Vakbonden trekken acties opnieuw op gang
Het ACV heeft op 2 oktober in alle provincies van het land opnieuw actie gevoerd in het belang van onze pensioenen! Deze acties gebeurden in gemeenschappelijk vakbondsfront. Even opfrissen wat er voor jou – jong of al wat ouder – op het spel staat!
De liberale regering-Michel wil de pensioenen ‘hervormen’. Maar ze wil dat vooral doen via politieke beslissingen die geen ernstig sociaal overleg mogelijk maken over de onderliggende visie op het einde van de loopbaan. De afkerigheid van sociaal overleg hierover bleek al toen de regering aantrad in oktober 2014: out of the blue nam ze namelijk de beslissing om de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken van 65 naar 67 jaar. Een ideetje wat de regeringspartijen overigens waren ‘vergeten’ te vermelden in hun verkiezingsprogramma’s.
Het ACV had de uitdrukkelijke vraag gesteld om overleg te organiseren over het eindeloopbaanverhaal in zijn geheel. Maar de regering zag het helemààl anders: zij verkoos om de aanpak van de ‘eindeloopbaan’ in schijfjes op te splitsen en de vakbonden in een keurslijf te dwingen. Onaanvaardbaar! Met die aanpak heb je geen ernstig sociaal overleg, wel pogingen van een regering om de vakbonden te verplichten om mee strofes te zingen in een uitermate lelijk en vals klinkend lied dat helemaal niet het onze is.
Samen met de andere bonden heeft het ACV helder gereageerd dat er éérst eensgezindheid moet komen over de sociale doelstelling van een pensioenhervorming. Pas daarna wordt het mogelijk om op een zinnige manier discussies te hebben over technische maatregelen, het terecht omstreden puntensysteem, afspraken rond zware beroepen, het deeltijds pensioen of de harmonisering van pensioenstelsels. Wat willen sommigen bereiken met een pensioenhervorming? Waar moet ze precies voor dienen? Dat wil de vakbond eerst duidelijk op tafel hebben! Als we het hele verhaal overlaten aan werkgevers en regering, is het een verhaal van besparen, op basis van het verkeerde uitgangspunt dat ‘de pensioenen onbetaalbaar zijn’. Die eenzijdige benadering wijst de vakbond af: zo is het totaal onmogelijk om een gezamenlijk gedragen ambitie te ontwikkelen. Praten of onderhandelen over een hervorming die gaat over besparingen is onwenselijk en onaanvaardbaar.
Groot vertrouwen ontbreekt
Om de pensioenen te hervormen – de vakbond heeft het liever over versterken en beter maken – is een groot onderling vertrouwen nodig. Maar dat vertrouwen lag metéén aan diggelen toen de ploeg van Charles Michel de vlucht vooruit koos en even snel besloot om de pensioenleeftijd te verhogen tot 67. Verder eiste die regering voor alle fundamentele beslissingen het ‘primaat van de politiek’ op. Lees: “Wij nemen de beslissingen, en de vakbonden moeten even ja knikken en pootjes geven”. Op die basis is geen pensioenbeleid te voeren dat de steun van de arbeidersbeweging kan krijgen.
Als er welvaart wordt gecreëerd in België, is dat mee te danken aan de inspanningen van de werknemers. Zij hebben dan ook het volste recht om mee uit te maken hoe die welvaart moet worden verdeeld en herverdeeld. Al helemaal als we praten over stukken van ons stelsel van sociale zekerheid. Wil de politiek over de eindeloopbaan in de volle breedte praten? Dan moet ze dat doen met de vakbond. Punt.
55-60-65
De vakbonden stellen voor om het eindeloopbaandebat en het pensioendebat van voren af aan te herbeginnen. Met een simpel maar gezond concept: 55-60-65. Wat wil dat precies zeggen?
