Help, mijn werkgever is een app
Robots, algoritmes en apps. In de reeks debatten “Help, mijn werkgever is een app!” liet de Brusselse afdeling van de LBC-NVK in het Kaaitheater experts en terreinwerkers met elkaar discussiëren over de digitalisering die onze samenleving ingrijpend verandert. We lieten een optimist, een scepticus, een werkgever en syndicalisten aan het woord. Het debat werd in goede banen geleid door journalist Bart Eeckhout (De Morgen).
‘Digitalisering’, een lading die veel kan dekken: nieuwe technologiebedrijven die maaltijden bezorgen, taxiritten organiseren, en logies aanbieden zonder ook maar één koerier, chauffeur of hotelkamer in eigen beheer te hebben en zo de klassieke tweedeling werknemer versus zelfstandige onder druk zetten. Maar ook nieuwe digitale toepassingen op de werkvloer zoals kassaloos winkelen, slimme ‘chatbots’ en geautomatiseerde webwinkels of werken van op afstand in klassieke bedrijven.
In heel wat grote steden zijn de koeriers van Deliveroo en Uber ondertussen een vertrouwd beeld. Eerder dit jaar was er een sterke mobilisatie van de Deliveroo-koeriers, met ondersteuning van de vakbonden. De koeriers protesteerden tegen de vervanging van de vergoeding per uur door een vergoeding per bezorging. Op een ander front nam de stad Brussel maatregelen om Airbnb in te dammen. Meer en meer appartementen, soms heelder appartementsblokken, worden via Airbnb aangeboden voor kortetermijnverhuur. Hierdoor wordt de klassieke huurmarkt verstoord en gaan de huurprijzen voor bewoners de hoogte in.
Rogier de Langhe, econoom en filosoof aan de Ugent, is optimistisch: “We staan nog maar aan het begin van een omwenteling. Technologische vooruitgang hou je niet tegen. Bovenal zijn deze nieuwe toepassingen heel efficiënt en nuttig. De echte doorbraak moet nog komen. We zitten in een leerproces. Onvermijdelijk moeten we ons sociaal en economisch model aanpassen. Dat wil niet zeggen dat we moeten inboeten aan sociale bescherming. Maar er zijn geen pasklare antwoorden.”
Sterke regels graag
Een ander geluid is te horen bij Dirk Holemans, de coördinator van denktank Oikos. Hij is erg sceptisch en pleit voor regulering. “Vaak zijn deze nieuwe applicaties zwarte dozen. De Uber- en Deliveroo-koeriers zijn de speelbal van algoritmes. Ook groeien sommige van zulke spelers uit tot techgiganten die naar een quasi-monopolie neigen. We moeten daarom nu al nadenken over sterke regels zodat deze nieuwe bedrijven correct belastingen betalen, onze privacy respecteren, onze keuzevrijheid vrijwaren, en zodat de mensen die voor hen prestaties leveren correct worden vergoed.”
Martin Willems, vakbondssecretaris bij CNE, lag mee aan de basis van de mobilisatie van de Deliveroo-koeriers dit voorjaar. “Het Deliveroo-publiek is erg divers”, weet Martin. “Dat gaat van studenten die iets willen bijverdienen tot jongeren die elders niet aan de bak geraken. Deliveroo is op dat vlak laagdrempelig. Maar wij geloven niet dat Deliveroo geen minimumloon van 10 of 11 euro per uur en sociale bijdragen kan betalen. Een goede job bij deze nieuwe bedrijven en een deftig statuut, daar strijden we voor!”
Ook in de klassieke sectoren krijgen we als vakbond met digitalisering te maken aan de onderhandelingstafel. Van de distributie tot de financiële sector. Zelden als een positief verhaal, maar eerder als een ontwrichtende kracht die leidt tot banenverlies en afbraak van sociale bescherming. Denk bijvoorbeeld aan de grote collectieve ontslagrondes in grote bedrijven zoals ING en Carrefour.
Winnaars en verliezers
In de praktijk is het verhaal wel genuanceerd. Matthias Somers, wetenschappelijk medewerker bij de sociale denktank Minerva, stelt het beeld bij. “Een alarmerende studie die stelt dat de helft van de jobs zal verdwijnen, is fake. Wel verandert de typologie van jobs. Het aantal banen die routinematig zijn, zal verminderen en tegelijkertijd zullen er andere banen genre management bijkomen. De nieuwe jobs zijn dus veel meer gepolariseerd waardoor het middensegment onder druk komt te staan. Met andere woorden: er zijn winnaars en verliezers. Het is zaak om de groep van verliezers zo klein mogelijk te houden. Hier moet de overheid ingrijpen. Je kan dit niet overlaten aan de vrije markt.”
Bert Vanrompaey, personeelsdirecteur bij BNP Paribas Fortis, zit met zijn grootbank in de spits van het digitaliseringsverhaal. Hij gelooft heel sterk in nieuwe jobs ondanks de digitalisering. “Een aantal jobs, vooral de routinematige, zal inderdaad verdwijnen. Mensen die nu de schakel vormen tussen twee IT-processen bijvoorbeeld. In de toekomst zal een kleine robot dat kunnen doen. Of wanneer er beslissingen worden genomen op basis van statistische gegevens, zal dat iets voor AI zijn (artificial intelligence, nvdr). Maar alle banen waar een menselijke reflex bij nodig is, het EQ, die zullen blijven bestaan. Alles wat te maken heeft met klanten, marketing, ook IT’ers die de robots kunnen besturen.”
Opleiding is vereist
Zowel Somers als Vanrompaey geloven heel sterk in opleiding. Beide sprekers vinden ook dat bedrijven hier hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Ze hebben ook geen andere keus, want anders organiseren ze zelf de schaarste op de arbeidsmarkt. Ook is er een belangrijke rol weggelegd voor de sectorfondsen die in de meeste sectoren een belangrijke vormingspijler hebben.
Sandra Vercammen, nationaal secretaris van ACV Kader, waarschuwt voor de druk van de permanente bereikbaarheid die nieuwe technologie met zich meebrengt. “Het is enorm belangrijk dat er genoeg hersteltijd is voor mensen die met hun hoofd moeten werken. Want de manier waarop technologie nu wordt gebruikt, heeft als gevolg dat het werk nooit stopt of wordt uitgeschakeld. Als we alle tijd zouden optellen waarin mensen beschikbaar zijn, zouden we schrikken hoe de arbeidstijd is toegenomen.”
Kortom, veel vragen, maar nog geen eenduidige antwoorden. Als vakbond wroeten we verder en zoeken we naar oplossingen voor nieuwe uitdagingen.