Nu de lockdown achter de rug is, wil je werkgever zo snel mogelijk terugkeren naar het normale werkritme. Om de doorstart van de activiteiten niet al te veel in het gedrang te brengen, vraagt hij jou om deze zomer geen vakantie op te nemen, maar om de opname van je vakantiedagen uit te stellen naar het najaar.
Akkoord tussen werkgever en werknemer
Behalve wanneer binnen de sector of op ondernemingsvlak collectieve vakantiedagen werden vastgelegd, gebeurt de opname van vakantiedagen bij individueel akkoord tussen werkgever en werknemer.
In het arbeidsreglement vind je normaal de nadere regels terug voor de aanvraag en goedkeuring van vakantiedagen.
Vakantie is reeds aangevraagd en goedgekeurd
Indien je vakantiedagen voor de zomermaanden reeds zijn aangevraagd en goedgekeurd, dan bestaat er een akkoord tussen jou en je werkgever. Je werkgever is hierdoor gebonden en kan er niet eenzijdig op terugkomen. Je werkgever kan het reeds goedgekeurde verlof dus niet eenzijdig herroepen. Dit kan enkel met jouw toestemming. Enkel indien je zelf hiermee akkoord gaat, kan je verlof worden uitgesteld.
Vakantie is nog niet aangevraagd en goedgekeurd
Indien je vakantie voor de zomermaanden nog niet is aangevraagd en goedgekeurd, dan is er geen akkoord tussen jou en je werkgever omtrent de opname van je vakantiedagen. Indien je werkgever zijn akkoord (nog) niet heeft gegeven, dan kan je je vakantie ook niet eenzijdig opnemen. Je riskeert dan ongerechtvaardigd afwezig te zijn.
Heb je dan helemaal geen recht op vakantie tijdens de zomer?
Allereerst is het aan te raden om het arbeidsreglement te consulteren. Daarin kunnen de nadere regels worden vastgelegd voor de opname van vakantiedagen.
Sowieso waarborgt ook het Vakantiebesluit volgende principes inzake de opname van vakantiedagen:
- Vakantie moet toegekend worden vóór 31 december van het vakantiejaar. Vakantiedagen mogen dus in principe niet worden overgedragen naar het volgende kalenderjaar;
- Een ononderbroken vakantieperiode van 1 week moet in ieder geval gewaarborgd worden;
- Voor werknemers met schoolgaande kinderen wordt de vakantie bij voorkeur toegekend tijdens de schoolvakantie;
- Tenzij de werknemer het anders vraagt, moet tussen 1 mei en 31 oktober:
– Een ononderbroken vakantieperiode van 3 weken gewaarborgd worden voor de werknemers jonger dan 18 jaar;
– Een ononderbroken vakantieperiode van 2 weken gewaarborgd worden voor de andere werknemers.