Het politieke debat over het beperken van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd laait sinds enkele maanden weer op. Maar dat werkt niet, stelt Maarten Hermans, arbeidsmarktdeskundige van het ACV.
“Politici spelen graag in op het cliché van de luie hangmatwerkloze. Het is een idee dat wetenschappelijk niet onderbouwd is, maar politiek gezien wel aanslaat. En het dringt de verdedigers van leefbare uitkeringen in een hoekje”, aldus Maarten Hermans van het ACV.
Moet er dan niets gedaan worden aan langdurige werkloosheid?
Hermans: “Natuurlijk, maar wat betreft de zogenaamde ‘hangmat’: er is geen enkele aanwijzing dat mensen daar vrijwillig lang in blijven hangen. Er bestaat namelijk geen hangmat, alleen een matje van miserie. Mensen blijven niet vrijwillig werkloos. Dat is iets wat anderen projecteren, mensen die zelf in veel betere financiële situaties verkeren.”
“Bovendien zijn er al voldoende mogelijkheden om mensen die niet willen werken, stappen te doen zetten. De stok is zeker niet het probleem. Het gaat hier om electorale profilering ten koste van een zwakke groep die zich niet kan verdedigen.”
Voorstanders van de beperking in de tijd stellen dat die maatregel het draagvlak voor de sociale zekerheid zouden vergroten.
Hermans: “Dat is een heel opvallend argument. Ten eerste omdat ik ook daarvoor geen wetenschappelijke argumenten vind. Het lijkt hier dus om een buikgevoel te gaan. Ten tweede zien we in landen als het Verenigd Koninkrijk net het omgekeerde. Het is net door heel de tijd te focussen op misbruik, dat je het draagvlak voor de sociale zekerheid ondergraaft. Het idee van hangmatprofiteurs wordt in het hoofd van de bevolking geplant en wordt net daardoor een politieke realiteit. Men klopt dus niet alleen problemen op die er geen zijn, maar ondergraaft ook het draagvlak.”
Heeft beperking in de tijd een positieve budgettaire impact voor de overheid?
Hermans: “Qua effectiviteit is het niet de meest zinvolle maatregel. Uitkeringen zijn sowieso al degressief. Hoeveel werklozen zullen moeten inleveren is afhankelijk van hun positie in het traject. Maar ze verschuiven van de ene miserie naar de andere. De laagste werkloosheidsuitkeringen liggen al onder de armoedegrens, een leefloon ook. En het is voorspelbaar wat er later zal gebeuren: klagen over het aantal mensen met een leefloon. En dan wordt daar weer het mes in gezet.”