Eddy en Liliane kennen knelpunten bij Carrefour als geen ander
Eddy Heremans en Liliane Kemps hebben zich jarenlang syndicaal geëngageerd voor het personeel van Carrefour. “We zagen het aantal jobs gestaag verminderen, terwijl de flexibiliteit steeds meer werd opgevoerd”, zeggen beide gewezen topmilitanten van de LBC-NVK. “Vakbondswerk is van essentieel belang. We moeten de syndicale slagkracht versterken door aan werknemers uit te leggen dat ze in groep véél meer kunnen realiseren dan op eigen houtje.”
“Ik ben met SWT sinds 27 oktober 2017”, vertelt Eddy Heremans. “Om eerlijk te zijn was ik uitgeblust toen ik ermee stopte. Als vakbondsafgevaardigde word je een spons voor alle problemen van je collega’s. Het is geen job die je kan blijven doen tot in het oneindige. In mijn geval moest ik een opzegtermijn van 42 maanden uitdoen. Naarmate de maanden vorderen ga je meer en meer uitkijken naar dat SWT-statuut.”
“Tijdens mijn loopbaan zag ik het personeel in de winkels van Carrefour gestaag verminderen. Als winkels niet veel personeel meer hebben, is het nog lastiger om de mensen warm te maken voor acties. In sommige vestigingen vertegenwoordigen tijdelijke werknemers en jobstudenten méér dan de helft van het bestand. Actie ondernemen voor verbetering of tegen slechte voorstellen van een directie wordt zo héél lastig.”
“Voor mij was het gedaan met werken op 8 september 2017”, zegt Liliane Kemps. “Ik was daar helemaal niet rijp voor want ik deed mijn werk nog altijd met hart en ziel! Ik was er zo graag mee bezig dat het voor mij ook geen werken was. Een samenloop van omstandigheden leidde ertoe dat ik toch met SWT ben vertrokken. Ik was in zekere zin gedwongen om daarvoor te kiezen, anders had ik moeten doordoen tot mijn 65ste.”
Blufpoker
Ons Recht: Hoe zijn jullie in de winkelsector terechtgekomen?
Eddy: “Eerst had ik een baan in het depot van wat toen nog GB heette, in Ternat. Toen dat depot werd gesloten, moest ik naar één van de winkels gaan werken. Voor mij werd dat de winkel in Grimbergen. Toen ik daar begon, had je er vier délégués van het ABVV en nul van het ACV. Bij de eerste verkiezing waaraan ik meedeed, wijzigde dat in 3 voor het ABVV en 1 voor het ACV. Gestaag wonnen we daar zetels bij. En bij mijn laatste verkiezing hadden wij daar alle zetels. Als je de kleinere vakbond bent, moet je soms goed blufpoker kunnen spelen. In de loop der jaren groeiden wij daar met het ACV tot de sterkste speler uit.”
Liliane: “Als jonge vrouw werkte ik als schoonheidsspecialiste. Toen ik het loon niet kreeg waarop ik recht had, trok ik naar het ACV en zo leerde ik de vakbond beter kennen. Na één van mijn bevallingen mocht ik beginnen bij de GB. Ik wilde graag werken en had de centen ook hard nodig. GB liet me maar 20 uur per week presteren. Later kwam ik terecht in de winkel in Brasschaat. Toen de délégué daar met pensioen ging, overtuigde die me om mee in de vakbondswerking te stappen.”
Ons Recht: Hoe hebben jullie GB, ondertussen Carrefour, zien veranderen?
Eddy: “Eigenlijk heb ik het altijd zien achteruitboeren. Ik herinner me nog de tijd dat er in Ternat een massa volk aan de slag was. Allemaal verleden tijd. In de winkels is er nu ook veel minder personeel dan vroeger. Nu heb je supermarkten die worden opengehouden met 25 mensen. Vroeger had je misschien 60 of 70 personeelsleden per winkel. In de betere tijden zaten we elke week in de kantine samen om te bekijken hoe we nog eens twee vaste contracten konden regelen voor collega’s. Tegenwoordig krijg je de mensen nog maar moeilijk mee naar de kantine. Bijna niemand steekt nog graag zijn nek uit, en de groep is ook per definitie veel kleiner.”
