De coronacrisis heeft niet alleen rechtstreeks slachtoffers gemaakt, maar heeft ook op het leven en inkomen van werknemers een forse impact gehad. Half april hadden de werkgevers al voor 1,3 miljoen mensen tijdelijke werkloosheid aangevraagd. En wie toch aan de slag bleef, moest plots meer of anders werken, of in omstandigheden die wel enige bijkomende omkadering nodig hadden.
Het ACV heeft tijdens de crisis niet stil gezeten, maar was op alle mogelijke niveaus in de weer om de belangen te verdedigen van alle werknemers die plots met een nieuwe realiteit werden geconfronteerd. Als chef van de ACV-studiedienst was Chris Serroyen nauw betrokken bij die aanpak.
“De zwaarste preventiemaatregel was de social distance die de overheid oplegde”, vertelt Chris. “Maar er was nogal wat onduidelijkheid. Zomaar als niet-essentieel bedrijf sluiten en tijdelijke werkloosheid aanvragen voor al je werknemers wegens problemen om de 1,5 meter afstand te garanderen, kan niet. De werkgever moet aantonen dat hij al het mogelijke heeft gedaan om die afstand te realiseren, maar dat dit echt niet kan. Alleen dan kan tijdelijke werkloosheid door overmacht worden ingeroepen. In nogal wat ondernemingen hebben militanten daarom de tijdelijke werkloosheid aangevochten. Een werkgever die te weinig doet om de social distance in te voeren, mag zijn werknemers uiteraard vragen om thuis te blijven, maar hij moet ze dan wel doorbetalen. En als een bedrijf op de lijst van essentiële activiteiten staat, dan is dat geen vrijgeleide om losjes om te springen met de sociale afstand. Ook dan moeten bedrijven al het mogelijke blijven doen om de afstand van 1,5 meter te garanderen”.
Tijdelijke werkloosheid
Dat brengt ons bij de maatregelen rond tijdelijke werkloosheid die het ACV uit de brand kon slepen. “Nog voor de algemene lockdown merkten we dat de overheid gul maatregelen nam om bedrijven en zelfstandigen te ondersteunen. Maar dat de werknemers wat in de kou bleven staan. We drongen dan aan op een verhoging van de uitkering van 65% naar 70% van het loon, met daar bovenop nog een bijkomende vergoeding van 5,63 euro per dag”, zegt Chris. “Die 70% dwong het Vlaams ACV nadien ook af voor werklozen met een IBO-contract (Individuele beroepsopleiding in de onderneming) en voor wijkwerkers (de vroegere PWA’ers). Hun vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkering wordt ook voor 70% doorbetaald.”
“We zagen ook dat nogal wat tijdelijk werklozen niet in aanmerking kwamen voor een uitkering omdat ze nog niet lang genoeg aan de slag waren. Die wachttijd is dan op ons aandringen ook geschrapt.”
Nog meer sectoren
“Ook in sectoren met veel tijdelijke contracten, zoals de kunstensector, de uitzendsector, de attractieparken dwongen we bijkomende maatregelen af zodat een deel van deze werknemers toch beter werd gecompenseerd voor hun tijdelijke onmogelijkheid om te werken.”
En zo zijn er nog wel wat sectoren waar het ACV nog trekt en sleurt om het koopkrachtverlies te vrijwaren. Denk maar aan de jobstudenten, waarvoor geen tijdelijke werkloosheid bestaat. Aan freelancers die aanvankelijk verstoken bleven van de steunmaatregelen voor zelfstandigen. Of aan personen die werken via de erkende digitale platformen en die door de regering in 2018 werden uitgesloten van om het even welke sociale bescherming.. “Daar hebben we dus nog wel wat werk om een regeling af te dwingen. Maar we laten niet los.”
Wil je meer weten over je werknemersrechten in deze coronatijd?
Je leest er meer over op