De Oostenrijkse vakbonden GPA en Vida eisen betere loon- en arbeidsvoorwaarden voor de 130.000 werknemers in de thuiszorg, gehandicaptenzorg, psychosociaal werk, kinderopvang en kinder- en jeugdzorg. In deze sectoren is 70% van het personeel vrouwelijk en wordt 70% deeltijds gewerkt. Vooral in de thuiszorg zijn voltijdse banen een absolute uitzondering. De vakbonden eisen een loonsverhoging van meer dan 15%. Dat betekent minstens 400 euro.
Omdat Oostenrijk geen automatische indexering kent, is een grote inhaalbeweging nodig om de enorme inflatie te dekken. Door de lage lonen en het vele deeltijds werk volstaan de lonen nauwelijks voor basisbehoeften. Veel jonge werknemers verlaten daarom de sector, die ze nochtans zeer waardevol noemen. Om het personeelstekort aan te pakken, moeten de jobs aantrekkelijker worden. Dat gaat over koopkracht maar ook over arbeidstijdverkorting, vakantie, kilometervergoedingen en meer. Een eerste onderhandelingsronde leverde geen resultaat op. De voorstellen van de werkgevers wogen te licht en minimaliseerden het personeelstekort. Hoog tijd dat ze met een beter voorstel aan tafel komen.