zo pas een aantal jaar later terecht in een situatie met een stabiele baan, woning en vestigingsplaats.”
“De Nederlandse arbeidsmarkt is heel versnipperd. Daar kunnen de werkgevers kiezen uit heel flexibele werknemersstatuten en allerlei zelfstandigen. Voor de Nederlandse vakbonden is dat een hele moeilijke toestand.”
“In Duitsland zien we dat de vakbonden beginnen te reageren en een dienstverlening ontwikkelen voor zelfstandigen. Mogelijk laten onze oosterburen zich inspireren door landen als Denemarken en Zweden, waar de bonden al lang ook zelfstandigen lid maken.”
Vrijheid: echt of pseudo?
Ons Recht: Wat zijn de positieve en negatieve kanten van de trend naar meer ZZP’ers?
Maisin: “Laten we onszelf niets wijsmaken. In een neoliberale maatschappij is het logisch dat er meer zelfstandigen bijkomen: er is een trend naar arbeidsvormen waarin de klemtoon ligt op het individu, persoonlijke projecten, het belang van netwerken, vaardigheden en prestaties. Als je het belangrijk vindt om vrij diensten te kunnen consumeren en op elk moment je werk te kunnen onderbreken, is die ontwikkeling voor jou toe te juichen.”
“Maar ik zit zelf op een andere lijn. Voor mij ben je niet vrijer als je op ieder moment à volonté kunt consumeren of je werk kunt opzeggen. Echte vrijheid heb je in mijn ogen wanneer je autonoom kan beslissen in samenspraak met je werkcollega’s, en dat op duurzame basis. Verder zou ik niet te veel vergelijkingen maken op het vlak van werktijden of verwijzen naar telewerk. Op dat punt zijn er zowel voor loontrekkenden als voor zelfstandigen dingen mogelijk.”
Oplossingen uitwerken
Ons Recht: Hoe moet de vakbond met dit fenomeen omgaan? En welke dienstverlening en ondersteuning kan de vakbond geven aan ZZP’ers?
Maisin: “Eigenlijk kunnen de vakbonden doen wat ze altijd al deden: op de mensen afstappen, problemen in kaart brengen, oplossingen aanreiken en voorstellen, regeringen onder druk zetten en op dezelfde nagel blijven kloppen, indien nodig ook met collectieve actie. Als de vakbonden nalaten om dat te doen, zullen anderen in het gat springen. Denk aan structuren als Smart of Nextconomy in de Belgische context. Ik denk dat het verkieslijk is om allianties aan te gaan tussen diverse spelers. Als we praten over concrete oplossingen, kan ik geen pasklaar antwoord geven. De meest betrokken mensen weten het best wat ze eigenlijk nodig hebben. De essentie is dat we kwetsbare personen moeten beschermen.”
Ons Recht: Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) kunnen ZZP’ers op grond van IAO-conventie 98 het recht opeisen om zich collectief te organiseren en collectief te onderhandelen. Maar op basis van het Europees recht hebben ze dan weer niet de vrijheid om collectief te onderhandelen. Wat is het nu eigenlijk?
Maisin: “Er is nog geen enkele juridische of politieke overheid die deze knoop heeft doorgehakt. Maar als je even nadenkt, is het simpel: arbeid is geen ‘goed’, zoals het stond geschreven in de Verklaring van Philadelphia na de Tweede Wereldoorlog. Dat betekent dat we het marktdenken verlaten als we het hebben over arbeidsomstandigheden of lonen. We moeten op deze punten eerder denken in termen van sociale bescherming en collectieve onderhandelingen. We praten over verschillende rechtssferen, zoals de Amerikaanse filosoof Michael Walzer het uitdrukte.”
“Het idee van de verschillende sferen valt beter te begrijpen door een parallel te trekken: niemand wil toch dat de regels uit het voetbal worden toegepast op een liefdesrelatie? Naar analogie heeft ‘de markt’ niets verloren in de wereld van de collectieve onderhandelingen. We moeten de markt niet opzij schuiven maar hem wel die rol laten spelen die hij verdient: concurrentie mag géén doel op zich zijn. De markt is gewoon één van de middelen om tot een harmonieuze ontwikkeling te komen. Dat staat trouwens met zoveel woorden in het Verdrag over de Europese Unie!”
Onderhandelen
Ons Recht: ACV-voorzitter Marc Leemans verklaarde in een commissie van de IAO: “In de 19de eeuw werden vakbondsactiviteiten uit het strafrecht gehaald. Nu, in de 21ste eeuw, moeten we het recht op collectieve onderhandelingen voor ZZP’ers erkennen. Beide zijn van even groot belang.” Leemans wil dat de concurrentieregels worden aangepast zodat ZZP’ers hun recht op collectieve onderhandelingen kunnen uitoefenen. Heeft de onlangs herziene Europese pijler van sociale rechten hier een afdoende antwoord op gegeven?
Maisin: “Neen, ook al was dat wel de oorspronkelijke ambitie. De Europese Commissie wilde alle werkers, ook zelfstandigen, laten genieten van de sociale rechten. Maar uiteindelijk is het dus niet zo gelopen. De Commissie focuste op sommige deeltjes van de basisbescherming: informatie over het werkregime, beschermd zijn tegen ontslag of tegen deconnectie, het verzoenen van werk en privéleven. Maar alle aspecten van collectieve rechten verdwenen uit beeld! Ongetwijfeld is dat te verklaren door de invloed van de Europese autoriteiten die zich met de concurrentie bezighouden.”
“Het is nochtans geweten dat het nut van eenvoudige rechten – bijvoorbeeld over overuren en werktijden – in werkelijkheid beperkt is omdat er geen sterke arbeidsinspectie is of omdat het ontbreekt aan collectieve werknemersbewegingen. De concurrentievrijheid mag voor mij niet primeren op collectieve onderhandelingen. Het gaat om verschillende instrumenten die allebei wel het zelfde doel moeten dienen: het realiseren van een harmonieuze ontwikkeling, zowel persoonlijk als collectief.” |
Hoeveel zijn er?
Volgens een studie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) uit 2017 zijn er in het Vlaamse landsdeel 120.000 btw-plichtige freelancers. Dat komt neer op 4 tot 5% van de werkende bevolking in hoofdberoep en 1 tot 2% van de werkende bevolking in bijberoep. Daarnaast zijn er ook niet-btw-plichtige freelancers in zorg, welzijn en cultuur.
Doe je mee?
Ben je freelancer? Werk je als zelfstandige zonder personeel en wil je jouw ervaringen met ons delen? Meld dan je belangstelling door te mailen naar
zelfstandigenzonderpersoneel@acv-csc.be of u41zzp@acv-csc.be