Veel kledij die bij ons in de winkelrekken hangt, wordt gemaakt door Cambodjaanse textielarbeidsters. Het coronavirus treft ook hen. Niet alleen lopen ze het risico ziek te worden. Maar doordat de consumptie in Europa en de VS stilgevallen is, verliezen ze vaak hun job en hun volledige gezinsinkomen. De kledingmerken moeten een bijdrage leveren aan de uitkering van kledingarbeiders, vindt C.CAWDU, de Cambodjaanse kledingvakbond en partner van ACV. Bovenop de coronacrisis zijn ook de lonen te laag. Vakbonden vroegen omwille van de sterk stijgende voedingsprijzen sinds de pandemie een verhoging tot minimaal 170,5 euro per maand, maar werkgevers wilden een verlaging tot 145 euro. De overheid maakte er 162 euro van omwille van de negatieve economische groei en loonbevriezingen in Vietnam en Bangladesh – een bittere pil voor de textielwerkneemsters. Intussen worden vakbonden in het land gemuilkorfd. In juni werden 11 vakbondsvertegenwoordigers bij Greenfield Industries ontslagen omdat ze zogezegd niet goed presteerden. Anderen werden onder druk gezet om hun lidmaatschap op te zeggen.
- Federgon krijgt citroenprijs van ACV
- Europese Commissie komt met voorstel over invoering minimumloon