Groot verlangen naar interessante job of baan die zekerheid geeft
Is de jeugd van tegenwoordig verwend of lui? Ze blijkt vooral ongerust over de professionele toekomst. Dat is af te leiden uit onderzoek dat de vakbond ACV in 2018 deed in samenwerking met de Université catholique de Louvain (UCL). Meer dan 6.000 Belgische jongeren tussen 18 en 30 jaar vertelden over hun verwachtingen, wensen en teleurstellingen.
Jongeren zijn sterk bezig met hun professionele toekomst. Niet alleen voor het inkomen, zo blijkt. Want ongeveer 7 op 10 zegt toch graag te willen werken, ook wanneer dat inkomen niet nodig is. Een hoog loon is niet het belangrijkste wat jongeren zoeken in een job. Voor 82% is dat loon een belangrijk of heel belangrijk aspect. Maar meer dan naar een goed loon zijn bijna alle jongeren (97%) op zoek naar een interessante job of een baan die hen zekerheid geeft. Flexibiliteit om de werkuren en -dagen te kiezen staat het laagst op de prioriteitenlijst, al geeft nog de helft aan dat toch te appreciëren in een job.
Droom en werkelijkheid
De verwachtingen staan in contrast met wat de bevraagden in hun job vinden. Minder dan 4 op 5 vindt zijn of haar job inhoudelijk interessant, terwijl ze nog voor een minder grote groep (69%) zekerheid biedt. Slechts 2 op 5 zegt een goed loon te krijgen voor die job. Het grootste verschil tussen droom en werkelijkheid ligt bij de doorgroeimogelijkheden. 7 op 10 jongeren hopen op een job met promotiekansen. In werkelijkheid krijgt slechts een kwart die kans wanneer ze aan de slag zijn. Gevolg: in totaal is minder dan 3/4 eigenlijk globaal tevreden over de huidige job. Studenten met een baan vinden dan weer zelden een studentenjob die inhoudelijk aansluit bij de studies of toekomstplannen.
Naast de inhoud van de job beantwoordt ook het arbeidscontract niet altijd aan de verwachtingen. Maar de helft van alle werkende jongeren heeft een voltijds contract van onbepaalde duur. Dat is niet altijd een eigen keuze. 2/3 van de jongeren moet genoegen nemen met deeltijds werk terwijl voltijds eigenlijk de voorkeur geniet.
Genoeg geld?
Op de vraag hoe het met de financiële situatie gesteld is, antwoordt minder dan de helft (46%) van de jongeren in een goede of heel goede situatie te verkeren. Wanneer de vraag aan werkzoekenden wordt gesteld, wordt het plaatje nog schrijnender: de helft van de werkzoekenden zegt dat zijn of haar financiële situatie slecht of heel slecht is.
Ook studenten werken, meer dan 9 op 10 studenten zelfs. Zowat de helft van de studenten verdient graag in de loop van het jaar wat bij. 1/3 doet dat enkel in vakantieperiodes. Toch is dat werk voor slechts een kleine groep een belangrijke bron van inkomsten om de studies te betalen. Wat er wordt verdiend, wordt vooral besteed aan hobby’s, kleine uitgaven, grotere projecten en reizen.
Zorgeloze toekomst?
De enquête toont dat de ‘zorgeloze jeugd’ niet (meer) bestaat. Meer dan 3/4 van alle jongeren maakt zich in meer of mindere mate zorgen over de toekomst. Niet alleen studenten of werkzoekenden zijn onzeker. De helft van alle werkenden twijfelt of het mogelijk is om na de huidige job een minstens even goede baan te vinden. 4 op de 5 zijn bovendien ook nog eens bang om de huidige job te verliezen.
Tijdelijke contracten
Tijdelijke contracten zijn voor jongeren vaak een struikelblok in hun loopbaan. De helft van alle werkzoekende 18- tot 30-jarigen is op zoek naar werk omdat het vorige tijdelijke contract eindigde. De grootste moeilijkheid bij het zoeken naar nieuw werk zijn te veeleisende werkgevers, zegt 76%. Maar te weinig politieke aandacht voor werkzoekenden of een slechte economie worden ook genoemd in meer dan de helft van de gevallen.
Financieel is het voor werkzoekende jongeren niet altijd even makkelijk. 2 op 3 vertrouwen op een werkloosheidsuitkering. Maar voor een kwart van de jongeren is het evenzeer nodig om hun spaargeld al aan te spreken. Meer dan 9 op 10 is naar eigen zeggen (heel) bezorgd om die inkomstenbron te verliezen.