Soms krijg je de indruk dat deze wereld alleen maar draait rond ‘geld’, ‘werk’ en ‘succes oogsten’. Maar dat is een serieuze vernauwing van de werkelijkheid. Veel jongeren zijn niet alleen bezig met studies, werk of geld verdienen. Ze hebben ook een hoop idealen, dromen, verlangens. Jordan, Lize, Lucy, Koen en Myrthe vertellen over de idealen en dromen die belangrijk zijn in hun leven.
“Muziek maken vind ik bangelijk”
Jordan Feyen (24) werkt als monteur bij het compressorenbedrijf Atlas Copco in Wilrijk (Antwerpen). “Ik probeer zoveel mogelijk de dingen te doen die ik supergraag doe”, vertelt Jordan. “Waar ik voldoening uit haal? Muziek maken is dan écht wel de passie waar ik het meeste plezier aan beleef. Het geeft me een enorme vrijheid om, zonder gebonden te zijn aan regels, muziek te creëren en nieuwe sounds te maken.”
“Buiten mijn job probeer ik zoveel mogelijk met muziek bezig te zijn. Nieuwe tracks en sounds bedenken, vooral dan techno. Sommigen noemen mijn muziek house, maar ik laat me niet zo graag in een hokje steken. Op een bepaald moment haalde mijn muziek een best hoog niveau, en toen heb ik platen kunnen releasen via labels als Steyoyoke en Inner Symphony.”
“Mijn artiestennaam is Subconscious, en zo ben ik ook te vinden op facebook. Ik draaide al een aantal keren in Antwerpse clubs als Café d’Anvers en Club Vaag en ontdekte zo dat ook dat me erg bevalt. Producen en draaien gaan eigenlijk hand in hand. Je maakt muziek vanuit een bepaalde emotie en energie. Het is bangelijk als je die energie kan overbrengen naar het publiek en als je ook energie terugkrijgt.”
“Behandel een ander zoals je zelf wilt worden behandeld”
Lize Van Dyck (32) werkte vier jaar lang bij Fairtrade Belgium en hield zich daar vooral bezig met communicatie, marketing en bewustmakingscampagnes. “Het plezierigste stuk van mijn job daar? Inhoudelijk sterke teksten bedenken en schrijven voor de website en voor media als MO*-magazine: over de impact van eerlijke handel. Ik moest ook creatieve campagnes verzinnen en uitvoeren om de Belg het nut en de noodzaak van Fairtrade te doen inzien. Een heel erg fijne job, met een internationale toets en inspirerende collega’s en netwerken. Maar het was een job aan een bureau, en ik voelde mezelf een beetje vastroesten in de 9-to-5-routine en het pendelen tussen Antwerpen en Brussel. Ook mijn lijf zat letterlijk vast na zolang achter een scherm te zitten.”
“Ik wilde graag meer rechtstreeks het effect zien van mijn werk en mijn vleugels uitstrekken. Dus besloot ik in samenspraak met Fairtrade om mijn contract stop te zetten en op zoek te gaan naar vrijere en meer (inter)actieve manieren om bij te dragen. In het verleden had ik via WWOOF – ‘World Wide Opportunities on Organic Farms’ – al eens op ecologische boerderijen gewerkt. Het leek me de moeite om opnieuw iets van die aard te doen. Mijn vage plan was om diverse vrijwilligersprojecten te doen, gespreid over een jaar, en in sectoren die me interesseerden: duurzame landbouw en voeding, duurzaam wonen en migratie. Ik schreef me in op Workaway, omdat je via hen een internationale database krijgt van ‘hosts’ en mensen die werkkrachten zoeken in ruil voor kost en inwoon. Zo kwam ik terecht op
enkele geweldige boerderijen en hielp ik bijvoorbeeld mee bij de olijfoogst in Zuid-Spanje.”