- Op 55 moet een werknemer kunnen kiezen voor een landingsbaan, met recht op een uitkering. Hij of zij moet dan minstens 25 jaar beroepservaring kunnen voorleggen. Een voorbeeld: 4/5 werken vanaf je 55ste
- Op 60 moet een werknemer kunnen beslissen om met SWT (brugpensioen) te gaan, zonder beschikbaar te moeten blijven voor de arbeidsmarkt
- Op 65 moet een werknemer met pensioen kunnen gaan
Het 55-60-65-plan geniet de volle steun van de vakbonden. Meervoud. Dit waarmaken vergt de inzet van iedereen: werkgevers, overheid, werknemers.
We moeten het dan wel eens raken over de bedoeling van het hele debat. Een pensioen moet een waardig vervangingsinkomen zijn, en de kloof tussen een inkomen uit werk en het pensioenbedrag moet zo klein mogelijk worden gemaakt. Wie met pensioen is, moet een kwalitatief hoogstaande levensstandaard kunnen hebben of behouden. Dat moet niet alleen gelden voor de rijkere bevolkingslaag maar voor iedereen: werknemers, ambtenaren, zelfstandigen. Uiteraard zijn er ook mensen die door tegenslag moeten leven van een vervangingsuitkering: we moeten ervoor zorgen dat ook zij kunnen genieten van een menswaardige oude dag. Dat is nu in al te veel gevallen niet gewaarborgd.
Wat is het ultieme doel van ons noeste vakbondswerk? Constructief timmeren aan goede loopbanen die rekening houden met de levensloop van mensen en hen de kans geven om zich te engageren voor hun bedrijf of organisatie, zichzelf te ontwikkelen en een meerwaarde te zijn voor hun werkgever en voor de samenleving. Een eindeloopbaandebat moet dan ook onvermijdelijk samengaan met een visie op de gehele loopbaan. Een minimaal wettelijk kader vanaf 55 is noodzakelijk, zonder daarbij afbreuk te doen aan systemen van loopbaanplanning die al op eerdere leeftijd de kans bieden om gas terug te nemen. In de non-profit bewijzen ze dat een geleidelijke vermindering van de arbeidsduur vanaf 50 jaar werknemers in staat stelt en zelfs doet kiezen om langer te blijven werken.
Ons menu
We moeten landingsbanen vanaf 55 mogelijk maken; werkgevers moeten hierbij hun verantwoordelijkheid opnemen en dus mee betalen. De financiële en sociale gevolgen voor die afbouw dienen geminimaliseerd. Werknemers die langer werken dragen ook langer bij aan de financiering van de sociale zekerheid, dus wint iedereen.
Vanaf 60 moeten werknemers voor wie het niet langer lukt de keuze voor SWT kunnen maken, en dit zonder dat ze worden opgejaagd door de VDAB. De kosten hiervoor moeten gedeeltelijk worden betaald door de werkgever waardoor ook hier een financiering voor de sociale zekerheid verzekerd blijft. Tegelijkertijd houden we zo duizenden mensen uit de ziekteverzekering waar ze nu met duizenden in terecht komen.
Op 65 willen we een volwaardig pensioen voor iedereen die dit wil. Willen mensen zelf langer werken? Dan mag de overheid dit uiteraard faciliteren. Er zijn altijd mensen die nog willen voortwerken. Neem de stress van het huidige eindeloopbaanbeleid weg en je zal merken dat mensen zelf vrijere keuzes maken. In een aantal gevallen zullen ze dan langer willen werken. In andere gevallen zullen werknemers vinden dat het genoeg is geweest en dat ze liever nog wat goede jaren als gepensioneerde willen beleven.
Ander beleid is mogelijk
Een ànder beleid is hoe dan ook mogelijk, en dat willen de vakbonden klaar en duidelijk zeggen en uitdragen. Het is aan de politiek om die andere keuze te (willen) maken. Ons alternatief oogt alleszins veel beter dan het gehakketak en het gekibbel van een regering die de mensen al te vaak tegen elkaar opzet en uitspeelt, zelfs in het pensioendebat. Wansmakelijk. Maar we moeten deze regering uitzitten en ijveren voor beterschap. In het belang van de werkende bevolking, de werkzoekenden en ook zeker de jongeren.
Hoe dan ook is de pensioenstrijd zeker nog niet gestreden. De vakbond knokt voort!