Dat ACV Puls volop inzet op #TijdVoorTijd had je als aandachtige lezer van dit magazine ongetwijfeld al begrepen. Ook in de besprekingen over sectorakkoorden trokken we de voorbije maanden die kaart. We vroegen onze onderhandelaars om even toe te lichten hoe ‘tijd’ als een rode draad door het overleg over jouw arbeidsvoorwaarden loopt.
Tijd in de non-profit
“In de non-profit werken we al heel lang rond dat thema,” legt algemeen sectorcoördinator Olivier Remy uit. Anders dan in andere sectoren worden in de non-profit geen tweejaarlijkse sectoronderhandelingen gevoerd, maar worden de loon- en arbeidsvoorwaarden vastgelegd in besprekingen voor meerjarenakkoorden waarin ook de subsidiërende overheid mee aan tafel zit. “De voorbije twintig jaar hebben we in dat overleg heel wat akkoorden gesloten waarin ‘tijd’ centraal stond,” gaat hij verder. “Denk maar aan de eindeloopbaandagen voor werknemers vanaf 45 jaar. Die zijn broodnodig om mensen op een werkbare manier langer aan de slag te houden. Maar ook onze voortdurende strijd voor meer handen op de werkvloer past in dat kader. Werknemers in de zorg willen tijd om hun job echt kwalitatief te kunnen uitvoeren. De tijd om voor patiënten en bewoners te kunnen zorgen staat meer en meer onder druk. Dat vinden meestal ook de werkgevers, maar aan ‘voldoende tijd’ hangt natuurlijk ook een kostenplaatje. Die centenkwestie leidt vaak tot moeilijke discussies, want geld is er altijd te weinig. Door de coronapandemie leek er plots wel wat meer marge, maar intussen houdt de overheid de touwtjes van de begroting terug veel strakker in handen. De druk op ‘tijd’ wordt dus terug groter.”
“Tijd loopt als rode draad doorheen de sectorakkoorden”
Tijd in de retail
Een ander aspect van tijd heeft te maken met uurroosters. Tijdig weten wanneer je moet werken, is een essentiële voorwaarden om de balans tussen werk en privé in evenwicht te houden. Dat geldt in de non-profit waarover in de voorbije jaren goede collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) zijn afgesloten, maar zeker ook in de retailsector, weet algemeen sectorcoördinator Kristel Van Damme. “Nog te vaak wordt er op de valreep geschoven met uurschema’s, waardoor het onmogelijk is om je privétijd in te plannen. Dat leidt tot veel ergernis bij de betrokken winkelmedewerkers. Dus daar willen we betere afspraken over.” Maar ‘tijd’ heeft in de retail te maken met nog veel meer. “Denk maar aan zondag- een weekendwerk en korte contractjes voor een paar uurtjes per dag. Daarover willen we duidelijke sectorale afspraken. Winkelmedewerkers willen niet aan een kapstokje hangen om op alle mogelijke en onmogelijke momenten worden opgeroepen. Ze hebben recht op tijd voor hun privéleven. Dat wordt steeds moeilijker door alle flexibiliteit die van hen geëist wordt.” Omwille van het Delhaizedossier zijn de besprekingen over een sectorakkoord in de retail nog niet rond, maar er ligt duidelijk genoeg stof op tafel voor stevige besprekingen, waarvan ‘tijd’ een belangrijk onderdeel is.
“Tijdig weten wanneer je moet werken, is een essentiële voorwaarde om de balans tussen werk en privé in evenwicht te houden”
Tijd in de dienstensector
In de diensten- en financiële sectoren is er nog niet in alle sectoren een akkoord uit de bus gekomen. “De onderhandelingen zijn in nog volop aan de gang,” aldus algemeen sectorcoördinator Elke Maes. Maar in de besprekingen en akkoorden is ‘tijd’ een belangrijk aandachtspunt, dat op uiteenlopende manieren ingevuld wordt. “In nogal wat sectoren hebben we uitgebreid ingezet op tijd voor vorming. Om bij te blijven en je kansen op de arbeidsmarkt te vrijwaren, is opleiding in die sectoren onmisbaar. Daarom hebben we het vormingsrecht maximaal uitgebreid,” legt Elke Maes uit. Maar ook op andere manieren zit ‘tijd’ in deze zeer diverse sector sterk verweven in de akkoorden. “In alle sectoren waar al akkoorden bestonden over landingsbanen konden we de leeftijd waarop je daarvoor in aanmerking komt, verlagen. Dat betekent een flinke stap vooruit voor oudere werknemers. En zo maken we ‘langer werken’ in de praktijk haalbaar. In de luchtvaartsector en bij de begrafenisondernemers zijn er daar bovenop ook nog afspraken gemaakt over bijkomende anciënniteitsdagen om de werkbaarheid te vergroten.” In heel wat sectorakkoorden worden bedrijven ook opgeroepen om op bedrijfsvlak afspraken te maken over telewerk. “Het is soms moeilijk om afspraken te maken voor een hele sector, omdat de realiteit in de bedrijven vaak heel verschillend is. Maar in de bedrijfsonderhandelingen, die na afloop van de sectorbesprekingen van start gaan, komen we daar zeker op terug.”
Meer weten over het congres van ACV Puls? www.hetacv.be/tijdvoortijd
Auteur: Jan Deceunynck