Jeugd- en gehandicaptenzorg kreunt onder schrijnend tekort aan personeel
Begeleiders uit de jeugd- en gehandicaptenzorg willen geen ‘klop op hun job’. Ze hielden op 7 mei een symbolische sit-in aan het kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V). Hun eis: meer middelen voor personeel en infrastructuur. Want de emmer van de agressie is vol. Ons Recht sprak met begeleidster Reimborg Van Gool (50) van het Orthopedagogisch Centrum Broeders van Liefde in Brecht.: “Ik snap dat collega’s niet blijven”, vertelt Reimborg. “Je wil toch niet werken op een plaats waar je elke dag in elkaar kan worden geslagen.”
Ons Recht: Reimborg, staat het water aan de lippen?
Reimborg: “Zeer zeker. Als ik vergelijk met 29 jaar geleden, toen ik begon, is het probleem van de agressie enorm toegenomen. Door een gebrek aan middelen escaleert het geweld ook veel vaker dan zou mogen. Je kan niet meer zomaar een jongere apart nemen in een situatie, want dan staat je collega er alleen voor.”
Ons Recht: Kreeg je zelf al vaak af te rekenen met agressief gedrag?
Reimborg: “Oh ja! Misschien niet elke dag, maar zeker verscheidene keren per week. Alleszins, elke keer is een keer te veel. Dat kan gaan over slaan, schoppen, bijten, nijpen, tot zelfs kopstoten toegediend krijgen. Soms zo erg dat je voor verzorging naar het ziekenhuis moet en je een tijd arbeidsongeschikt bent. Er zijn ook ‘kleinere aanvallen’, waarbij je alleen maar blauwe plekken of schaafwonden oploopt. Dan mag je eigenlijk al blij zijn. Dat wordt bijna als normaal aanzien.”
Je moet de hele dag uit je doppen kijken.
Ons Recht: Hoe verklaar je die toenemende agressie?
Reimborg: “Vooral de niet aangepaste personeelsnormen spelen daar een grote rol in. Ik heb het dan over het aantal begeleiders voor een groep jongeren. Onze leefgroepen worden almaar groter, maar het aantal begeleiders blijft hetzelfde. Dat cijfer is al lang niet meer relevant ten opzichte van de situatie waar we nu in zitten.”
Idealisme
Ons Recht: Je doet deze job al bijna 30 jaar. Hoe hou je dit vol?
Reimborg: “Ik doe mijn job nog altijd heel graag. Mijn energie haal ik uit de dingen die goed lopen. Word ik graag in elkaar geklopt? Natuurlijk niet! Maar dankzij mijn idealisme en de positieve ervaringen kan ik het volhouden. ’s Avonds ben ik altijd uitgeput, want dit soort werk vraagt enorm veel energie en is fysiek en emotioneel enorm belastend.”
Ons Recht: Een zwaar beroep, dus?
Reimborg: “Ik vind van wel. Door de werkdruk en het nijpende personeelstekort, maar ook door de spanning die elke minuut van de dag op de werkvloer hangt. Je moet ermee rekening houden dat er op elk moment van de dag iemand op je hoofd kan slaan of je kan schoppen. Je moet de hele dag uit je doppen kijken.”
Ons Recht: Wat zou jij willen veranderd zien?
Reimborg: “Ik wil dat er genoeg ondersteuning voor de begeleiders komt. En, héél belangrijk, begrip en respect. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat het als normaal wordt beschouwd dat jeugdwerkers of leerkrachten zo dikwijls met agressie te maken krijgen? De spoeling op het vlak van personeel is heel dun. Je kan niet zomaar zeggen ‘Ik ga naar huis’ na nog maar eens een aanval. Dat kan je je collega niet aandoen. Dus ga je vaak een paar minuten later gewoon weer aan het werk, bijna alsof er niets gebeurd is.”