Sinds 1 februari van dit jaar zijn de regels rond tijdskrediet aanzienlijk verstrengd. Vooral rond de uitsluiting van het recht op uitkeringen voor deeltijdse werknemers was er heel wat te doen. Wat heeft de regering nu uiteindelijk beslist?
Vooraf een belangrijke verduidelijking: de wijzigingen gaan enkel over het recht op uitkeringen, niet over het recht op tijdskrediet zelf. Dat laatste wordt namelijk geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) die werd afgesloten tussen vakbonden en werkgevers. Deze cao (nr. 103) wordt niet gewijzigd. Je kan dus nog altijd tijdskrediet opnemen zoals vóór februari 2023, maar dan zonder uitkering (en dus ook zonder gelijkstelling voor bijvoorbeeld je pensioen).
Je zal als deeltijdse werknemer geen uitkering meer ontvangen wanneer je halftijds tijdskrediet opneemt. Sinds februari hebben enkel werknemers die al minstens twaalf maanden voltijds werken nog recht op een uitkering voor halftijds tijdskrediet ‘met motief’, zoals bv. om voor je kinderen te zorgen.
Wanneer je al minstens twee jaar deeltijds werkt bij je werkgever zal je wel nog uitkeringen ontvangen als je voltijds tijdskrediet met motief opneemt. Dat recht wordt wel beperkt tot 48 maanden (i.p.v. 51 maanden vroeger), en het tijdskrediet moet ingaan vooraleer je kind vijf jaar is. Vanaf juni 2023 zal je zelfs drie jaar anciënniteit moeten hebben bij je werkgever om nog recht te hebben op een uitkering voor tijdskrediet voor kinderzorg.
Samengevat: als deeltijds werknemer kan je sinds februari dus enkel nog voltijds tijdskrediet mét uitkeringen opnemen om voor je kind te zorgen.
Wordt je kind binnenkort vijf jaar, of heb je nog geen drie jaar anciënniteit bij je werkgever, stel dan je aanvraag voor voltijds tijdskrediet met motief niet langer uit. Contacteer de ACV Puls-medewerkers in je buurt voor meer info.