Bedrag van de premie
- Volledig maandloon.
- Voor handelsvertegenwoordigers met veranderlijk loon: maandgemiddelde van de laatste 12 maanden (evenwel begrensd op het hoogste bedrag van de 4de categorie in de loonschaal). Als het vast gedeelte hoger ligt dan dit bedrag wordt de premie toegekend op dit vast gedeelte.
Toekenningsmodaliteiten
- 1/12 premie per gepresteerde maand, vanaf 6 maanden tewerkstelling. Gelijkgesteld met arbeidsprestaties: vakantie, feestdagen, klein verlet, beroepsziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust, eerste 60 dagen bij ziekte en ongeval, vaderschapsverlof, syndicaal verlof, betaald educatief verlof.
- Pro rata bij ontslag of einde arbeidsovereenkomst wegens definitieve medische overmacht, SWT (brugpensioen), einde tijdelijk contract of contract voor een duidelijk omschreven werk van minstens 6 maanden.
- Pro rata bij ontslag op initiatief werknemer, mits 5 jaar anciënniteit.
- Geen premie bij ontslag om dringende reden.
Tijdstip van betaling
- Einde van het jaar, tenzij anders bepaald in de onderneming.
Bedrag van de premie
- Jaarlijkse premie gelijk aan de bezoldiging van de maand waarin de uitbetaling plaatsvindt.
- Voor bedienden met een bezoldiging samengesteld uit een vast deel en een veranderlijk deel is de premie gelijk aan het vast deel van de maand waarin de uitbetaling gebeurt, verhoogd met het maandelijks gemiddelde van de veranderlijke gedeelten die betaald werden in de loop van de twaalf maanden die aan de maand van uitbetaling van de premie voorafgaan.
- Voor de bedienden die in de loop van het refertejaar overstappen van een voltijds naar een deeltijds arbeidsregime of omgekeerd of die in de loop van het refertejaar overstappen van een deeltijds arbeidsregime naar een ander deeltijds arbeidsregime, wordt de premie als volgt vastgesteld: de som van elk maandloon van het refertejaar (exclusief de jaarpremie, het dubbel vakantiegeld en andere veranderlijke bezoldigingselementen die niet regelmatig en op voortdurende wijze worden toegekend) gedeeld door twaalf.
Toekenningsmodaliteiten
- Tegelijkertijd voldoen aan twee voorwaarden: in dienst zijn op de datum waarop de premie wordt uitbetaald en effectief in de onderneming tewerkgesteld zijn geweest gedurende het hele refertejaar.
- 1/12 premie per gepresteerde maand in de onderneming in de loop van het refertejaar voor de bedienden die in dienst zijn op de datum van de uitbetaling van de premie, maar die slechts in de loop van het refertejaar in dienst van de onderneming zijn getreden of de bedienden van wie de arbeidsovereenkomst een einde neemt voor de datum waarop de premie wordt uitbetaald.
Tijdstip van betaling
- Einde van het jaar.
- Wie een volledig jaar ononderbroken bij dezelfde werkgever heeft gewerkt: bruto vast maandloon december
- Wie tijdens het hele jaar met verschillende contracten bij de werkgever heeft gewerkt: in december berekend op basis van het gemiddelde bruto maandloon van dat jaar
- Wie niet het hele jaar maar minstens 130 dagen heeft gewerkt bij de zelfde werkgever: een pro rata premie.
- Indien ontslagen door de werkgever, pro rata indien minstens 6 maanden anciënniteit of 130 dagen gewerkt.
- Indien zelf ontslag gegeven, pro rata indien minstens 5 jaar anciënniteit.
- Vanaf 2016 wordt deze dertiende maand verhoogd met 250 euro voor een voltijdse werknemer die het hele jaar heeft gewerkt. Deze premie wordt geproratiseerd overeenkomstig bovenstaande regels voor de gewone 13de maand. Vanaf 2017 volgt deze premie de evolutie van de index
- Eindejaarspremie 8,33% brutoloon betaald in refertejaar (1 december tot 30 november), betaalbaar tussen 15 en 31 december, mits minstens 5 maand anciënniteit of 120 niet opeenvolgende dagen.
