Verzekeraars door rechtbank teruggefloten

Het zal je maar overkomen. Je bent langdurig ziek wegens een burn-out en valt terug op een beperkte ziekte-uitkering van de sociale zekerheid. Geen probleem, via je werkgever ben je aangesloten bij een collectieve verzekering ‘gewaarborgd inkomen’.

Je rekent erop dat je ziekte-uitkering door de verzekeraar aangevuld wordt met de voorziene rente. Groot is je verbazing als je van de verzekeraar het bericht krijgt dat de uitkering wordt stopgezet. Voor psychische ziekten blijkt deze beperkt te zijn in de tijd. Had je daarentegen een beenbreuk, dan zou de verzekeraar gewoon verder betaald hebben. Een financiële tegenslag, terwijl je ervan uitging dat je goed verzekerd was.

 

“Psychische ziekten moeten door de verzekering op eenzelfde manier behandeld worden als fysieke aandoeningen.”

 

Wie de kleine letters van verzekeringspolissen onder de loep neemt, stelt vast dat psychische ziekten zoals burn-out, fibromyalgie, CVS… vaak uitgesloten worden uit de waarborg. Andere verzekeraars rekenen hiervoor een extra premie aan, koppelen de waarborg aan een langere wachttijd of beperken de tussenkomst in de tijd. Sommigen maken de uitkering afhankelijk van een door de verzekeraar georganiseerd re-integratietraject. Deze beperkingen gelden niet voor fysieke ziekten zoals een hernia.

Discriminatie

Een verschil in behandeling tussen fysieke en psychische aandoeningen is discriminatoir, oordeelde de rechtbank van Antwerpen, afdeling Mechelen, in een vonnis dat dateert van januari 2022, maar pas later bekend raakte. Deze uitspraak stemt ACV Puls optimistisch. Eindelijk zullen mensen met psychische ziekten door de verzekering op eenzelfde manier behandeld worden als zieken met een fysieke aandoening.

Helaas moeten we ons optimisme wat temperen. De verzekeraar heeft zich in deze zaak namelijk zeer zwak verdedigd. Hij baseerde zich op de contractvrijheid en op het feit dat zo’n onderscheid gebruikelijk is in verzekeringen – kortom, dat er nu eenmaal verschillen zijn tussen beide categorieën aandoeningen. Dergelijke argumentatie doorstaat de toets met de antidiscriminatiewet niet, aldus de rechtbank. Deze wet verbiedt onder meer een discriminatie op grond van de gezondheidstoestand.

Mag dan geen enkel onderscheid gemaakt worden? Toch wel. Maar dan moet men bewijzen dat het onderscheid objectief en redelijk gerechtvaardigd is en dat het een legitiem doel dient. Dat bewijs leverde de verzekeraar in dit geval niet.

Objectiveren

In de praktijk verantwoorden de verzekeraars het onderscheid tussen beide soorten ziekten helaas vaak door te stellen dat psychische aandoeningen moeilijk te objectiveren zijn en dus moelijker te controleren, wat onzekerheid geeft over de betaalbaarheid van de verzekering. Sommigen maken daarom in hun polis het onderscheid tussen objectiveerbare en niet-objectiveerbare ziekten. Een aantal psychische ziekten zouden op deze manier wel objectief vast te stellen zijn (bv. een psychose) en op dezelfde manier verzekerd worden als een fysieke ziekte. Of de rechter dan tot dezelfde conclusie zou gekomen zijn, weten we niet. Deze argumentatie werd immers niet opgeworpen. Toch blijkt dat in de medische wereld vandaag zo’n onderscheid evenmin overeind blijft. Bepaalde wetenschappelijke methodes zijn immers in staat om niet-zichtbare aandoeningen toch te objectiveren.

Tegen dit vonnis werd door de verzekeraar beroep aangetekend. We hopen dat de rechter in beroep tot dezelfde conclusie komt als de rechtbank van Antwerpen. Mensen met psychische aandoeningen moeten op dezelfde behandeling kunnen rekenen als iemand die geplaagd gaat door een hernia. Maar het zou nog beter zijn dat de wetgever komaf maakt met dit onderscheid. In Nederland is dit al bij wet verboden. Waar blijft onze wetgever? Het zou zieken met psychische aandoeningen op dat vlak al minder kopzorgen geven.

Auteur: Chris Van Zeghbroeck | Illustratie: Davien Dierickx