Het Netwerk tegen Armoede pleit ervoor om een maximumfactuur in te voeren in het secundair onderwijs. In het basisonderwijs is er al langer een maximumfactuur. Het probleem van betaalbaarheid stelt zich daardoor minder op basisscholen, maar wel steeds vaker in het secundair onderwijs. De kosten daar lopen sterk uit elkaar en zijn schoolafhankelijk, maar vanaf het 3de leerjaar ook afhankelijk van de studierichting.
De resultaten van de studiekostenmonitor (eerste graad secundair onderwijs) werden dit voorjaar eindelijk vrijgegeven. Daaruit blijken enorme verschillen tussen scholen in de kosten die ze doorrekenen aan de ouders per schooljaar, zegt het Netwerk tegen Armoede in een persbericht. “Sommige scholen maken duidelijk en effectief werk van kostenbeheersend beleid, maar dat doen ze lang nog niet allemaal. Een maximumfactuur wordt ook door de onderzoekers gezien als een manier om scholen te dwingen hun kostenbeleid onder de loep te nemen. Bovendien is dit een maatregel die alle ouders ten goede komt, en die hen duidelijkheid biedt over de totale kosten van een schooljaar”.
Uiteraard kosten sommige studierichtingen, vanaf de tweede graad dus, meer dan andere. “We pleiten dan ook niet voor één vast bedrag voor alle leerjaren en studierichtingen, maar voor een gedifferentieerde maximumfactuur. In de eerste graad moet één bedrag dan weer wél kunnen volstaan”.
De monitor wees bovendien uit dat er steeds minder leerlingen deelnemen aan meerdaagse uitstappen in de eerste graad. Het Netwerk tegen Armoede pleit ook voor een minder scherpe maximumfactuur als plafond voor uitstappen. Iedere leerling moet de kans krijgen om deel te nemen aan zulke uitstappen.
De petitie over de maximumfactuur kan je hier ondertekenen: www.netwerktegenarmoede.be/petitie. Meer info over de studiekostenmonitor vind je op https://hiva.kuleuven.be/nl/nieuws/docs/sono-2018-ol3-3-1-website.pdf