Vakbond stak een serieuze tand bij in kader van de coronacrisis
De coronacrisis heeft er stevig ingehakt. Meer dan één miljoen Belgische werknemers werd tijdelijk werkloos. En voor een heel pak anderen werd het een periode van veel méér werk of anders werken dan gewoonlijk. Geen wonder dat de vakbond werd overstelpt met vragen van al die mensen die op één of andere manier getroffen werden door de coronacrisis.
SABINE werkt als juridische dienstverlener bij ACV Puls in Oost-Vlaanderen. Ook daar was het een heksenketel. “Het was alle hens aan dek”, vertelt ze. “Vooral de ACV-dienstencentra werden overspoeld, dus werden we gevraagd om – van thuis uit – mee de contactcenters te versterken. In een eerste fase kregen we massaal vragen van leden die hun dossier voor tijdelijke werkloosheid in orde wilden brengen, of liever: die wilden navragen of het in orde was. Ze hadden het online geregeld, maar bleven dan toch met de vraag zitten of ze het juist hadden gedaan en of het allemaal in orde was. Meestal was inderdaad alles prima in orde en konden we hen meteen geruststellen. Daarna kwamen dan de vragen wanneer de uitkering zou worden uitbetaald. Dat konden wij niet altijd zien. En dat was wel frustrerend. Maar ondertussen lukt dat wel, en kan ik de mensen al weer zelf een stapje voort helpen zonder dat ik ze moet doorverwijzen. Da’s wel fijn.”
Druk, maar een goede ervaring
Voor Sabine was het alleszins wel een goede ervaring. “Druk, dat wel. Maar de mensen waren vriendelijk en begrepen dat dit ook voor ons een speciale situatie was en dat niet alles meteen kon of dat er nog onduidelijkheden waren. Maar als we hen dan konden verzekeren dat hun dossier in orde was en dat de rest wel zou volgen, waren ze echt wel tevreden. Meestal kregen we dezelfde vragen, dus daar konden we gauw op antwoorden. Da’s wel eens wat anders in mijn ‘gewone’ job – die natuurlijk ook nog altijd doorloopt. Als medewerker van de juridische dienst krijg ik meestal veel complexere dingen op mijn bord. Dus deed het wel eens deugd om betrekkelijk eenvoudige vragen te krijgen, maar die voor de leden wel degelijk heel belangrijk zijn. Want die werkloosheidsuitkering is natuurlijk echt wel van belang.”
KAÏN begon begin dit jaar op de juridische dienst in Mechelen. “Het is hier altijd druk, maar nu nog meer”, legt hij uit. “En als je de verhalen van de leden hoort, die echt wel in de knoei geraken door hun tijdelijke werkloosheid, dan steek je graag een tandje bij om hun dossier zo vlug mogelijk rond te krijgen. Onze leden apprecieerden dat ook. Ik heb dikwijls telefoon gekregen van leden die eerst nogal in paniek waren, of zelfs boos als gevolg van de coronacrisis. Maar na een gesprek waren ze meestal wel gerustgesteld. Het zou wel in orde komen. Dat was fijn om te ervaren. Ook bij mijn collega’s voelde ik een groot samenhorigheidsgevoel. Zo van, ‘komaan, we staan samen voor de storm, maar we slaan ons er wel door’. We moeten onze rol niet overschatten. Wij zijn minder cruciaal dan bijvoorbeeld de werknemers in ziekenhuizen en woonzorgcentra. Maar we moeten er in deze tijden wel extra zijn voor onze leden. Die extra inspanning neem ik er dan graag bij”.
Misbruiken door werkgevers
Nogal wat vragen die Kaïn kreeg, gingen over werkgevers die de coronamaatregelen niet goed naleefden. “Soms omdat er geen rekening werd gehouden met de ‘sociale afstand’, maar nog vaker omdat werknemers tijdelijk werkloos werden gemaakt terwijl er werk genoeg was. Soms kregen ze nadrukkelijk de vraag om tijdens die werkloosheid toch te blijven doorwerken. En sommige zieken werden als tijdelijke werklozen opgeschreven omdat dat de werkgever minder kost. Ik begrijp wel dat het voor nogal wat bedrijven óók soms wat improviseren is om deze ongekende noodsituatie aan te kunnen. Maar dan nog zijn er spelregels die horen te worden gevolgd. In de grote ondernemingen valt het nogal mee, maar in KMO’s wordt soms toch wel misbruik gemaakt van de situatie. Een bouwbedrijf waar de arbeiders volop aan het werk blijven maar de bedienden tijdelijk werkloos worden, terwijl ook zij handenvol werk hebben, dat lijkt meer op een besparingsoperatie op kap van de maatschappij dan op effectieve tijdelijke werkloosheid door overmacht. En dat hebben we helaas ook vaak gezien in deze crisis”.