Burn-out, langdurig zieken en steeds meer mensen die deeltijds beginnen werken. Wordt een vier vijfde werkweek het nieuwe normaal? De tijd zal het uitwijzen. Sociologe Francisca Mullens van de Vrije Universiteit Brussel volgt de evoluties op de voet. We spraken haar over de voor- en nadelen van een kortere werkweek. #tijdvoortijd
Is vermindering van de arbeidsduur een goeie zaak, gelet op de werkdruk?
Mullens: “Het hangt ervan af hoe en waarom je de arbeidsduur vermindert. In het Verenigd Koninkrijk pusht de organisatie 4 Day Week Global heel wat experimenten die het 100-80-100 principe volgen: de werknemer krijgt een volledig loon voor vier vijfde te werken, maar moet wel evenveel werk gedaan krijgen als bij een voltijdse baan. Dat kan extra stress genereren. Er zijn echter ook situaties waarin organisaties zich aanpassen om efficiënter te werken. Vrouwenbeweging Femma heeft tijdens een experiment met de vierdagenweek workflows herdacht, extra mensen aangeworven en is begonnen met bepaalde taken te outsourcen. De uren die ze geminderd hebben, noemen ze ‘minuren’. Daarvan hebben ze 70 procent vervangen. Die andere 30 procent hebben ze opgelost via herdenking van de organisatie, bijvoorbeeld door minder te vergaderen.”
Wat dus productiever is.
Mullens: “Klopt! Je moet als organisatie natuurlijk wel opletten dat je niet begint te knippen in de sociale contacten. Als je bijvoorbeeld pauzes wegknipt, valt het sociaal contact weg. Dat is slecht voor het individueel welzijn én de informatiedoorstroming, want mensen leren veel aan de koffiemachine. En als werknemers te gefocust zijn door de hoge werkdruk, ervaren ze ook minder ‘witruimte’ of slack time: de tijd waarin je niet met dringende zaken bezig bent en bij wijze van spreken uit je raam staart, maar eigenlijk strategisch kan nadenken over langetermijndoelstellingen. Maar je kan dat natuurlijk als leiding oplossen door bijvoorbeeld pauzemomenten te formaliseren.”
“Femma besloot in te zetten op meer zelfsturende teams met interne charters, met duidelijke afspraken over connectiviteit, gezamenlijke kantoormomenten, wie wanneer beschikbaar is of net niet, enzovoort. Als mensen korter beginnen te werken, is niet iedereen altijd op dezelfde momenten beschikbaar. Het is belangrijk te zorgen dat vrije tijd effectief ‘vrij’ is. Een werknemers die op een vrije maandag heel de tijd meldingen op de gsm krijgt, is niet echt losgekoppeld van het werk.”
“We zijn meer dan ons werk”
Wat met het effect op de werk-privébalans?
Mullens: “We zijn meer dan ons werk, en onze samenleving is eigenlijk op veel vlakken niet goed ingericht voor voltijds werkenden. Denk bijvoorbeeld aan alle uitdagingen voor tweeverdieners met kinderen. Kinderopvang en vakanties, het einde van de schooluren die niet stroken met de werkuren, enzovoort. Thuiswerk biedt al een oplossing, maar vier vijfde zou nog beter zijn. Er wordt in debatten over arbeidsduurvermindering vaak erg gefocust op de arbeidsdruk, maar de balans werk-privé wordt soms uit het oog verloren.”
Moet de keuze voor een kortere werkweek aan het individu gelaten worden?
Mullens: “Als socioloog pleit ik voor collectieve verandering. Je kan er nu individueel vaak al voor kiezen om minder te gaan werken, maar je ziet de negatieve impact op gendergelijkheid. Vrouwen die deeltijds gaan werken om voor hun kinderen te zorgen, missen veel promotiekansen. Let op, dat betekent niet dat mensen geen overuren meer zouden mogen doen, dat gebeurt nu ook al. Maar we moeten collectief de switch maken naar een ‘nieuw normaal’. We vinden het als maatschappij normaal dat werknemers altijd maar meer geld verdienen, maar we vinden het nog altijd wat abnormaal dat iedereen minder begint te werken. Dat is toch vreemd?”
“Ik herinner me gesprekken met havenarbeiders die geen extra vrije tijd wilden, maar hogere verloning. Op individueel vlak is dat compleet begrijpelijk, maar als socioloog kijk je naar structuren. De meeste van die mannen waren getrouwd en hadden vrouwen die deeltijds werkten om voor de kinderen te zorgen.”
Collectieve arbeidstijdvermindering, met collectief behoud van loon?
Mullens: “Ja! Want anders kunnen geprivilegieerde groepen minder beginnen werken, terwijl de minder rijke bevolkingsgroepen achterblijven. Dat willen we niet.”
Auteur: Max De Boeck | Illustratie: Davien Dierickx