Het chemiebedrijf Borealis kwam in opspraak nadat de sociale inspectie een maand geleden tot het vermoeden kwam van mensenhandel. Het onderzoek loopt nog, maar tientallen buitenlanders zouden onder slechte werkomstandigheden aan het werk gezet zijn, via een systeem van schimmige onderaannemingen. We spraken Jan Buelens van Progress Lawyers Network over het belang van ketenzorg om zo’n wanpraktijken te vermijden.
Het bewustzijn over het belang van ketenzorg lijkt vergroot. Is dat een goede zaak? Of komt dat net omdat er meer wanpraktijken zijn?
Buelens: “Wel, Borealis komt nu even in de media en roept verontwaardiging op, maar dat leidt natuurlijk niet automatisch tot een indijking van bepaalde wanpraktijken. Het fenomeen van mensenhandel is zo wijdverspreid en zelfs bijna verweven met bepaalde economische systemen, dat het moeilijk is het uitgeroeid te krijgen.”
“Vooral de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 naar Oost-Europa betekende een versterking van het fenomeen van detachering en het daarmee gepaard gaande misbruik op vlak van arbeidsrecht. Mensenhandel was al aan de gang, maar raakte sindsdien meer verspreid. Daarna schoof het op naar ‘derdelanders’, personen van buiten de EU, die via de EU gedetacheerd worden of aan een arbeidsvergunning raken. Denk bijvoorbeeld aan de Turken die bij Borealis aan het werk waren.”
Hebben we zicht op aantallen?
Buelens: “Nee, er is weinig transparantie, wat natuurlijk een enorm probleem is. Die reusachtige blinde vlek betekent dat de regering wel maatregelen kan aankondigen, maar geen zicht heeft op de effecten. Ze kan daardoor ook niet op maat werken. Er is transparantie nodig vooraleer we effectiever kunnen werken.”
“Tegenwoordig zien we veel Wit-Russen en Oekraïners die slachtoffer worden van uitbuiting. Maar er zijn ook Bangladeshi bijvoorbeeld of slachtoffers uit de Filippijnen, mensen die in armoede leven en de EU niet kennen, en naar hier komen zonder veel voorkennis. Voor hen is het nog moeilijker om zich te informeren, want pakweg Polen zijn hier al langer, kennen wat Engels en kunnen beter voor zichzelf opkomen. Zicht op aantallen hebben we niet.”
Naast transparantie pleit u ook voor kortere ketens, meer inspectie en een verschuiving van aansprakelijkheid.
Buelens: “Ja, want er bestaat helaas ook veel slechte wetgeving. In 2006 kwam er een wet rond schijnzelfstandigheid, die eigenlijk het aantal schijnzelfstandigen vooral heeft doen toenemen. Een wet op neoliberale leest, zeg maar. In 2012 heeft men die dan aangepast en aansprakelijkheid toegevoegd, maar die vertoont zoveel lacunes dat ze bijna nooit wordt toegepast. Er moet ook inspectie zijn vooraleer je wetgeving kunt afdwingen natuurlijk. Gebrek aan transparantie is vaak handig voor veel betrokken partijen om zich te verschuilen.”
Welke rol kunnen vakbonden spelen?
Buelens: “Vakbonden moeten zich sowieso meer met het fenomeen bezighouden dan in het verleden. Ze worden ermee geconfronteerd in ondernemingen, maar zoeken duidelijk nog naar manieren om ermee te leren omgaan. Onderaannemers en hun werknemers of zelfstandigen, zijn vaak niet aangesloten bij de vakbonden, en de ondernemingspraktijken lijden eigenlijk vaak tot een opdeling in sociale groepen. Er gelden ook verschillende loon- en arbeidsvoorwaarden, dus dat bemoeilijkt de ontwikkeling van syndicale slagkracht.”
“Transparantie kan zowel afgedwongen worden door de vakbondsafvaardiging als de ondernemingsraad. Leden van de ondernemingsraad mogen de sociale wetgeving controleren, en men moet zorgen dat dat mag bij alle bedrijven die actief zijn op de site waarvoor men als ondernemingsraad is aangesteld. De vakbondsafvaardiging kan een gelijkaardige rol opnemen, en financiële informatie opvragen over ondernemingen waarmee de firma contracteert, maar vraagt dat momenteel te weinig aan. Er zijn dus tools, al probeert de werkgever die natuurlijk vaak te minimaliseren. Maar vakbonden kunnen er dus mee voor zorgen ketenzorg in te bouwen in het systeem. Alle actoren moeten hun rol opnemen in plaats van weg te kijken. Daar ligt de sleutel.”
Ketenzorg: nuttig en nodig!
In de geglobaliseerde economie ontstaan steeds langere en minder transparante toeleverings- en waardeketens. ‘Ketenzorg’ wijst op de plicht die bedrijven hebben om te zorgen voor hun volledige ‘keten’. Het ACV vindt dat het hoog tijd is dat bedrijven hun verantwoordelijkheid opnemen voor de mensen- en arbeidsrechten en voor het milieu. En dat niet alleen voor hun eigen activiteiten, maar in hun volledige internationale toelevering- en waardeketens. Dus ook voor die van onderaannemers die voor hen werken.
Er is nood aan wetgeving die de wanpraktijken in deze internationale ketens aan banden legt. Maar ook vakbondsvertegenwoordigers kunnen erop toezien in het sociaal overleg.
Auteur: Max De Boeck | Illustratie: Davien Dierickx