Startjob bezorgt jongeren ingroeibaan in socioculturele sector

Onthaal kan in sommige gevallen nog stukken beter

Een eerste baan vinden of de eerste jobervaring opdoen is voor heel wat jongeren een zware klus. In de socioculturele sector hebben ze een systeem dat aan een beperkte groep jongeren onder de 26 jaar de kans geeft om werkervaring op te doen. Meestal resulteert dit zelfs in vast werk. Jongeren die via het systeem tewerkgesteld zijn, vertellen over hun ervaringen en indrukken.

Het Startjob-project bezorgt aan zo’n 75 jongeren een ingroeibaan in de brede socioculturele sector. Voor de werkgevers is het interessant omdat een groot deel van de loonkosten van de jongeren een jaar lang wordt gesubsidieerd. Omdat een onthaalbeleid essentieel is voor een goede start, zeker in de eerste job, gaat er in dit project ook veel aandacht naar de mentors van deze jongeren. Het project wordt beheerd door de vakbonden en de werkgeversvereniging Sociare. Zij hopen om Startjob in de komende jaren voort te zetten, maar dan moet de federale minister van Werk hiervoor wel opnieuw centen voorzien in 2018-2019.

De initiatiefnemers brachten op 21 maart jongeren en mentors uit het project bijeen in het Antwerpse jeugdhuis Habbekrats. Zo konden ze vertellen over hun ervaringen en verzuchtingen. De deelnemende jongeren waren bijvoorbeeld actief als vormingswerker, als jeugdwerker, in de natuurbescherming, in de lokale diensteneconomie en in de beroepsopleiding. In veel gevallen hoopten ze te kunnen blijven bij hun werkgever, ook al wordt tegenwoordig soms de indruk gewekt dat ‘jobhoppen’ erg in trek zou zijn. Duurzame tewerkstelling is een probleem in de socioculturele sector: als de subsidies zakken of wegvallen, volgen er telkens onvermijdelijk ook ontslagen. Jonge werknemers zijn dan extra kwetsbaar.

In het water gesmeten

Sommige starters zijn erg te spreken over het onthaal dat ze kregen bij hun eerste werkgever. “Ik kon op een hele aangename manier beginnen”, herinnert Tine zich. “Als ik vragen had, kon ik met mijn mentor bellen en ook de andere collega’s waren heel toegankelijk.” Maar er zijn ook andere verhalen. “Bij ons worden starters in het water gesmeten”, zegt Joris. “Ze zien dan wel of je kunt zwemmen. Informeel word je wel goed geholpen door collega’s, en er is veel onderlinge collegialiteit en respect.”

Kirsten is blij dat alles zo goed is geregeld in haar organisatie. “Er zijn ook wekelijkse çava-momentjes om af te toetsen of iedereen mee is.” “Ik kreeg mijn bureau toegewezen, en dat was het dan”, merkt André op. “Aan het menselijke aspect valt bij ons zeker nog te werken.” Jeugdwerker Haroun bleek er ‘na een warm onthaal’ toch wat alleen voor te staan. “Directe collega’s heb ik niet meteen. Ik zie vooral de tieners en jongeren waarmee ik werk. Op mijn leeftijd heb je niet altijd het gezag dat je ideaal gezien zou moeten uitstralen.”

Niet veel inspraak

Wat kan er beter in de organisaties waar de jongeren nu werken? “Er wordt veel op hoger niveau beslist, en inspraak is er niet veel”, bedenkt Margot. “Dat leidt tot frustraties op de werkvloer. Wie de gang van zaken niet tof vindt, moet maar weggaan: dat is de mentaliteit die er heerst. We weten niet hoe we dat moeten veranderen.” “Ik ben best tevreden maar soms moeten we wel héél flexibel zijn”, vindt Jef. “Dikwijls wordt er op het laatste moment nog van alles aangepast, en dan moeten de medewerkers zich maar aanpassen.”

Klementyna werkt met al haar collega’s in een klein huis. “We zitten dicht op elkaar en de keuken dient als vergaderlokaal. Ons internet werkt niet fameus, en de computerprogramma’s lopen meer dan eens vast. Er wordt al lang gesproken over een verhuis, maar het is er nog altijd niet van gekomen.”

Stuk voor stuk hopen de jongeren dat ze nog veel nieuwe mensen zullen leren kennen, meer ervaring zullen opdoen en kunnen doorgroeien. “Ik ben nu hulpploegbaas en wil sowieso ploegbaas worden”, zegt Dieter zelfzeker. “Mijn eigen projecten schrijven en verwezenlijken, dat is waar ik van droom”, vertelt Willemijn. “Ik wil graag blijven in de organisatie waar ik nu werk”, verzucht Tine. “Maar eind 2017 is het waarschijnlijk gedaan met mijn job en dan moet ik wel andere dingen proberen. Hoe dan ook wil ik graag in de sector werkzaam blijven.”

Of de jongens en meiden nu gelukkig zijn in hun werk? Dat valt erg mee, zo blijkt. Heel wat van hen geven hun huidige situatie een 7 of 8 op 10. Oef.

Meer info over Startjob lees je op www.startjob.be of www.vivosocialprofit.org/startjob.
De jongeren in dit artikel kregen een schuilnaam om hun privacy te beschermen.

Auteur: Denis Bouwen