“Vakbondswerk doen is taken goed verdelen en nauwgezet luisteren”

Militanten LBC-NVK presteren prima bij ArcelorMittal Gent

De groep ArcelorMittal is de grootste staalfabrikant ter wereld, en Gent is één van de best draaiende vestigingen. Hoe kan je binnen zo’n mastodont aan vakbondswerk doen en het verschil maken voor de aangesloten werknemers? Ons Recht ging het gesprek aan met de gemotiveerde militanten bij ArcelorMittal Gent, ook met Tanya, de jongste aanwinst.

Yvan: “We hebben hier een LBC-NVK-ploeg met 8 militanten. Telkens wanneer er nieuwe mensen instappen, houden wij een studiedag. Op zo’n studiedag overlopen we de interne taakverdeling. Wie houdt gegevens over onze leden bij, wie onthaalt nieuwe werknemers, wie antwoordt op e-mails, wie schrijft de verslagen, wie houdt het klassement bij? In een groep van 8 personen moet je de taken heel duidelijk verdelen. De gemaakte afspraken zetten we in een schema. Zo heeft ook de nieuweling meteen een goed beeld van onze werking. Hij of zij kan aangeven welke taken hem of haar het meest interesseren.”

Renaat: “Ook de zoneverdeling is een vast onderwerp op zo’n studiedag. ArcelorMittal Gent telt 1.850 bedienden en kaderleden, verspreid over heel wat afdelingen en entiteiten. Ieder van onze vakbondsafgevaardigden is de aanspreekfiguur voor een bepaalde zone. Voor zijn of haar zone moet de afgevaardigde goed weten wat de activiteiten daar zijn, wat er leeft, wie daar onze leden zijn, welke problemen zich voordoen. Geregeld op bezoek gaan in de zone is dan ook belangrijk. De délégué moet aanspreekbaar zijn voor de leden, dat is cruciaal.”

Deur staat open

David: “Ons vakbondslokaal ligt op de eerste verdieping, vlak boven de entree. Wij zorgen ervoor dat er tijdens de kantooruren altijd iemand van de délégués aanwezig is. Collega’s kunnen makkelijk binnen lopen, de deur staat open, wij zijn altijd aanspreekbaar. Zo krijgen collega’s meestal meteen een antwoord op hun vragen. Onze grote toegankelijkheid is een enorme troef. Zo hoeven leden zich niet te verplaatsen naar het LBC-NVK-secretariaat of naar het ACV-dienstencentrum.”

Silvia: “Er is een grote variatie op het vlak van leeftijden, statuten en arbeidsregimes zodat we erg uiteenlopende vragen voorgeschoteld krijgen. Die situatie heeft als gevolg dat we zelf veel kennis en ervaring opbouwen. Het overgrote deel van de loon- en arbeidsvoorwaarden staat beschreven in de cao’s van onze onderneming. Over die bedrijfscao’s hebben we zelf met de directie onderhandeld, we weten dan ook heel goed wat erin staat.”
“We weten ook maar al te goed dat we de actualiteit op de voet moeten volgen. Als er in het tv-journaal wordt gepraat over veranderingen aan het tijdskrediet, mag je er donder op zeggen dat we de dag nadien een resem vragen krijgen. En dat geldt voor veel onderwerpen.”

Yvan: “Wij willen het allemaal zo gemakkelijk mogelijk maken voor onze leden. Moet er bijvoorbeeld een attest bij de RVA worden ingediend voor de berekening van het beroepsverleden of bij economische werkloosheid? Dan verzamelen wij de attesten van onze leden en zorgen wij ervoor dat die snel en goed – via het ACV – bij de RVA belanden.”


Christine:
“Belastingbrieven invullen voor onze leden doen we ook. Enkele jaren geleden was dat zelfs nog onze voornaamste bezigheid in de maand juni. Nu is dat heel wat minder omdat nogal wat loontrekkenden hun aangifte elektronisch indienen. Maar toch springen er jaarlijks nog altijd zo’n 100 collega’s bij ons binnen om de belastingbrief te laten invullen.”

Yvan: “We krijgen nu veel meer vragen over het eindeloopbaanverhaal. Die vragen gaan over het SWT (brugpensioen), het vervroegd wettelijk pensioen, de landingsbanen. Over deze kwesties is er veel onzekerheid bij de mensen, en ook een bepaalde boosheid. Ze vinden het niet kunnen dat werknemers op hun 57ste of 58ste geen zekerheid hebben over de rest van hun loopbaan. Vanaf wanneer kan je uitstappen? Welke uitloopmogelijkheden zijn er op welke leeftijd? En wat met de gelijkstellingen voor de sociale zekerheid?”

“In het verleden namen regeringen beslissingen waardoor loopbanen, bijna van de ene dag op de andere, twee of drie jaar langer werden gemaakt. Dat zijn de werknemers zeker niet vergeten. De recente verhoging van de leeftijd voor landingsbanen – van 55 naar 60 jaar – is het zoveelste voorbeeld in de reeks. Hoe kan je dan vertrouwen hebben in het beleid?”

