Topboek: We moeten eens over Brussel praten

“Onlangs wierp mijn buurman de handdoek in de ring. We waren de laatste Belgo-Belgen in mijn straat in Anderlecht. Hij kon al de ‘vreemden’ niet meer aan en trok weg naar Ninove. Ik wens hem moed, want binnen afzienbare tijd zal toenemende hyperdiversiteit hem ook daar bijbenen.”

Het zijn woorden van Hans Vandecandelaere die bijna tien jaar geleden al een boek schreef over Molenbeek, de ‘Bronx van Brussel’ zoals hij het toen met liefdevol sarcasme noemde. Voor zijn nieuwe boek verschoof de auteur zijn focus naar Brussel.

Drie jaar lang onderzocht hij het samenleven in Brussel, zijn thuisstad met een slechte naam. In Vlaanderen wordt Brussel vaak afgeschilderd als een hellhole. Maar wat vinden de Brusselaars zelf? Vandecandelaere deed iets wat weinigen hem voordeden: hij ging het hen vragen. Meer dan tweehonderd Brusselaars liet hij aan het woord, van leerkracht tot arts, van jeugdwerker tot restauranthouder. Uit hun verhalen rijst de stad op als een gigantisch meerstemmig orkest van groepen en subgroepen. Een metropool waar je van de ene wereld in de andere stapt. Over transmigranten en expats, gewokte eendentong en Congolese peper, lofts en krotten, Flamands en drarries, maagdelijkheidscertificaten en de kracht van parades.

Interesse in ‘We moeten eens over Brussel praten’ van Hans Vandecandelaere? Stuur dan je naam en adres vóór 26 april 2024 naar topboek@acv-csc.be en maak kans op één van de drie exemplaren die we gratis weggeven.