Koeriersbedrijven GLS en PostNL in de beklaagdenbank
Vorige maand startte in Mechelen een strafzaak tegen PostNL en GLS, twee koeriersbedrijven die ervan beschuldigd worden via schijnzelfstandige ‘onderaannemers’ de arbeidsrechten uit te hollen en andere bedrijven in de sector oneerlijke concurrentie aan te doen. De zaak volgt op onderzoek van verschillende inspectiediensten. De rechtbank vond daarin voldoende argumenten om op te treden.
Voor alle duidelijkheid: PostNL en GLS zijn nog niet veroordeeld en dus voorlopig nog onschuldig. Maar als vakbond botsten we op verhalen waar je oren gaan van flapperen.
Piramide
PostNL, DPD en GLS hebben in België officieel geen werknemers op de baan. Ze werken met een piramide van zelfstandige ‘onderaannemers’. Kwetsbare mensen werken zich onderaan de ziel uit het lijf, met hooguit de hoop om zich te kunnen opwerken in de piramide. Hoe ‘zelfstandig’ ze zijn, is duidelijk. De onderaannemers en hun werknemers (of onderaannemers) worden behoorlijk door de koeriersbedrijven aangestuurd. Zo moeten alle chauffeurs die voor PostNL de baan opgaan, eerst een test afleggen en door PostNL goedgekeurd worden. Ze moeten ook bij PostNL een uniform aankopen en hun eigen wagen van PostNL-stickers voorzien. PostNL bepaalt de begin- en eindtijden van de chauffeurs en heeft de hand in de verlofregeling. Ze kunnen chauffeurs aanspreken op fouten en aansturen op ontslag van chauffeurs. Hoezo, PostNL is niet de werkgever?
Dienstverleningsovereenkomst
De reden van de aanpak ligt voor de hand. PostNL, GLS en DPD hoeven op die manier geen rekening te houden met wettelijke bepalingen over arbeidstijd en minimumloon. Er zijn geen cao’s en geen vakbonden die toezicht kunnen houden op de naleving van de wet. Ze betalen geen RSZ-bijdragen, moeten geen vakantie voorzien, zijn niet verantwoordelijk voor arbeidsongevallen, moeten geen bestelwagens kopen of leasen en lopen niet het risico dat hun ‘personeel’ ziek uitvalt. Ze hebben namelijk een waterdichte ‘dienstverleningsovereenkomst’ met de zogenaamde onderaannemers. De rit moet gereden worden. Maar al die inzet levert nooit zekerheid op. Routes of opdrachten kunnen zonder al te veel plichtplegingen stopgezet worden. En dan is er niets meer.
Uitbuiting
Het gevolg is dat onderaan de piramide mensen als ‘zelfstandige’ lange dagen rondrijden tegen lage lonen en zonder veel rechten of bescherming. Een chauffeur betaalde aan de onderaannemer ‘boven’ hem 1.000 euro per maand voor huur en verzekering van een bestelwagen. Maar hij moest wel zelf opdraaien voor de kosten ingeval van schade, terwijl zijn opdrachtgever daar door de verzekering voor vergoed werd. Hij had ook eens overwogen om een personeelslid aan te werven, maar dat was onbetaalbaar door de krappe vergoeding. Dus kwam er een nieuwe onderaannemer. Een andere onderaannemer werd onder druk gezet om werknemers of nieuwe onderaannemers aan te trekken. Anders zou het contract stopgezet worden. Nog een andere schakelde haar invalide echtgenoot en een gepensioneerde vriend in om onbetaald mee te werken.
Rechten verbeteren
Voor de Sociale Inspectie is het duidelijk: dit gaat niet over zelfstandigen, maar om uitbuiting van schijnzelfstandige werknemers en hun omgeving. En daarom werd de rechter ingeschakeld. Ook ACV Puls meldde zich als burgerlijke partij. Vakbondssecretaris Kris Vanden Bossche volgt voor ACV Puls al geruime tijd de sector op en kent de problemen. “We willen deze zaak aangrijpen om de rechten te verbeteren van deze ‘werknemers’ – want laat ons eerlijk zijn, zelfstandig zijn ze echt niet. De trend om van werknemers ‘zelfstandigen’ te maken, heeft maar één doel: winstbejag. Minder kosten, minder verantwoordelijkheid en meer mogelijkheden om druk uit te oefenen op de prestaties. En dat dan ook nog eens op de kap van de sociale zekerheid. Nee, dat is heel wat bruggen te ver.”
“In een sector die wordt gekenmerkt door een hoge concurrentie en kleine winstmarges zorgen deze praktijken niet alleen voor concurrentievervalsing, ze zorgen er ook voor dat koeriersbedrijven die wel willen inzetten op eigen chauffeurs, en dus op kwalitatieve arbeid, in het defensief worden gedwongen. Bij deze bedrijven komen de bestaande akkoorden over de verhouding interne chauffeurs en hun voorwaarden onder druk te staan. De pakjessector zal de komende jaren alleen nog maar groeien. Het wordt dus hoog tijd dat we als samenleving nadenken hoe we deze jobs willen vormgeven. Kiezen we voor een nieuwe lading werkende armen of zetten we in op kwaliteitsvolle jobs voor meestal kortgeschoolde werknemers?”