ACV kiest voor sterke sociale zekerheid
De sociale zekerheid is van ons. Met die slogan claimt de vakbond inspraak in het beheer van het maatschappelijke vangnet. En terecht. Want hoewel de overheid een duit in het zakje doet, wordt het leeuwendeel van de uitkeringen voor werkloosheid, ziekte, tijdkrediet en pensioen, al 75 jaar lang betaald door bijdragen van werknemers en werkgevers. Het zijn ook vooral de vakbonden die de uitkeringen administratief regelen.
Het principe is in al die jaren onveranderd gebleven: werknemers staan een stukje van hun loon af voor wanneer het minder goed gaat. Dat stukje komt, samen met een bijdrage van ook de werkgevers, in een collectieve ‘kas’ die de inkomsten verdeelt. “Tot voor de coronacrisis waren de bijdragen van werkgevers en werknemers nog altijd goed voor 73% van de sociale zekerheid,” legt Chris Serroyen uit. Hij is hoofd van de ACV-studiedienst en zit mee in het beheerscomité van de sociale zekerheid, het zogenaamde globaal beheer.
Eerlijk overleg
“Door de crisis zal het aandeel van werkgevers en werknemers nu tijdelijk wat lager zijn,” licht hij verder toe. Voor 2021 gaat hij uit van ongeveer 2/3. “Maar ook dat geeft ons nog altijd voldoende reden om zeggenschap in het beheer te hebben.” En die is er ook nog. Alleen trekt de overheid de touwtjes steeds meer naar zich toe. “Ze speelt eigenlijk boven haar gewicht,” vindt Chris. “Ze wil altijd het laatste woord en heeft in het tripartite globaal beheer ook een vetorecht. Terwijl werkgevers en werknemers altijd proberen in overleg tot een akkoord te komen, is de overheid zelden gericht op zo’n akkoord”. Hij is echter hoopvol. “Het ziet er naar uit dat de nieuwe regering weer wil inzetten op overleg. We geven ze voorlopig het voordeel van de twijfel”.
Naast de werknemers- en werkgeversbijdrage is er ook nog een kleine gewone overheidsdotatie. Maar belangrijker zijn de alternatieve financieringsbronnen. Die moeten de verminderingen compenseren van sociale bijdragen die de regering besliste, zoals die van de tax shift. Een stuk van de btw-inkomsten en de roerende voorheffing wordt doorgestort naar de sociale zekerheid. En dan is er nog de nieuwe effectentaks op effectenportefeuilles groter dan een miljoen euro. De regering wil de opbrengst naar de gezondheidszorg doen vloeien. Hopelijk haalt het Grondwettelijk Hof de taks niet opnieuw onderuit,” legt Chris uit.
Loonnormwet snijdt in sociale zekerheid
Maar hét sluitstuk in de financiering is de evenwichtsdotatie, het bedrag dat de overheid jaarlijks bijpast. De vorige regering besliste die eind 2020 stop te zetten. De nieuwe regering is echter ingegaan op de vraag van de vakbonden om die voor onbepaalde duur te verlengen. Al wordt dit altijd gekoppeld aan een grondige doorlichting van de rekeningen, via de zogenaamde responsabilisering. Chris heeft bedenkingen bij die strenge houding van de overheid.
“Dat voor elke nieuwe maatregel wordt bekeken of die binnen budget blijft, is niet het probleem. Wél dat die strenge houding voor geen enkel ander overheidsdepartement geldt. En zeker niet als de belastinginkomsten ontsporen, zoals onder de vorige regering. Bovendien snijdt de regering in onze mogelijkheden. Want door de lonen in de tang te houden met een zeer strenge Loonnormwet, groeien natuurlijk ook de bijdragen op die lonen niet. Daarnaast creëert de overheid sluipwegen om bijdragen te vermijden: cafetariaplannen en andere netto-voordelen doen de sociale zekerheid pijn. In die context komt de financiering onvermijdelijk in de knoei.”
Of het systeem nog betaalbaar is? “Betaalbaarheid is een keuze,” antwoordt Chris. “Ja, de kosten zullen de komende jaren verder oplopen. Omwille van corona, maar ook door de vergrijzing. Tot pakweg 2040 zullen de babyboomers die nu de arbeidsmarkt verlaten, zwaar op de sociale zekerheid wegen. Maar nadien vermindert die druk. Die jaren moeten we overbruggen. De politieke rechterzijde wil daarom in de uitgaven snijden. Onze voorstellen werken op zowel de uitgaven als de inkomsten. Aan de kant van de uitgaven valt nog te besparen door in te grijpen op de erelonen van de artsen, de supplementen in de ziekenhuizen en de kostprijs van geneesmiddelen.
Aan de kant van de inkomsten willen we een debat zonder taboes over bijdragefraude en ontwijkingsmechanismen. Er zijn gelukkig heel wat bedrijven en zelfstandigen die netjes hun bijdrage betalen. Maar er zijn helaas ook heel wat ontwijkmogelijkheden. Bovendien dragen zelfstandigen minder bij als ze meer verdienen en zijn hun bijdragen geplafonneerd. Daar willen wij óók wel eens over praten, want op die manier wordt elke verbetering aan de situatie van zelfstandigen eigenlijk betaald door de werknemers. En dat kan niet de bedoeling zijn.”