Voor de verschijning van de boeken ‘Sapiens’ (2011) en ‘Homo Deus’ (2016) had niemand van Yuval Noah Harari gehoord. Hij was hoogleraar in een obscuur historisch specialisme aan de Universiteit van Jeruzalem. Nu is hij een bestsellerauteur die de wereld rondreist om lezingen te geven en instemmend door wereldleiders als Barack Obama en Bill Gates wordt aangehaald. Met zijn beschouwingen over de toekomst heeft hij de allures van een profeet gekregen die zich zo nu en dan langdurig terugtrekt om te mediteren en tot rust en inzicht te komen. Het is een van de lessen uit zijn jongste boek, ‘21 lessen voor de 21ste eeuw’ (2018), dat zich niet richt op de hoofdlijnen van de geschiedenis, maar op de actualiteit. Hierin besteedt hij onder meer aandacht aan de arbeidsmarkt, de globalisering, het migratiethema, het opkomend nationalisme, religie en het belang van reflectie en meditatie.
‘Sapiens’ gaat over de geschiedenis van de mensheid van de prehistorie tot nu. Volgens Harari is er vooruitgang, het gaat steeds beter. Steeds als we een stap vooruit zetten, ontstonden er aanvankelijk problemen, maar die losten we in de loop van de tijd op. Zo leidde de overgang van jagen-verzamelen naar een landbouweconomie aanvankelijk tot schaarste en gebrek. Het heeft even geduurd voor planning, organisatie en controle tot ontwikkeling kwamen en de situatie geleidelijk verbeterde.
De belangrijkste voorwaarde voor vooruitgang ziet Harari in het typisch menselijk vermogen om een verbindend verhaal te maken waar grote groepen mensen zich achter scharen en zich mee identificeren. De verhalen zijn in de loop van de geschiedenis altijd anders geweest: mythen en sagen, religies en ideologieën als fascisme, communisme en liberalisme. Zulke verhalen verenigen mensen over de landsgrenzen heen, maar er zijn ook meer lokale verhalen, zoals de bedrijfscultuur. Ze zijn altijd een combinatie van feit en fictie. Verhalen zijn allerminst onschuldig. Een blik op de geschiedenis leert Harari dat de kracht van een verhaal afhangt van het aantal mensen dat bereid is om zijn leven ervoor te geven.
Rampen voorspellen
In ‘Homo Deus’ stelt Harari vast dat de grootste problemen waarmee de mensheid altijd heeft geworsteld nu grotendeels overwonnen zijn: natuurrampen, honger en armoe, gezondheid en oorlog. We zijn beter in staat om rampen te voorspellen en maatregelen te treffen. De mensheid is groter dan ooit en we zijn in staat om de meeste monden te voeden. Er sterven nu meer mensen door obesitas dan door honger. We hebben een beter en langer leven dan ooit mogelijk was, want we begrijpen ziekten beter en we zijn sterker door de betere voeding. Plagen en epidemieën behoren tot het verleden en als ze opduiken krijgen we ze vrij snel onder controle. Oorlog komt weliswaar nog voor, maar wereldoorlogen liggen al bijna een eeuw achter ons. Jaarlijks eist het verkeer twee keer zo veel slachtoffers als oorlog. Vroegere, primitieve gemeenschappen waren gewelddadig, maar onze moderne rechtssystemen hebben het recht van de sterkste, het vuistrecht vervangen. Kortom, de geschiedenis is in hoofdzaak een grote sprong voorwaarts. Maar nu de grootste problemen de wereld uit zijn, ontstaat vanzelf de vraag: wat gaan we nu doen?
Geluk en eeuwig leven
Volgens Harari gaan we onze dromen van geluk en een eeuwig leven achterna. Hij ziet hierin vooral een cruciale rol weggelegd voor de biotechnologie en de informatica. We zijn steeds beter in staat om onze gevoelens en emoties te reguleren met pillen, medicijnen en elektrische stimulansen. Misschien slagen we erin om onszelf geluksgevoelens te bezorgen en gevoelens van onvrede de baas te worden. Harari verwacht dat de mogelijkheden van implantaten en chips nog groter zullen worden en dat die onze zenuwknopen zullen weten te vinden. Daarnaast verwacht hij veel van prothesen: niet goed werkende organen of lichaamsdelen zullen almaar vaker worden vervangen, de toekomstige mens is een collectie vervangbare implantaten en prothesen die een langer leven garanderen. De plastische chirurgie zal een hoge vlucht nemen, want als er mogelijkheden zijn, ontstaat vanzelf de sociale verplichting om ze te gebruiken.
