Linda Polman legt vinger op de wonde in ‘Niemand wil ze hebben’
De vluchtelingen uit het Midden-Oosten, Afrika en andere regio’s stuiten bij een deel van de Europeanen op onverschilligheid, cynisme, angstgevoelens, afkeer. In wezen was dat niet anders toen sommige joden in de jaren 1930 nazi-Duitsland probeerden te ontvluchten. Het ontbreekt nu, net als toen, niet aan ronkende verklaringen en mooie intenties om de vluchtelingenstroom beter te ‘managen’. Maar de praktijk is vaak heel schrijnend. Linda Polman ziet de gelijkenissen tussen toen en nu in haar boek ‘Niemand wil ze hebben’.
“Net als in 1938 voelen mensen dat vluchtelingen niet bij ‘ons’ horen”, schrijft Polman in het voorwoord in haar boek. “Dat leidt in het ergste geval tot vreemdelingenhaat en agressie, maar veel vaker tot desinteresse en gebrek aan empathie”. Het leed van de vluchtelingen blijft voor velen abstract, ook al zien we op tv geregeld hoe er eindeloos wordt gesold met schepen die vluchtelingen oppikken. Slechts weinig Europeanen hebben de smerige detentiekampen langs de grenzen van Europa met eigen ogen gezien. En de vele doden in de Middellandse Zee zien we soms in het tv-journaal, maar daar houdt het ook mee op. Europese politieke leiders noemen detentiekampen ‘hotspots’ en wenden voor dat Europese hulpfondsen daar ‘duurzame oplossingen’ regelen voor personen die beantwoorden aan ‘kwetsbaarheidscriteria’. In de VS is het overigens niet beter. Daar doet Donald Trump alles wat hij kan om vluchtelingen uit Latijns Amerika in een kwaad daglicht te stellen.
Jodenvervolging
Linda Polman begint haar verhaal met een schets van nazi-Duitsland. Het naziregime begon in de jaren 1930 op grote schaal politieke tegenstanders, vrijmetselaars, homoseksuelen en anderen te vervolgen. De grootste vijand werden de joden, die in toenemende mate werden uitgesloten, opgejaagd en vervolgd. Joden die kans zagen om te vluchten, probeerden zich in veiligheid te brengen in andere Europese landen. Maar de rest van Europa rolde zeker niet de rode loper uit en putte zich uit om Hitler-Duitsland vooral niet te krenken. De groei van extreemrechts in diverse landen, waaronder België, was zeker geen hulp.
De Amerikaanse president Roosevelt nam het initiatief om een conferentie te organiseren over opvang voor joodse vluchtelingen. Niet dat de VS zelf stonden te springen om joden op te vangen. De conferentie vond uiteindelijk plaats in 1938, in het Franse Evian. Een hoop landen stuurde afgevaardigden, maar de lamlendigheid droop ervan af. Allemaal hadden ze excuses om weinig of geen vluchtelingen te kunnen opnemen. De conferentie werd een mislukking, en een Duitse nazikrant schreef honend: ‘Niemand wil ze hebben’.
Veelbetekenend was de hopeloze reis van het Duitse passagiersschip St. Louis, dat vooral joodse vluchtelingen aan boord had. Het schip reisde de halve wereld rond. België accepteerde uiteindelijk – met tegenzin – om 250 passagiers op te nemen. Nadien kon een deel van de vluchtelingen ook terecht in Nederland, Frankrijk en het VK. Het doet Polman denken aan de Aquarius en andere ronddobberende reddingsschepen die nu vaak worden weggestuurd door Europese landen aan de Middellandse Zee.
UNHCR
Na de Tweede Wereldoorlog bleven er miljoenen vluchtelingen en ontheemden over in Europa. Zowel joden als andere vluchtelingen. In 1951 werd het VN-vluchtelingenverdrag boven de doopvont gehouden. Er kwam ook een nieuwe organisatie, UNHCR. Aanvankelijk was het de bedoeling dat die slechts drie jaar zou bestaan. Een officiële vluchtelingenstatus werd voorbehouden aan politieke vluchtelingen. Wie vluchtte voor armoede, voor honger of om een andere reden, kreeg géén recht op internationale bescherming. Een lichtpuntje was dat vluchtelingen niet meer mochten worden teruggestuurd naar een land waar hun leven in gevaar is. Die afspraak was in 1938 nog niet mogelijk geweest.
Van bij de start moest UNHCR bij de lidstaten om geld schooien. Die oncomfortabele positie beperkte aanzienlijk de bewegingsruimte van de organisatie. Om geld te blijven krijgen was UNHCR genoodzaakt om sterk rekening te houden met de wensen van de geldschieters.
