Drie op vier werknemers zien het niet zitten om elk jaar over hun loon te onderhandelen. 95 procent denkt dat de werkgever het sterkst staat in die onderhandelingen. Dat blijkt uit de voorlopige resultaten van een enquête in het kader van onze LBC-NVK-campagne ‘Barema betaalt beter’.
Waarom de meeste werknemers er zo over denken, is wel duidelijk. Driekwart van de werknemers gelooft niet dat de prestaties objectief worden bekeken als het over opslag gaat. 94 procent van hen is van mening dat assertieve onderhandelaars meer uit de brand slepen dan stille, harde werkers.
Voor veel werknemers is het niet duidelijk wat een loonbarema is. Slechts de helft van de deelnemers aan onze enquête weet dat het gaat om een minimumloon met gegarandeerde opslag. Toch is 90 procent van de werknemers ervan overtuigd dat je beter af bent met een loonbarema dan met een systeem waarbij je elk jaar moet onderhandelen over je loon. De praktijk bewijst dat ze overschot van gelijk hebben: in sectoren met een loonbarema liggen de lonen hoger dan in sectoren zonder.
De meeste werknemers zien ook de voordelen voor de werkgever. Negen op tien denken dat vaste loonbarema’s gemakkelijker te begroten zijn dan individueel onderhandelde lonen.
Bijna iedereen vindt dat vrouwen en mannen hetzelfde moeten verdienen voor hetzelfde werk. In de praktijk blijkt dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter is in sectoren zonder loonbarema’s.
Werkgevers proberen vaak hun personeel te verleiden met maaltijdcheques en andere extralegale voordelen. Dat is voor de bedrijven goedkoper dan een loonsverhoging, omdat er op die voordelen geen socialezekerheidsbijdragen worden betaald. Maar deze aanpak ondermijnt onze pensioenen en onze sociale zekerheid. Meer dan negen op tien werknemers laten zich niet vangen. Ze hebben liever een deftig brutoloon dan wat minder brutoloon, aangevuld met extralegale voordelen maar met een lager pensioen. |