Leven zonder index als reddingsvest

De automatische indexering van de lonen in ons land heeft het voorbije jaar de scherpste randjes van de inflatie afgevijld. Nu in januari eindelijk ook de indexering voor de laatste werknemersgroepen en sectoren eraan komt, is de koopkracht voor iedereen enigszins gecompenseerd.

Voor iedereen? Helaas niet. Er zijn nog altijd werknemers van wie het loon niet wordt geïndexeerd omdat ze in een sector werken waar geen afspraken over de indexering zijn gemaakt. Een voorbeeld is José Suarez. Hij werkt in Brussel als bediende voor de Spaanse ambassade. En die weigert botweg zijn loon te indexeren.

Bevroren

“In 2009 heeft mijn werkgever mijn loon bevroren. Dat betekent dat ik ook geen indexaanpassingen meer krijg, hoewel dat wel verplicht is volgens de afspraken in PC 337 dat bevoegd is voor de ambassades. Het enige wat ik de voorbije veertien jaar heb gekregen is een kleine loonsverhoging in 2019. Toen kreeg ik 3,2% opslag. Maar alles bij elkaar is mijn koopkracht sinds 2009 met zowat 30% gedaald.”

“Het water staat me aan de lippen”

 

Met stijgende verbetenheid heeft José de voorbije jaren op alle mogelijk manieren geprobeerd zijn werkgever te overtuigen. Maar voorlopig zonder resultaat. “Ik heb aangeklopt bij het ministerie waar ik voor werk en bij een soort Spaanse Commissie voor goede diensten. Maar er verandert niks. Ik ben intussen ook ACV-lid. En ik voel daar veel goede wil, ze werken ook samen met de Spaanse vakbonden. Maar ook zij krijgen weinig beweging in het dossier. Ik heb nu contact gezocht met collega’s in andere landen en samen hebben we een eisenpakket opgesteld. Maar eerlijk, ik word er een beetje moedeloos van.”

Indexklever

“Misschien moet ik me ook eens vastkleven aan een schilderij. Na de klimaatklevers moet ik misschien een ‘indexklever’ worden,” grapt hij. Maar echt vrolijk is hij niet. “Ik doe mijn werk al meer dan 30 jaar heel graag. En ook goed. In 2000 kreeg ik zelfs nog een ereteken voor mijn goede diensten aan het vaderland. Maar de index gunnen ze me niet.”

“Mijn koopkracht is gedaald met 30%. Ik moet steeds meer mijn reserves aanspreken om niet te verdrinken.”

 

“De index is voor mij als een reddingsvest. Het water rondom mij stijgt. Het komt me steeds meer aan de lippen. Mijn koopkracht is gedaald met 30%. Ik moet steeds meer mijn reserves aanspreken om niet te verdrinken. Ik heb al bijverdiensten gezocht, maar dat is niet eenvoudig. Want mijn werk bij de ambassade is best wel veel. Soms ben ik zelfs zes dagen per week bezig. Dan is het moeilijk om er nog iets bij te nemen. Ik wil gewoon dat mijn loon geïndexeerd wordt. Je weet pas hoe belangrijk de index is als je hem niét krijgt.”

Auteur: Jan Deceunynck | Afbeelding: Daniël Rys