“Meer dan de helft van de winkelbedienden staan op het einde van de maand in het rood op de bankrekening. En maar liefst 75% maakt zich grote zorgen over hun koopkracht,” aldus Kristel van Damme van ACV Puls. Het zijn de meest opvallende cijfers uit een grote koopkrachtenquête die de vakbond bij het winkelpersoneel afnam.
“Dat meer dan de helft van de winkelbedienden al een tweede job heeft of dit overweegt, zou echt niet mogen. Het contrast met twee jaar geleden kan haast niet groter zijn. Toen waren de winkelbedienden nog de ‘grote helden’ van de coronacrisis. Ze hielden ons land mee draaiende in volle lockdown. Is dit dan de bedanking?”
Ook opvallend: omdat meer dan 50% van de winkelbedienden in het rood gaat op de rekening, wordt de spaarrekening aangeschreven of de partner gevraagd om bij te leggen. “Maar ook dat is een eindig verhaal, geld raakt op. En voor alleenstaanden is dit nog schrijnender. Zo gaan we in speltempo naar de working poor: mensen met meerdere jobs die toch in armoede leven. Daar zullen we als vakbond nooit mee akkoord gaan.”
Winkelbedienden proberen te besparen op energie, nieuwe kledij en voeding, maar ook doktersbezoeken worden uitgesteld. Ook dat laatste baart grote zorgen. “We hebben tijdens de coronacrisis gezien waartoe dit kan leiden,” weet Van Damme.
Oplossingen
De ondervraagden zien een maximumfactuur voor energie, zoals bijvoorbeeld in het VK, als oplossing. Op dit moment is er daarover binnen Europa nog geen eensgezindheid. Ook de contracten moeten volgens het winkelpersoneel worden aangepast: wie in de retail werkt, kan in de meeste winkels pas na twee jaar een vast contract krijgen.
“Je kan niet spreken over krapte op de arbeidsmarkt als je mensen pas na twee jaar een vast contract wil aanbieden,” stelt Van Damme. “Mensen verdienen zekerheid en willen een toekomst opbouwen. Zonder vast contract kan je bijvoorbeeld geen lening krijgen bij een bank of zelfs moeilijk huren. Waarom zouden mensen dan bij jou willen werken? Sneller een vast contract aanbieden kan hierbij dus helpen. We reiken de hand naar werkgeversfederatie Comeos om samen naar oplossingen te zoeken.”