In oktober en november presenteerden de Vlaamse en federale regering respectievelijk de Septemberverklaring en de begroting. Die vatten de plannen en ambities samen van onze beleidsvoerders voor het komende jaar. Puls Magazine legde een aantal gemaakte keuzes voor aan professor Ive Marx van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit van Antwerpen.
Op X, het voormalige Twitter, hekelde u de ‘joekel van een mattheuseffect’ in de Vlaamse beleidsplannen (zie op de pagina hiernaast). Onder meer de dienstencheques en de subsidie voor elektrische wagens zijn vooral fijne cadeautjes aan de middenklasse, stelde u.
MARX: “Ik hou me als wetenschapper ver van ideologische kritiek. De regering mag van mij doen wat ze wil. Maar ik zeg wel waar de voordelen van het gevoerde beleid toekomen. Uit cijfers blijkt dat die vooral bij dat midden terecht komen, en dan vooral bij de wat hogere middenklasse. Dat is gewoon een objectief feit. Dat geldt ook voor de dienstencheques. Het is vooral de hogere middenklasse die gebruik maakt van het stelsel. Mensen met een laag inkomen profiteren veel minder van dat belastingvoordeel. Het is eigenlijk een gigantische inkomenstransfer van arm naar rijk.”
“Met de flexi-jobs organiseert de overheid zelf belastingontduiking”
Het mattheuseffect werd in de jaren ’70 van de vorige eeuw beschreven. Waarom blijft sociaal beleid daarmee worstelen en is het zo moeilijk om sociale voordelen toe te spitsen op wie er het meeste nood aan heeft?
MARX: “De politieke realiteit is dat politici vechten voor de middenklasse. Die willen ze voor zich winnen omdat die groep electoraal zwaar doorweegt. Je ziet daarom op alle beleidsdomeinen dat maatregelen altijd in grotere mate ten goede komen aan die middenklasse. Of het nu gaat om dienstencheques, onderwijs, cultuur… noem maar op. In het hoger onderwijs – de sector waarin ik zelf actief ben – zie je nog altijd meer kinderen van gegoede ouders dan van ouders aan de onderkant van de inkomenscurve – en dan zwijgen we nog over huidskleur. Het hoger onderwijs is geen correcte afspiegeling van de maatschappij. Niet iedereen profiteert in gelijke mate van ons onderwijssysteem. Het is goed om dat te beseffen.”
“De voordelen van het gevoerde beleid komen vooral terecht bij de hogere middenklasse. Het is eigenlijk een gigantische inkomenstransfer van arm naar rijk”
Ook de uitbreiding van de flexi-jobs neemt u op de korrel. U noemde het ‘georganiseerde belastingontduiking door de overheid’.
MARX: “Het is een voorbeeld van de koterij in ons belastingsysteem. Ons belastingsysteem is een oude constructie waaraan in de loop der jaren allerlei koterij is bijgebouwd om fouten te corrigeren. Alleen maken die het meestal nog erger. Het basisprobleem is dat de lasten op wie bijdraagt heel hoog zijn, omdat anderen niet naar draagkracht bijdragen. Daarom worden er fiscaalvriendelijke uitzonderingen bedacht, maar die duwen ons nog dieper in een vicieuze spiraal. Dat geldt ook voor de flexi-jobs. Het is werk waarop nul procent belastingen worden geheven. Wie met een gewone job net hetzelfde werk doet, betaalt wél belastingen, maar de intussen al 120.000 flexi-jobbers niét. Ik kan dat niet anders noemen dan belastingontduiking, die bovendien door de overheid zelf wordt georganiseerd. Daarnaast gaan flexi-jobs per definitie alleen naar wie al werk heeft of een inkomen krijgt uit pensioen. Dus daar speelt opnieuw het mattheuseffect. Ongetwijfeld maakt de flexi-job een belangrijk verschil voor een aantal mensen die het objectief moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar voor veel meer mensen levert het alleen een fijn extraatje op. Je kan beleid niet rechtvaardigen omdat het in tien procent van de gevallen effectief is, maar in de andere gevallen niet.”
Wat is het mattheuseffect?
Het mattheuseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hij is gebaseerd op een vers in de parabel van de talenten in het evangelie volgens Mattheüs. De term werd in België geïntroduceerd door professor Herman Deleeck, die zich in de jaren ‘70 van de vorige eeuw toelegde op onderzoek naar armoede en sociaal beleid. Het mattheuseffect verwijst naar het wijdverbreide en veelvuldig geobserveerde fenomeen dat in een welvaartsstaat de middenklasse meer vruchten plukt van sociale voordelen en diensten (zoals gezondheidszorg en degelijk onderwijs) dan de sociaal zwakkeren en armen, voor wie ze van levensbelang zijn. Deleeck uitte daarmee wetenschappelijke kritiek op de werking van herverdelingsmechanismen “die maken dat de voordelen van het sociaal beleid, verhoudingsgewijze méér toevloeien aan de hogere sociale groepen dan aan de lagere.” Deleeck startte ook het Centrum voor Sociaal Beleid aan de Universiteit Antwerpen, dat vandaag geleid wordt door professor Ive Marx.
Auteur: Jan Deceunynck | Afbeelding: Wouter Van Vooren