In de loop der jaren werd het ‘vluchtelingenprobleem’ mondialer van karakter. Portugezen keerden terug uit onafhankelijk geworden kolonies, Aziaten moesten het Oeganda van dictator Idi Amin ontvluchten, linkse Chilenen gingen in ballingschap na de moord op Allende, de val van Saigon bracht een stroom Vietnamese bootvluchtelingen op gang. De Amerikanen kregen dan weer te maken met vele bootvluchtelingen uit Cuba en Haïti.
Opmerkelijk is dat tegenwoordig 80 tot 90 procent van alle vluchtelingen in de wereld leeft met de ‘prima facie’-status: ze kunnen niet worden teruggestuurd naar een gevaarlijk land maar hebben geen normale toegang tot asielprocedures en komen ook niet in aanmerking voor hervestiging. Deze vluchtelingen worden vooral in de kampen gehouden, regeringen leunen achterover. UNHCR is redelijk machteloos en sterk afhankelijk van de centen die de geldschieters al dan niet willen toekennen.
Wortel en stok
In de jaren 1990 koos de EU voor de wortel-en-stok-tactiek. Landen die hielpen om migranten en vluchtelingen op afstand te houden, werden beloond met ontwikkelingshulp, militaire samenwerking, investeringen, handel, knowhow. Landen die niet genoeg meewerkten, kregen veel minder gedaan. Het beleid kreeg de naam ‘migratiemanagement’.
Anno 2019 zitten heel wat vluchtelingen geblokkeerd in Libië. In vreselijke omstandigheden. De term ‘vluchtelingenrechten’ staat niet in het woordenboek van Libië. Wie zonder visum het land binnenkomt, wordt opgesloten. Je kan worden vrijgelaten via repatriëring, evacuatie of hervestiging. Of je wordt verkocht aan rijke families die slavenarbeid nodig hebben. In de Libische detentiecentra worden vluchtelingen ‘mishandeld, seksueel misbruikt, gemarteld met elektriciteit en overgoten met kokend water’, staat zwart op wit in rapporten van mensenrechtenorganisaties. Heel wat van deze centra worden betaald met EU-geld.
Ook Marokko is een belangrijke schakel in het systeem dat de EU op de been houdt om vluchtelingen zoveel mogelijk weg te houden. Het is geen toeval dat de Europeanen weinig of niets zeggen over de Marokkaanse bezetting van de Westelijke Sahara. En over het brute geweld tegen vluchtelingen in de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla horen we in de westerse media ook niet al te veel.
Angela Merkel
In 2015 stroomden naar schatting 1,3 miljoen vluchtelingen en migranten naar de EU. Als de 28 lidstaten dat aantal eerlijk onder elkaar hadden verdeeld, zouden ze elk 46.500 mensen hebben ontvangen. Maar de EU bleek daartoe niet in staat, te veel lidstaten lagen dwars. De Duitse bondskanselier Angela Merkel stelde zich een tijdje bijzonder moedig en gastvrij op, maar veel andere regeringsleiders keken weg of wierpen de armen in de lucht.
In 2016 speelde de Turkse autocratische leider Erdogan hoog spel met de Europeanen. Hij eiste miljarden euro’s om een grote groep vluchtelingen in Turkije te houden. De Europeanen wilden geen nieuwe stroom van vluchtelingen door de Balkan zien trekken, en gaven toe. Vluchtelingen krijgen in Turkije geen internationaal erkende status. “Voor Syriërs was het in Turkije wat beter geregeld maar ook zij zijn er niet veilig”, aldus Polman.
Onderzoekers van de Universiteit van Oxford stelden in 2018 vast dat Europa ‘geobsedeerd’ is door de bestrijding van migratie. “Het is bereid om elke morele en humanitaire prijs te betalen om vluchtelingen en migranten te weren”, klonk het. “Sinds de oprichting van de EU (1993) zijn al ten minste 30.000 vluchtelingen en migranten op weg naar Europa om het leven gekomen”.
In hetzelfde jaar zei de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties dat het Europese beleid ‘impliciet of expliciet de dood accepteert als een effectief antimigratie-instrument’. “Een treurige constatering voor een continent dat zich na de Tweede Wereldoorlog voornam om een baken van beschaving te zijn voor de rest van de wereld”, bedenkt Linda Polman.
‘Niemand wil ze hebben. Europa en zijn vluchtelingen’ (Linda Polman) is uitgegeven bij Uitgeverij Jurgen Maas. Ons Recht kan 3 gratis exemplaren van dit boek wegschenken. Zin om een boek te winnen? Stuur dan je naam en adres naar communicatiedienst.acv-puls@acv-csc.be en schrijf in je e-mail dat je graag een exemplaar van ‘Niemand wil ze hebben’ wil winnen. Mail ons niet later dan 15 september 2019 aub.