Kinderopvangsector schuift duidelijke eisen naar voor

De voorbije maanden stonden de media bol van de schandaalverhalen in de kinderopvang. De verhalen deden de discussie losbarsten over de kwaliteit in de sector. Daar is werk aan. Maar de problemen hebben ook veel te maken met een gebrek aan personeel door onderwaardering van de kinderbegeleiders en weinig maatschappelijke erkenning voor het belang van de functie, lage lonen en onduidelijke statuten. ACV Puls klopt al langer op die nagel. Het beleid heeft geen oor voor de adviezen van de werknemers of specialisten die hetzelfde zeggen…

Nathalie Winters is binnen ACV Puls verantwoordelijk voor de kinderopvangsector. Samen met werkgeverskoepels en andere spelers die de sector van binnenuit kennen, formuleerde ze onlangs een aantal duidelijke beleidsvoorstellen om de sector op te waarderen.

Kwaliteit en kwantiteit

“Het aantal kinderen per begeleider moet drastisch omlaag,” legt ze uit. “In Vlaanderen mag een begeleider in de gezinswoning tot acht kinderen opvangen. In groepsopvang zelfs negen. We zijn daar absolute koploper in Europa. Nergens anders ligt dat aantal zo hoog. Nergens mogen begeleiders meer dan vijf kinderen opvangen. Vaak is dat aantal zelfs nog lager, zeker als het om heel jonge kinderen gaat.” Nochtans is het aantal kinderen in de opvang belangrijk voor de kwaliteit. Vlaams onderzoek toonde ook aan dat het welbevinden van het kind slechter scoort naarmate er meer kinderen opgevangen worden. Daarom raden ook onderzoekers aan om het aantal te beperken. “Het aantal moet naar vier in de gezinsopvang en vijf in de groepsopvang,” betoogt Nathalie.

Maar dan botst ze natuurlijk meteen op het personeelstekort. Want ook op dit moment is er al een nijpend tekort aan kinderbegeleiders. “Het is al jaren een knelpuntberoep,” legt Nathalie uit. “Er zijn zowat 4.700 vacatures. Maar daar waren vorig jaar maar 2.600 kandidaten voor.”

Arbeidsvoorwaarden

Veel heeft volgens haar te maken met de weinig aantrekkelijke arbeidsomstandigheden en lonen in de sector. “Vroege ochtenden en late avonden maken de job niet aantrekkelijk,” legt ze uit. “Ook de inkomsten liggen niet hoog.” Ze spreekt bewust over ‘inkomsten’ in plaats van ‘lonen’, want een groot deel van de kinderbegeleiders in de gezinsopvang ontvangt nog altijd geen loon, maar een veredelde kostenvergoeding. “Gemiddeld hebben ze zowat 1.950 euro aan inkomsten, maar ook ongeveer 962 euro onkosten. Ze houden dus geen 1.000 euro per maand over. En dat voor een hele maand werken van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat!”

Qua sociale rechten komen ze er ook bekaaid vanaf. “In 2003 konden we eindelijk een akkoord afsluiten over een sociaal statuut met beperkte socialezekerheidsrechten. Toch is er nog altijd geen volwaardig werknemersstatuut voor alle onthaalouders in Vlaanderen. Dat betekent dat ze geen inkomen hebben tijdens hun vakantie en op feestdagen. Uitkeringen voor pensioen, ziekte en werkloosheid worden berekend op een sterk geplafonneerd minimumloon. Met zo’n voorwaarden moet je toch niet verbaasd zijn dat er maar weinig kandidaten zijn.”

 

“Aan de huidige voorwaarden moet je niet verbaasd zijn dat er weinig kandidaten zijn”

 

Gelijk werk voor gelijk loon

Het personeel in de groepsopvang heeft wél een loon. Maar ook voor hen is dat geen vetpot. “Er zijn verschillende subsidieregelingen voor de opvanginitiatieven. En de lonen van de werknemers zijn daaraan gekoppeld. Wie in de minst gesubsidieerde initiatieven werkt, start niet alleen aan een lager brutoloon. Ze hebben geen dertiende maand, minder vakantiedagen, geen recht op leeftijds-verlofdagen, geen vergoeding voor onregelmatige uren… Nochtans is het werk net hetzelfde. Dat moet veranderen. Wij willen gelijk loon voor gelijk werk.”

Actieplan

Na een actiedag in april erkende de bevoegde Vlaamse regering de noden van de sector. Daarmee zijn de problemen wel nog niet opgelost. “Tegen de begroting in september wil de regering samen met de sector naar oplossingen zoeken. Intussen wachten we nog op een uitnodiging van minister van Welzijn, Wouter Beke. Vanuit de sector zijn we al in gang geschoten. We hebben een strategisch actieplan opgesteld met duidelijke prioriteiten. Op de eerste plaats staat meer kwaliteit. Dat betekent ook meer personeel. Ten tweede willen we gelijk loon voor gelijk werk. En op de derde plek pleiten we voor een veralgemeend werknemersstatuut voor onthaalouders. Via proefprojecten hebben op dit moment al bijna 600 onthaalouders dat statuut, maar met een 4.500 onthaalouders, is dus nog een hele weg te gaan”.

Auteur: Jan Deceunynck |  Afbeelding: Davien Dierickx