Na de instorting van het Bengaalse textielbedrijf Rhana Plaza, waarbij meer dan 1.100 werknemers stierven, ondertekenden grote kledingmerken zoals H&M en Esprit een akkoord om meer veiligheid te garanderen. In het kader van dit akkoord werd een kantoor geopend in Dhaka om 1.450 productiebedrijven te controleren. Het eerste akkoord is al afgelopen, maar er loopt nu een tweede dat verstrijkt in 2021.
Nog altijd is er veel werk aan de winkel om de veiligheid te garanderen en inspraak te organiseren. Bangladesh is niet zo blij met het autonome kantoor en wil de controle opnieuw in eigen handen nemen. De Bengaalse overheid vroeg aan de rechtbank om het kantoor in Dhaka te laten sluiten. Die sluiting is ondertussen al diverse keren uitgesteld.
Het Europees Parlement uitte zijn ongerustheid over de mogelijke sluiting. Ook H&M en Esprit vinden een sluiting nu niet aan de orde. De Bengaalse overheid kan deze taak nog niet zelf uitvoeren, zeggen ze. Technische experts bevestigen dat.
In het middenveld is er ongerustheid over de mogelijke invloed van het Bengaalse parlement. Heel wat werkgevers uit de textiel zitten namelijk in dat parlement.
De rechtbank zou zich op 21 januari 2019 definitief uitspreken. Als Bangladesh zijn zin krijgt, moeten het hele secretariaat en alle inspecteurs naar Amsterdam verhuizen. Zo’n operatie zou de ondertekenaars van het akkoord veel extra geld kosten.
Vakbonden en werknemers hopen nog op een oplossing. Het beste scenario is dat het kantoor in Dhaka kan blijven werken tot de regering van Bangladesh echt klaar is om het over te nemen.