Informatica kent ons beter
De informatica heeft tot de digitalisering geleid, waardoor niet alleen onze spierkracht maar ook onze denkkracht grotendeels aan machines kan worden overgelaten. Sterker nog, de computer kent ons karakter en onze persoonlijkheid beter. Op basis van ons zoekgedrag op Google, onze contacten en reacties op facebook, ons koopgedrag op Amazon ontstaat een juister beeld van ons dan we zelf hebben. Ons zelfbeeld is immers gekleurd door allerlei wensvoorstellingen en subjectieve indrukken. Ons zoekgedrag en onze virtuele reacties op anderen leiden tot vrij exacte en juiste voorspellingen over onze interesses en politieke voorkeuren. In de toekomst is stemmen niet meer nodig. Harari vertelt over zijn moeizame coming-out in een orthodox joods milieu. In de toekomst is zo’n worsteling nergens voor nodig: de digitale elektronica zal ons feilloos vertellen wie we zijn.
In de toekomst mogen we nieuwe vormen van ongelijkheid verwachten.
Is er werk voor iedereen?
Harari behoort niet tot de optimisten die verwachten dat er werk voor iedereen zal zijn. De digitalisering zal er volgens hem toe leiden dat het meeste werk overbodig wordt. Werk als zingeving van het leven komt daarmee voor velen te vervallen. Maar zinloos werk zal ook tot het verleden behoren. Twee grote voordelen van computers boven mensen zijn hun connectiviteit in netwerken en hun ‘updatebaarheid’. Anders dan mensen kun je alle computers van een netwerk op elkaar afstemmen en dezelfde (nieuwe) informatie of instructies geven. Hierdoor is zelfsturend verkeer mogelijk dat veel veiliger zal zijn.
Artificiële artsen krijgen allemaal dezelfde recente kennis op hetzelfde moment en zullen dezelfde beslissingen nemen, zodat de betrouwbaarheid van de geneeskunde toeneemt. Veel beroepen zullen verdwijnen en de nieuwe die erbij komen zullen een hoge graad van expertise vragen en niet voor iedereen weggelegd zijn. Omscholing en herscholing zullen geen oplossing bieden want de ontwikkelingen in bio- en infotech zullen almaar sneller gaan en steeds meer kennis vragen, terwijl de menselijke veerkracht er niet tegen is opgewassen. In de toekomst hebben we geen baan voor het leven, we hebben zelfs geen beroep voor het leven. Volgens Harari zal het voor de vakbonden een hele opgave worden om zulke werknemers te verenigen.
Prijs van de vooruitgang
De prijs die we voor het najagen van ons geluk en het eeuwige leven zullen moeten betalen is aanzienlijk. Tot nu toe hebben we een humanistisch beeld van de mens als een uniek en onvervangbaar individu. Dit zelfbeeld zal sneuvelen: we zijn uiterlijk en innerlijk maakbaar en veranderbaar, zelfs ons brein en onze persoonlijkheid zijn manipuleerbaar. Van onze uniciteit blijft niets over wanneer een apparaat ons beter kent dan wij onszelf. En naarmate we meer op apparaten vertrouwen, zullen onze vermogens afnemen. Wie heeft er nog een ruimtelijke voorstelling van een gebied als hij blind vertrouwt op zijn gps? Waarom nog nadenken over de route als een apparaat feilloos de weg weet? Om onszelf niet te verliezen, moeten we reflecteren en mediteren, vindt Harari. Ons concentreren op onszelf kan ons weer in evenwicht met de wereld brengen.
In de toekomst mogen we nieuwe vormen van ongelijkheid verwachten. Niet iedereen zal de mogelijkheden hebben om toegang te krijgen tot de biotechnologische hulpmiddelen die hem kunnen verbeteren, dat zal afhangen van wat je kunt betalen. Zo ontstaat er een tweedeling met een elite die zich toegang tot het geluk en het eeuwige leven kan verschaffen en een grote groep achterblijvers.
Harari geeft geen antwoord op de vraag hoe we deze gevaren het hoofd moeten bieden, hij wil ze alleen signaleren. Laat staan dat hij tevoorschijn komt met waar we het meest behoefte aan hebben: een nieuw verhaal. We kennen de prijs van die verhalen inmiddels en leven in een tijd zonder bezield verband. We hebben niet veel meer dan liberalisme: mensenrechten, democratie, vrije markt. Tenzij de boeken van Harari het begin van een nieuw verhaal vormen. Ze zijn helder en scherp geschreven, bevatten vele goede voorbeelden uit de geschiedenis en zetten aan tot denken. Hij heeft een goed oog voor de grote lijnen en zal nooit in details ten onder gaan. De optimist leest dat de geschiedenis vooruitgang heeft gebracht, de pessimist komt aan de weet dat dit proces niet zonder slag of stoot is gegaan. We betalen voor iedere vooruitgang een prijs, dat zal in de toekomst niet anders zijn.