- Bij opzeg door werkgever zelfde anciënniteitsvoorwaarde (5 maanden).
- Bij opzeg door werknemer minstens 6 maanden anciënniteit
Bruto bedrag van de premie
- 8,33% van de brutolonen verdiend in de periode tussen 1 juli 2016 en 30 juni 2017. Voor arbeiders wordt dit percentage berekend op 108% van de brutolonen.
Toekenningsmodaliteiten
- Alle werknemers die tijdens de referteperiode tewerkgesteld waren in de sector van de begrafenisondernemingen ontvangen eind november een attest van het Sociaal Fonds voor de Begrafenisondernemingen. Daarop staat het bedrag van de eindejaarspremie vermeld. Het minimumbedrag per betalingsmandaat bedraagt 50 euro netto (onder dit bedrag is er geen betalingsmandaat). Deze fiche bevat ook het attest voor de vakbondspremie. Leden bezorgen het formulier van de eindejaarspremie en syndicale premie aan de LBC-NVK, in plaats van het te sturen naar het Sociaal Fonds.
- De eerste 30 dagen zonder loon wegens ziekte, beroepsziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust en vaderschapsverlof worden gelijkgesteld met arbeidsprestaties.
Volgende werknemers krijgen een eindejaarspremie als zij in het lopende jaar de sector verlieten:
– werknemers met pensioen of SWT (brugpensioen).
– werknemers die ontslag hebben genomen.
– ontslagen werknemers, behalve bij dringende reden.
– rechthebbenden na overlijden.
Tijdstip van betaling
- Vanaf 15 december, na verwerking van het attest.
Bedrag van de premie
- Loon december voor wie het hele jaar in dienst is geweest.
Toekenningsmodaliteiten
- In dienst zijn op 31 december en op die datum minstens 6 maanden anciënniteit hebben, 1/12 van de premie per maand tewerkstelling voor wie ten minste 6 maanden anciënniteit heeft.
- In de loop van het jaar met pensioen of SWT (brugpensioen) vertrokken zijn of ontslagen zijn en 6 maanden anciënniteit hebben.
Tijdstip van betaling
- Vóór 25 december.
Bedrag van de premie
- De eindejaarspremie bedraagt 8,27% van de lonen die je als uitzendkracht verdiende tussen 1 juli 2015 en 30 juni 2016.
- Het brutobedrag van de premie wordt verminderd met de RSZ-bijdrage van werknemers (13,07%) en met de bedrijfsvoorheffing (23,22%).
Toekenningsmodaliteiten
- Leden bezorgen het formulier van de eindejaarspremie uitzendarbeid aan de LBC-NVK in plaats van het te sturen naar het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten.
- Tewerkstelling gedurende 65 dagen of 520 uren als uitzendkracht in de periode van 1 juli 2015 tot 30 juni 2016. Uitzendkrachten die vast in dienst treden in de onderneming waarin ze voorheen als uitzendkracht werkten, hebben recht op de eindejaarspremie na 60 dagen tewerkstelling als uitzendkracht
Tijdstip van betaling
- Einde van het jaar
Bedrag van de premie
- Volledig maandloon.
- Voor handelsvertegenwoordigers met veranderlijk loon: maandgemiddelde van de laatste 12 maanden (evenwel begrensd op het hoogste bedrag van de 4de categorie in de loonschaal). Als het vast gedeelte hoger ligt dan dit bedrag wordt de premie toegekend op dit vast gedeelte.
