Een nieuw Interprofessioneel akkoord (IPA) geeft nieuwe kansen voor het sociaal overleg, en de LBC-NVK wil die ten volle grijpen.
Dankzij de inzet van honderdduizenden werknemers wordt in ons land welvaart gecreëerd. Maar de opbrengsten van dit hard labeur vloeien steeds meer naar de aandeelhouders en steeds minder naar de werknemers. De cijfers van de Nationale Bank illustreren dit jaar na jaar. Het wordt bevestigd door gegevens van de databank van de Europese Unie: onze netto koopkracht is met 0,8% gedaald, terwijl de productiviteit blijft stijgen. Als we rekening houden met alle subsidies voor het bedrijfsleven is er totaal géén loonhandicap meer ten opzichte van onze voornaamste handelspartners. Integendeel, we hebben een voorsprong.
Hoog tijd dus om de door deze regering aangepaste loonwet af te voeren en met vrije loononderhandelingen te starten. Wishfull thinking uiteraard want deze regering zal haar ongelijk niet toegeven. Het moet dus opnieuw een compromis worden. Maar dan toch één dat meer mogelijkheden geeft dan de 1,1% loonsverhoging van vorige keer.
Hoe smaller de loonmarge, des te groter de druk om nettoverhogingen in te schrijven. Maar dat kost centen aan onze sociale zekerheid, met mogelijke nieuwe besparingen als gevolg. Een vicieuze cirkel die alleen kan worden doorbroken met gezonde bruto-verhogingen.
Maar er zijn nog meer uitdagingen. De LBC-NVK wil werk maken van een loopbaandebat dat stoelt op solidariteit tussen generaties.
Veel werknemers, zeker jongeren, zitten vast in kwetsbare, deeltijdse arbeidscontracten. Dat hypothekeert hun loopbaan, en ook het latere pensioen. De brutolonen van jongeren verlagen – zoals de regering doet – helpt ook niet om een goed pensioen op te bouwen.
Wat is een goeie loopbaan? Met welke criteria kunnen we dat beoordelen?
Verder moeten we mikken op een ernstig loopbaanbeleid met duidelijke, zekere systemen aan het begin en einde van het beroepsleven. Er is nood aan een meersporenbeleid met mogelijkheden om af te bouwen of uit te wijken en met stimulansen voor werknemers die langer willen werken. De globale druk op de loopbanen moet zakken. En arbeidsduurvermindering, als middel om werk te herverdelen, moet opnieuw op de agenda kunnen.
Er zijn nog meer uitdagingen voor het IPA. Hoe krijgen we met de werknemers meer impact op evoluties die zich voltrekken? Denk aan de digitalisering, werk in zelfstandige statuten, de trend naar nog meer flexwerk. Hoe kunnen we de bestaande overlegmodellen – met ondernemingsraden, preventiecomités en vakbondsafvaardigingen – versterken? En is er ruimte voor nieuwe manieren van overleg?
Het IPA is een vat vol kansen. Dit dossier zal de vakbond in de komende maanden sterk opeisen. Maar we beginnen er met veel goede moed aan!