Sociaal engagement
“Ik ben geïnteresseerd in ecologie, maar heb van kindsbeen af evengoed het sociale engagement met de paplepel meegekregen. Ik studeerde antropologie, met een specialisatie in migratie, multiculturalisme en minderheden. De voorbije jaren zag ik almaar meer berichten over ‘de vluchtelingencrisis’ in de media passeren. Ik gaf enkele jaren lang Nederlands aan anderstalige nieuwkomers, onder wie ook vluchtelingen. Het thema ligt me erg na aan het hart. In mijn sabbatjaar wilde ik dan ook de kans grijpen om vluchtelingen te helpen, op welke manier dan ook. Mensen die vaak geen degelijke opvang vinden in Europa. Online zocht ik naar een solide ngo met de juiste waarden en normen. Ik vond Pikpa Camp, een kamp voor zeer kwetsbare vluchtelingen op Lesbos, en besloot om bij hen te solliciteren.”
Lize vertrok uiteindelijk naar Lesbos. Ze zette zich in bij Pikpa Camp en daarna ook bij One Happy Family, een organisatie waar vluchtelingen even kunnen ontspannen door aan sport of yoga te doen, te tuinieren of taalcursussen te volgen. “Mijn werk was heel veelzijdig en werd bepaald door de noden. Op rustige momenten hielp ik met de communicatie en de planning of gaf ik yogales. Op drukkere momenten en in noodsituaties was het zaak om te zien dat iedereen een tent en een bed had om in te slapen, maaltijden klaar te maken en uit te delen en mensen te registreren. Eén van mijn favoriete klussen was assisteren bij de zwemlessen. Een Spaans reddingsteam komt elke zomer naar Lesbos om mensen opnieuw in contact te brengen met het water. Velen onder hen zijn immers getraumatiseerd door de bootovertocht en bang van de zee. Het was fantastisch om vrouwen, kinderen en mannen te zien openbloeien in het water en hen trots hun net aangeleerde schoolslag of crawl te zien tonen.”
Dankbaarheid
“De dankbaarheid van vluchtelingen, die huis en haard achterlieten in de hoop op een veiliger en beter leven, raakte me telkens weer, en hoe. Ik had niet het gevoel dat ik zelf enorm veel deed maar toch voelde mijn werk vaak aan als een pleister op de wonde. Als je mensen behandelt met een beetje waardigheid en respect, is dat voor hen al genoeg om je te bedanken met een glimlach, een maaltijd of een warme omhelzing. Mensen die het minste hebben, delen vaak het meest.”
“Voor de doorsnee Belg is deze migratiecrisis een ver-van-mijn-bed-show en iets wat een onoplosbaar probleem lijkt, waar je als individu weinig aan kan doen. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Zowel thuis als op verplaatsing kan iederéén iets veranderen en betekenen. Je kan giften doen, verhalen delen en erover vertellen, je opgeven als buddy of voogd en ga zo maar door. Engagement op maat, uitdagingen genoeg! Volgens VN-cijfers waren er nog nooit in de geschiedenis zoveel mensen op de vlucht: zij spreken van 68,5 miljoen mensen die hun huis moesten verlaten, onder hen 25,4 miljoen vluchtelingen, van wie de helft onder de 18.”
Geen onverschilligheid aub
“Het gevaar is dat we onverschillig worden tegenover zulke humanitaire crisissen, door de overdosis aan miserieberichten en schrikbarende cijfers en statistieken. Een vluchteling wordt ‘een bedreiging’. Terwijl het gaat om mensen als jij en ik. Jongeren, moeders, vaders en kinderen. Ieder met zijn of haar verhaal. Geen één van hen verliet zomaar luchtig zijn land van herkomst, en ieder van hen denkt eraan terug met veel nostalgie, ondanks het besef dat het niet langer leefbaar noch veilig was.”
“Zelf probeer ik de verhalen en mijn ervaringen zoveel mogelijk te delen, in de hoop toch enkele anderen te inspireren om ook iets te doen. Al was het maar dat ze mijn teksten lezen en erover praten. Of dat ze zich vragen gaan stellen over het Europese migratiebeleid en de schendingen van de mensenrechten in onze eigen achtertuin. Misschien gaan ze ‘hallo’ zeggen en glimlachen naar iemand met een andere huidskleur of met een hoofddoek, in plaats van er bang en argwanend in een cirkel omheen te lopen. Mijn grootste hoop is dat meer mensen in actie schieten en beseffen dat ze meer kunnen betekenen dan ze zelf denken. Dat solidariteit een woord met betekenis blijft, en niet alleen iets voor alternativo’s en hippies op een festival. Iedereen heeft de kracht om iets goeds te doen en een ander te helpen.”
