Je werkgever heeft op de werkvloer camera’s laten hangen. Mag dat zomaar?
Het recht op privacy staat in de Grondwet en in mensenrechtenverdragen. Je werkgever moet ook op de werkvloer je persoonlijke levenssfeer respecteren.
Maar dit recht is niet absoluut. Het staat tegenover de gerechtvaardigde belangen van de werkgever: de goede werking van het bedrijf. Soms is het dus mogelijk om camera’s te installeren. De sociale partners regelden dit in cao nr. 68.
Wie camera’s wil hangen, moet dit doen met een legitiem doel. Dat kan alleen gaan over:
- veiligheid en gezondheid;
- bescherming van goederen van de onderneming;
- controle van het productieproces (machines & werknemers)
- controle van het werk van de werknemer.
De werkgever moet de doelstelling(en) van de camerabewaking helder omschrijven. Als camera’s dienen om het werk te controleren, is dit alleen tijdelijk toegestaan.
De camera’s mogen niet worden gebruikt op een manier die onverenigbaar is met de omschreven doelstellingen. De ‘bewaking’ mag niet overmatig zijn en niet leiden tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer. Hoe dan ook moet de inmenging minimaal zijn.
De ondernemingsraad moet worden ingelicht over alle aspecten van de camerabewaking. Als er geen ondernemingsraad is, moet het preventiecomité (CPBW) worden geïnformeerd. Is er geen comité, dan is het iets voor de vakbondsafvaardiging. En als er geen afvaardiging is, dan moet de informatie gaan naar de werknemers. De regels rond camerabewaking moeten ook in het arbeidsreglement worden opgenomen.
Kan de bewaking gevolgen hebben voor de persoonlijke levenssfeer van één of meer werknemers? Dan onderzoekt het bevoegde orgaan welke maatregelen nodig zijn om de inmenging in de persoonlijke levenssfeer te minimaliseren.
Wil de werkgever beelden een tijdlang bewaren? Dan moet hij de spelregels volgen rond de verwerking van persoonsgegevens (GDPR). De werknemer heeft onder andere het recht om die beelden te bekijken.
Soms gebruikt een werkgever beelden tegen een werknemer, bijvoorbeeld bij een ontslag om dringende reden. Als de beelden zijn gemaakt zonder de regels na te leven, zijn ze onrechtmatig verkregen bewijs. Almaar vaker aanvaarden rechters toch om beelden in zo’n geval te laten gebruiken.