Zweden, Noorwegen en IJsland zijn drie landen waar zowel mannen als vrouwen uitgebreide ouderschapsrechten hebben. In IJsland kan een gezin beschikken over 12 maanden ouderschapsverlof: 5 maanden voor elk van de ouders en twee maanden die door één van beiden kan worden gebruikt. In Noorwegen hebben mannen en vrouwen elk 15 weken. Daarbovenop beschikken ze over 16 weken extra die ze vrij kunnen verdelen over de mama of papa van het kind. Bovendien moet een baby in het eerste levensjaar één van de ouders fulltime ter beschikking te hebben. Zweden heeft een gelijkaardig systeem maar daar kunnen ouders dit verlof opsparen tot het kind klaar is om naar school te gaan.
Een Noorse onderzoekster bestudeerde de effecten van deze systemen in de praktijk. Toen de Noorse overheid in 2014 besliste om het aantal vast op te nemen weken voor de vader te beperken ten voordele van de vrij te beslissen weken had dit meteen effect. Vaders bleven minder lang thuis bij hun kind. De flexibel in te zetten weken gingen vooral naar de moeders. Er zijn nog altijd Noorse werkgevers die vinden dat vaders geen gebruik moeten maken van deze flexibele weken. Nog dikwijls hoor je het argument dat mannen een job hebben waarbij een langere afwezigheid moeilijk te rechtvaardigen valt. Voor vrouwen wordt daarover niet gepraat.
De onderzoekster is ervan overtuigd dat het beter is om te stoppen met de vrij te verdelen weken. Dat zal een grotere gelijkheid tussen man en vrouw creëren. Om gezondheidsredenen moet de moeder best meer tijd krijgen vlak voor en na de geboorte. De overige 40 weken moeten volgens de onderzoekster gelijk worden verdeeld. En andere Europese landen zouden best het Noorse systeem kunnen volgen, klinkt het.