“Anderen helpen met hun gezondheid, dat maakt me diep gelukkig”
Lucy Mujaya (27) is van Tanzaniaanse afkomst maar woont nu in België. “Momenteel doe ik parttime jobs, ik werk in depots, op het veld, in fabrieken. ’s Avonds volg ik lessen Nederlands zodat ik meer kansen krijg op de arbeidsmarkt en een stabiele baan kan vinden. Verder ben ik een actieve vrijwilliger, onder meer bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde, 11.11.11 en de holebi-organisatie çavaria. Daar werk ik mee aan projecten die te maken hebben met hiv/aids, asiel, vluchtelingen en migratie op basis van seksuele geaardheid en gender-identiteit. Ik geef ook lessen Swahili aan Belgen die vrijwilligerswerk gaan doen in Tanzania. Soms help ik mensen en organisaties met het vertalen van teksten van het Swahili naar het Engels, en omgekeerd.”
“De idealen van mensen kunnen natuurlijk evolueren. Mijn huidige idealen verschillen bijvoorbeeld van diegene die ik er vijf jaar geleden op na hield. Ze veranderen naarmate je nieuwe ervaringen opdoet. Over vijf jaar zal ik waarschijnlijk weer heel andere dingen vertellen.”
“Op dit ogenblik is het één van mijn dromen om een doctoraat te behalen. Ik zou graag een boek schrijven, een kindje krijgen en mijn eigen gezinnetje uitbouwen. Ik wil ook meer van mezelf houden en een gelukkig leven leiden.”
“Ik zou héél graag een doctoraat behalen in de gezondheidszorg, het domein waarin ik al veel expertise heb. Ik zet me graag in voor de gezondheid en het welzijn van andere mensen en gemeenschappen, in het bijzonder in de ontwikkelingslanden. Aan de universiteit van Dar es Salaam in Tanzania behaalde ik al een universitair diploma. Maar hier kan ik daar alleen iets mee doen als het ook wordt erkend. Het duurt best lang om dat geregeld te krijgen.”
“In de komende jaren zal ik genoeg geld moeten sparen om studies en werk te kunnen combineren. Ik wil ook graag mijn Nederlands verbeteren. Als het me in de nabije toekomst lukt om de levens van anderen te verbeteren, dan zal me dat diep gelukkig maken.”
“Meer kansen voor iedereen!”
Koen De Cnodder (31) is een jonge stoere kerel die bewust stil staat bij het leven. “Als ik over mijn idealen nadenk, kan ik zeggen dat ik het héél belangrijk vind om te proberen méér kansen te geven aan anderen. Vooral dan aan diegenen die minder kansen krijgen in het leven dan ikzelf. Als we alles een beetje beter verdelen, moet het toch mogelijk zijn om iederéén aan een menswaardig bestaan te helpen?!”
“Ik werk als verkoper bij de supermarktketen Colruyt. Als vakbondsafgevaardigde tracht ik collega’s te helpen. Dat engagement is er niet alleen op de werkvloer maar ook wanneer we onderhandelen over cao’s of vergaderen met onze vakbondsafvaardiging. Beetje bij beetje probeer ik zo, samen met anderen, ervoor te zorgen dat op zijn minst de mensen in onze onderneming het goed hebben. Ik neem deel aan vakbondsbetogingen en ik draag ook mijn steentje bij in de jongerenwerking van de vakbond LBC-NVK.”
“Verder engageer ik me in de politiek. Een andere manier om me zoveel mogelijk in te zetten voor een betere wereld.”
“Gewoon tegen bijna alle mensen een goeiedag zeggen is ook iets wat ik tracht te doen. Je zou ervan verschieten hoeveel positieve reacties dat uitlokt!”