Toekenningsmodaliteiten
- 1/12 premie per gepresteerde maand, vanaf 6 maanden tewerkstelling. Gelijkgesteld met arbeidsprestaties: vakantie, feestdagen, klein verlet, beroepsziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust, eerste 60 dagen bij ziekte en ongeval, vaderschapsverlof, syndicaal verlof, betaald educatief verlof.
- Pro rata bij ontslag of einde arbeidsovereenkomst wegens definitieve medische overmacht, SWT (brugpensioen), einde tijdelijk contract of contract voor een duidelijk omschreven werk van minstens 6 maanden.
- Pro rata bij ontslag op initiatief werknemer, mits 5 jaar anciënniteit.
- Geen premie bij ontslag om dringende reden.
Tijdstip van betaling
- Einde van het jaar, tenzij anders bepaald in de onderneming.
De leden van het academisch en administratief technisch personeel van de vrije universiteiten krijgen een eindejaarspremie zoals toegekend aan de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het bedrag is een percentage van het baremamaandloon van november. En het toegepaste percentage hangt af van de graad van de werknemer.
Voor doctoraatsbursalen wordt de eindejaarspremie zo berekend dat het nettobedrag op hetzelfde neerkomt als dat van assistenten (AAP) – dus 59 procent van het brutoloon van een assistent. Dit zou na belastingen op hetzelfde moeten neerkomen als 41 procent van het (lagere) brutobeursbedrag, waar enkel nog RSZ van afgaat.
De uitzondering op de regel zijn de IWT-bursalen, die geen eindejaarspremie krijgen aan het einde van het jaar, maar elke maand in hun beursbedrag één twaalfde van hun eindejaarspremie ontvangen.
Academisch personeel: percentage van het brutoloon(beurs) van november:
- het zelfstandig academisch personeel 53 procent;
- het niet gerangschikt vastbenoemd wetenschappelijk personeel 53 procent;
- de doctor-assistenten en het bijzonder academisch personeel met de weddeschaal doctor-assistent of hoger 53 procent;
- de gastprofessoren 53 procent;
- de assistenten, praktijkassistenten en wetenschappelijke medewerkers 59 procent;
- de doctoraatsbursalen 41 procent.
Administratief en technisch personeel: percentage van het brutoloon van november:
- personeel met graad 10, 11, 12, 13, 15, 16 en 17: 53 procent;
- personeel met graad 6, 7, 8, 9 en 14: 59 procent;
- personeel met graad 3, 4 en 5: 65 procent;
- personeel met graad 1 en 2: 70 procent.
De eindejaarstoelage wordt volledig toegekend bij voltijdse prestaties tijdens de referteperiode 1 januari – 30 september. Bij deeltijdse prestaties tijdens deze periode wordt het bedrag pro rata toegekend.
Deze regeling geldt niet voor het integratiepersoneel.
Bedrag van de premie
- Volledig maandloon.
- Voor handelsvertegenwoordigers met veranderlijk loon: maandgemiddelde van de laatste 12 maanden (evenwel begrensd op het hoogste bedrag van de 4de categorie in de loonschaal). Als het vast gedeelte hoger ligt dan dit bedrag wordt de premie toegekend op dit vast gedeelte.
Toekenningsmodaliteiten
- 1/12 premie per gepresteerde maand, vanaf 6 maanden tewerkstelling. Gelijkgesteld met arbeidsprestaties: vakantie, feestdagen, klein verlet, beroepsziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust, eerste 60 dagen bij ziekte en ongeval, vaderschapsverlof, syndicaal verlof, betaald educatief verlof.
- Pro rata bij ontslag of einde arbeidsovereenkomst wegens definitieve medische overmacht, SWT (brugpensioen), einde tijdelijk contract of contract voor een duidelijk omschreven werk van minstens 6 maanden.
- Pro rata bij ontslag op initiatief werknemer, mits 5 jaar anciënniteit.
- Geen premie bij ontslag om dringende reden.
Tijdstip van betaling
- Einde van het jaar, tenzij anders bepaald in de onderneming.