Maatwerkdecreet: vooruitgang maar ook vraagtekens

Vrijdag 17 februari 2017 was een nieuwe mijlpaal in het lange verhaal van het ‘Maatwerkdecreet collectieve inschakeling’, dat van beschutte en sociale werkplaatsen ‘maatwerkbedrijven’ moet maken. Na een valse start op 1 april 2015, met een schorsing die tot medio februari 2016 duurde, lijkt nu het echte startschot te zijn gegeven door de Vlaamse regering, in opdracht van Liesbeth Homans.

Het debacle van de financiering via overgangsmaatregelen is bedwongen. De sector kreeg bijkomende subsidies om de schorsingsperiode te kunnen overbruggen. Zo kan de huidige financieringsmethode worden behouden tot 31 december 2018, wat stabiliteit voor alle beschutte en sociale werkplaatsen garandeert. Deze stabiliteit zal nodig en nuttig zijn in de sector. De sector kan zich nu concentreren op de invoering en uitwerking van het decreet op 1 januari 2019.

Er is nu voor een stuk duidelijkheid, maar zeker niet op alle vlakken. Wie worden immers in het decreet aan hun lot overgelaten? Inderdaad: alle werknemers, want de Vlaamse overheid ‘vergat’ toch wel zeker om extra centen te regelen zodat de sectorale cao’s kunnen worden toegepast en geharmoniseerd. Er wordt géén aanzet gegeven om de sociale partners te helpen goede afspraken te maken voor de circa 30.000 werknemers, enerzijds mensen uit de doelgroep en anderzijds de personeelsleden die hen begeleiden en coachen. Waarom wordt er geen scenario uitgetekend dat qua timing en financiën zorgt voor oplossingen die dagelijks nodig zijn: een goede en stabiele werkomgeving, met solide akkoorden en werkzekerheid? Is dat een vraag te veel voor de Vlaamse regering?

De vraag blijft dus: maatwerkdecreet, quo vadis? Alleszins niet de goede kant uit, vindt de vakbond. Wij maken ons zorgen namens de werknemers in de sector en willen dat onze vragen en verzuchtingen eerlijk en juist worden behandeld. De LBC-NVK wil een opbouwend overleg om foute keuzes om te buigen, in het belang van de werknemers.

 

Auteur: Kris de Block