“Geen verwijtend vingertje,wel lekker eten op tafel”
Myrthe Peijnenborg (32) werkt als adviseur bij Rikolto België, het vroegere Vredeseilanden. “Wij willen dat alle Vlaamse lagere en middelbare scholen tegen 2021 een gezond en duurzaam voedingsbeleid hebben”, vertelt ze. “Dat is ook broodnodig. Momenteel is 1 op de 5 minderjarigen in België te dik. De kennis over voeding en de herkomst ervan gaat ook achteruit. Jongeren tussen 18 en 29 weten het minst over de vraag waar voeding vandaan komt. Dat is gebleken uit een enquête die Eos Wetenschap, Rikolto, Gezond Leven en Velt hielden.”
“De school is dé plek om kinderen bewust te maken van gezond en duurzaam voedsel. Goed eten op school draagt bij aan betere schoolprestaties, minder schooluitval en een gezondere leefstijl. Kinderen zijn ook de consumenten van morgen. Door hen vertrouwd te maken met voeding en het hele verhaal erachter, werken we aan een eetcultuur waarbij er respectvol wordt omgesprongen met eten en de mensen die ervoor zorgen.”
“Ik tracht mijn steentje bij te dragen om mensen bewuster te maken. Zonder dat te overgieten met een kumbaya-saus. Je moet je lichaam goed voeden, niet vullen. Met eten dat niet alleen goed is voor jezelf, maar ook voor de maatschappij. We hebben nood aan een gezonde keten waar de planeet niet te hard onder zucht. Zodat ook de volgende generaties een leefbare plek hebben. De impact van het westerse dieet, met een overdaad aan vet, suiker, zout en bewerkt vlees, is enorm. Iedereen moet voldoende, gevarieerde en gezonde voeding kunnen krijgen.”
“Een eerste stap is bewustwording. Wij mensen zijn heel goed in het opzetten van oogkleppen. We zijn ons dan wel ergens bewust van de onaangename spanning tussen eigen opvatting en eigen gedrag, maar handelen er niet naar. In de wetenschap verwijzen ze naar cognitieve dissonantie. Wie gooit er niet eens een hele pot pastasaus weg? Ik ga niet zeggen dat het mij nooit overkomt. Maar op dat moment besef ik heel goed dat ik met die saus ook alle moeite en energie, van boer tot bord, de vuilbak in gooi. Door die kennis ga ik de volgende keer toch harder mijn best doen dit te voorkomen.”
“In mijn werk kan ik me helemaal uitleven rond mijn idealen. Ons verhaal over duurzame, gezonde voeding gaat niet alleen over minder vlees eten maar ook over minder voedsel verspillen. Niet alleen over minder vis eten maar ook over meer lokaal en seizoensgebonden groenten en fruit. Niet alleen over eerlijke handel, maar ook over duurzame productiemethoden.”
“Practice what you preach, natuurlijk. Het zou nogal ongeloofwaardig zijn als ik nu zou zeggen dat ik elke dag drie hamburgers naar binnen werk. Zelf eet ik al sinds mijn twaalfde geen vlees meer. Dat liep toen zo omdat mijn grote zus vegetariër werd; ik wilde niet achterblijven. Sinds enkele jaren eet ik vooral plantaardig. Dat heeft ook te maken met het milieu, de gezondheid, het welzijn van dieren. Vind ik dat iedereen alleen maar aan de kikkererwten moet? Niet per se. Ik denk wel dat mensen moeten beseffen waar hun eten vandaan komt en welke impact het heeft op verschillende vlakken.”
“Als ik hierover praat met anderen, ga ik zeker niet voortdurend de confrontatie aan. Zoiets werkt vaak averechts. Je wordt dan al gauw in een ongekruid tofuhoekje geduwd. Privé tracht ik vrienden en familie te overtuigen door goed voedsel op tafel te zetten. Want niets zegt zoveel als een bord dampend lekkers. Daar kan geen verwijtend vingertje tegenop.”