David: “Keuzes die werknemers aan het einde van hun loopbaan maken, hebben een almaar grotere invloed op hun groepsverzekering. Denk bijvoorbeeld aan de fiscale afstraffing bij een vervroegde pensionering. Iets wat we niet uit het oog mogen verliezen. Wij helpen onze leden om de keuze te maken die voor hen het beste is.”

Hogere werkdruk

Renaat: “Ook bij ArcelorMittal wordt almaar meer verlangd van de werknemers. De werkdruk stijgt. Velen kampen met een hoge stress of krijgen een burn-out. Wij volgen dit van heel nabij op. Voortdurend moeten we er bij afdelingschefs en managers op aandringen om mensen zeker te vervangen. Dikwijls verwijzen zij, al dan niet terecht, naar het hogere echelon. Ze krijgen geen toestemming, er zijn veranderingen op til, het is altijd wel iets. Maar wij blijven op alle fora hameren op het belang van werkbaar werk, ook al is dat moeilijk. Onze leden weten dat we niet inbinden. Soms is hun job te zwaar geworden, en dan komen collega’s naar ons; wij zoeken dan naar een oplossing die voor de werknemer en het bedrijf aanvaardbaar is. In een grote onderneming moet zoiets zeker mogelijk zijn. Het vergt wel een grote terreinkennis: je moet weten welk werk waar gebeurt, informele contacten onderhouden, vertrouwen opbouwen. Bij ArcelorMittal Gent is de LBC-NVK al lang een belangrijke vakbond. Dat geeft ons mogelijkheden, maar je moet er dag na dag blijven aan werken.”

Leden beslissen

Renaat: “Binnen de groep ArcelorMittal is Sidmar – zoals onze fabriek nog vaak wordt genoemd – één van de belangrijkste vestigingen. Dat is mogelijk omdat we sterk gemotiveerde werknemers hebben, collega’s die zich ten volle inzetten. De werkgever verwacht dat ook. Wij verwachten dan wel van onze werkgever dat de loon- en arbeidsvoorwaarden ook tot de beste behoren. Het ene gaat niet zonder het andere.”
“We hebben het dan niet alleen over goede lonen. Net zo goed over loopbanen die je zelf mee in handen kunt nemen, thuiswerk, interessante werktijden, promotiekansen, opleiding en vorming, noem maar op. In de loop der jaren kregen de werknemers hier een goed ‘statuut’. Wij willen daarvoor blijven ijveren, samen mét de mensen. Voor we aan onze tweejaarlijkse bedrijfsonderhandelingen beginnen, organiseren we altijd eerste een enquête bij onze leden; we willen namelijk precies weten wat hun verlangens zijn, wat ze willen veranderen, wat ze willen gedaan krijgen. Tegenwoordig is het niet meer zo dat iedereen hetzelfde wil. Als we eisen op tafel gooien, moeten we rekening houden met alle groepen. Maar uiteindelijk zijn het de leden die beslissen of we een ontwerp van cao ondertekenen of niet. Ze kunnen ook aangeven dat we nog meer moeten onderhandelen. Wij willen een vakbond zijn voor de werknemers, maar vooral tussen de mensen. Die houding verklaart waarom we ook veel leden hebben.”

Isabelle en Peter

Isabelle en Peter zijn er vorig jaar bijgekomen.

Isabelle: “Als beginnende vakbondsafgevaardigde schrikt het wel wat af als je ziet met hoeveel thema’s, regels, besprekingen de vakbond hier bezig is. Meestal zijn dat dingen waar je bij de start zo goed als niks van afweet. Maar het is een sterke ploeg en we werken goed samen: zo leer je veel van elkaar. De buitenwacht denkt vaak dat vakbondswerk gaat over ‘misnoegden die actievoeren’, maar dat is totaal onjuist. Het is ons werk om problemen op te vangen, mee te zoeken naar oplossingen, afspraken te maken. Dat is waarmee we bezig zijn. Zonder onze constructieve vakbondswerking zou ArcelorMittal Gent vandaag nooit zo goed scoren. Iets wat we allemaal samen waarmaken.”

Peter: “Ik sluit me graag aan bij Isabelle. Ik heb het me nog geen moment beklaagd dat ik délégué ben geworden namens de LBC-NVK. Het is echt iets wat je blik verruimt. Je bent bezig met dingen waar je vroeger nooit bij stil stond. Bij veranderingen kan je mee nadenken, luisteren hoe collega’s erover denken, je mening uiten, meepraten. Ik zie nu pas goed hoe alles voortdurend evolueert: ons bedrijf, de wetgeving, de maatschappij. Als délégué ben je daar actief mee bezig, en dat is heel verrijkend.”

Tanya: “Aan het eind van de studiedag was ik wel wat overrompeld. Maar tegelijk ook gerustgesteld. Ik zit goed bij de LBC-NVK.”

Silvia sluit af met een opmerkelijke vaststelling: “Nu Tanya erbij is, zijn de vrouwen niet langer in de minderheid in de vakbondsploeg van de LBC-NVK. Al eens nagedacht wat daarvan de impact zou kunnen zijn?”

Auteur: Swat Clerinx | Foto: Daniël Rys