Vakbondswerk, waar gaat dat eigenlijk over?
Deze maand worden in tal van ondernemingen en instellingen sociale verkiezingen georganiseerd. Het is dan aan jou om aan te duiden wie het de komende vier jaar voor jou zal opnemen in het overleg over je arbeidsvoorwaarden, je veiligheid, het bedrijfsbeleid en nog veel meer. De verkozenen zullen zetelen in de ondernemingsraad (OR) of het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) .Hieronder vertellen zeven personeelsvertegenwoordigers wat ‘sociaal overleg’ in de praktijk betekent.
Ann Cnockaert – Ziekenhuisnetwerk Antwerpen
In het CPBW vertalen we welzijnsthema’s concreet naar de werkvloer. We legden een lange weg af rond psychosociale risico’s (PSR). In samenspraak met onze werkgever werken we nu aan een re-integratieplan voor langdurig afwezige collega’s. We willen hun terugkeer zo vlot mogelijk laten verlopen en houden maximaal rekening met wat die terugkeer betekent voor de medewerker. Graag willen wij daar nu ook nog de mogelijkheid tot vrijwillige stage aan koppelen. Zo kan een collega ervaren of een andere functie binnen onze ziekenhuizen mogelijk is. Er ligt nog veel werk op de plank maar ik kijk er naar uit om dat samen met ons ACV-team te kunnen vastpakken!
Danny Trancez – Unilever
Binnen Unilever zijn er altijd wel kleine en grote structuurwijzigingen. Er is dus altijd wel iets waardoor we in de OR of het CPBW de belangen van onze collega’s moeten verdedigen. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld over aanpassingen van vergoedingen, wijzigingen in het mobiliteitsplan, variabele lonen en targets, de vertaling van het nationale loonakkoord naar ons bedrijf, de veiligheid in en rond de kantoren, de luchtkwaliteit op kantoor… Dagelijks moeten we schipperen tussen de wensen en noden van het bedrijf en die van de medewerkers. Regelmatig contact met onze leden is daarom essentieel. Met personeelsvertegenwoordigers in zoveel mogelijk divisies van het bedrijf en maandelijkse bijeenkomst waar iedereen zijn issues kan aanbrengen, houden we de vinger aan de pols.
Nathan Steurs – Medicim
Er is bij ons pas vakbondswerk sinds de vorige verkiezingen. We lanceerden toen meteen een grote bevraging om te weten wat onze collega’s willen. Onze eerste echte verwezenlijking was de invoering van zogenoemde ‘baaldagen’. We onderhandelden de afschaffing van het ziektebriefje voor vier ziektedagen – dus eentje meer dan de wet een jaar later verplicht maakte. Recent hadden we de handen vol met de compensatie voor het loonverlies van collega’s door de wettelijke afschaffing van de auteursrechtenregeling. Dat hebben we opgelost via de thuiswerkvergoeding. Ook dat thuiswerk blijft een issue. Het is sinds de coronacrisis constant in evolutie. De komende jaren willen we graag inzetten op een vierdagenweek.
Katrien Van Daele – Cargill
Ik vertegenwoordig mijn collega’s niet alleen lokaal, maar ook in de Europese Ondernemingsraad. Ik probeer erover te waken dat iedereen mee is en blijft bij de veranderingen . Dat gaat over technologie en werkprocessen, maar ook over taal. Engels als voertaal is niet voor iedereen evident. Binnen ons bedrijf is ook veiligheid een topprioriteit. In het CPBW werken we daaraan mee om het voor alle partijen aanvaardbaar te maken. We hebben de voorbije jaren al heel wat goede collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) gesloten. Een compromis vinden is niet altijd makkelijk, maar praten is de enige manier om ervoor te zorgen dat iedereen zich goed voelt op de werkvloer. Psychosociale risico’s en een goede balans tussen werk en privé daarin zeer belangrijk. Daar zetten we zeker verder op in.
Peter de Guchteneire – Securex
Eigenlijk doe ik als aan vakbondswerk sinds ik lid ben van de vakbond, want ook zonder officieel mandaat kan je collega’s helpen en ondersteunen in hun professioneel leven. Maar sinds de vorige verkiezingen zit ik in de OR en het CPBW. Dat heeft toch nog altijd een beetje meer impact. Het welzijn van mijn collega’s ligt me heel nauw aan het hart. De laatste jaren werkten we rond burn-outpreventie, maar ook aan maatregelen om ‘oudere’ werknemers te ondersteunen. De komende jaren willen we graag psychosociale risico’s preventief aanpakken. Goed vakbondswerk kan niet zonder persoonlijk contact. Dat is in deze tijd van online vergaderen en thuiswerk niet altijd evident. Gelukkig kunnen we ook via intranet en mail de werkvloer betrekken.
Eric Van Kets – FrieslandCampina
Sterk vakbondswerk begint bij luisteren naar wat je collega’s willen. Van daaruit gaan we steeds opnieuw het gesprek aan met de werkgever. Waar het elke keer opnieuw op neerkomt is waken over de veiligheid, het welzijn en de rechten van onze medewerkers. Concreet heeft dat bij ons geresulteerd in sterke sociale plannen voor de getroffen medewerkers bij de steeds terugkerende reorganisaties. Het beschermen van opgebouwde rechten van werknemers wordt steeds moeilijker, maar dat is de essentie van vakbondswerk.
Marc Knudde – GZA Ziekenhuizen
Zelf ben ik vooral bezig met de financiële situatie van het ziekenhuis, het personeelsstatuut en de veiligheid op de werkvloer. Maar als groep zijn we met nog veel meer bezig: maaltijdcheques, glijuren, loontoeslagen, extra vrije dagen, anciënniteitsdagen, bijkomende dagen klein verlet en dwingend verlof, woonwerkvergoeding, een hospitalisatieverzekering… en dan vergeet ik ongetwijfeld nog andere dingen waarover we met onze werkgever afspraken maakten, die vaak beter zijn dan wat in de sector verplicht is. De komende jaren zullen we onze handen vol hebben met de fusie met de ZNA-ziekenhuizen. Die voor het personeel in goede banen leiden zal nog een hele opdracht zijn.
Auteur: Jan Deceunynck