Werknemers uit heel Europa voeren dagelijks strijd om de eindjes aan elkaar te knopen. Op een Europese vakbondsactie aan het Europees Parlement in Straatsburg namen drie werknemers het woord. Nancy, een Belgische schoonmaakster: “We waren van vitaal belang tijdens covid. Voor al dit werk krijgen we ongeveer 1000 euro per maand. Dat is nauwelijks iets.”
Ook Javier, een Spaanse werknemer in de landbouw, heeft het moeilijk: “Dit waren mijn uitgaven van vorige maand: elektriciteit 130 euro, hypotheek 350 euro, water 40 euro, benzine om naar het werk te gaan 140 euro, kosten voor beheer appartement en telefoon 150 euro. En wie weet wat er nog bij komt.” Victor uit Roemenië is bang: “De winter komt eraan en de prijzen voor gas en elektriciteit worden hoger.
De kosten voor nutsvoorzieningen zullen ongeveer de helft van onze lonen bedragen.” De getuigenissen tonen de realiteit aan voor miljoenen werknemers die werken aan een minimumloon. Het is tijd dat politieke leiders luisteren en een einde maken aan deze koopkrachtcrisis.