Liliane: “Door de flexibele werktijden heb je nu veel minder onderlinge contacten. Soms zit je tijdens de koffiepauze bijna alleen in de kantine.”
Eddy: “Die hele evolutie weegt natuurlijk op de syndicale slagkracht. Je kan dat alleen counteren door opnieuw te beseffen dat je met een grote solidariteit véél meer bereikt. Ik herinner me collega’s die het van gewoon personeelslid tot manager schopten. Die werden vaak geholpen door de vakbond en gingen dan als manager anti-syndicaal denken. Maar vroeg of laat komen zulke mensen toch bedrogen uit hoor.”
Liliane: “GB had vroeger veel meer weg van een familiebedrijf. Je kreeg al ’s iets extra’s gedaan voor het personeel. Carrefour wordt veel meer gedomineerd door de wensen van de beurs en de aandeelhouders. Alleen de aandeelhouders en de bonussen van de directie zijn er nog van tel.”
Véél flexibiliteit
Ons Recht: De winkelsector wordt gekenmerkt door heel veel opgelegde flexibiliteit. Hoe was dat voor jullie en de collega’s in de winkel?
Liliane: “Die grote flexibiliteit is gewoon dramatisch. Ze is vooral op maat van de werkgever. Met de werknemers wordt weinig of nooit rekening gehouden. En als je iets vraagt, kan het nooit.”
Eddy: “Voor mij ligt de knoop bij de jobstudenten. In de winkels hebben ze een grote lijst met mogelijke jobstudenten die ze afbellen om gaten te vullen. Zeg je één keer neen, dan beland je onderaan de lijst. Zelfs onze kinderen worden al onder druk gezet.”
Liliane: “Carrefour laat je op alle mogelijke uren beginnen. De flexibiliteit wordt zo overdreven dat het bijna onmogelijk is om er een tweede job bij te pakken. Carrefour wil gewoon dat je maximaal beschikbaar bent.”
Eddy en Liliane: “De meeste werknemers krijgen nu maximaal 24 uur per week. Maar contracten van 20 of 22 uur per week zijn heel courant. In de cao’s staat dat je een vierdaagse werkweek mag vragen als je 24 uur presteert. Carrefour geeft in zulke gevallen liever 25 uur, want dan kan je geen aanspraak maken op dat recht.
“De vaste werknemers zijn bijna allemaal oudere mensen tegenwoordig. Wie jonger is, verandert meer dan eens van bedrijf omdat daar de voorwaarden beter zijn.”
Liliane: “Er zijn winkelketens die veel makkelijker vaste arbeidscontracten geven. Bij Carrefour is er nog altijd strijd nodig rond dat thema. De deeltijdse arbeid bij Carrefour moet voor mij wég. Of hij moet sterk worden beperkt. Veel jonge collega’s hebben maar 20 uurtjes per week. In zo’n situatie is het geen wonder dat ze noodgedwongen in Hotel Mama blijven wonen.”
“Voor Carrefour is het tegenwoordig niet zo makkelijk om nog mensen aan te werven. De meeste kandidaten met een zekere bekwaamheid zijn meestal al gepasseerd en hebben eieren voor hun geld gekozen.”
“Zelf heb ik me in 1.000 bochten gewrongen om naast mijn baantje bij Carrefour toch genoeg geld te verdienen om rond te komen. Jarenlang ben ik na mijn uren nog gaan poetsen. En op zondag werkte ik bij de bakker. Dat was uit pure noodzaak want ik was toen een alleenstaande vrouw met twee kinderen.”
Ze jagen bewust de werknemers de stuipen op het lijf.
Eddy: “En als Carrefour iemand aan de deur zet, heeft dat ook een effect op de familieleden van de getroffen werknemer. Dat zijn ook klanten, en die zeggen dan: oké, dan gaan we wel winkelen bij de Colruyt.”
Dagelijkse strijd
Ons Recht: Jullie waren werknemersvertegenwoordigers met véél ervaring. Hoe hebben jullie geprobeerd om nodeloze flexibiliteit tegen te gaan en om meer mensen aan een vast en voltijds contract te helpen?
Liliane: “Ik zag dat als een dagelijkse strijd die je moest voeren.”
Eddy: “Als er te weinig vaste contracten worden gegeven, kan je dat aankaarten bij de winkeldirecteur. Maar die weet natuurlijk ook dat het niet zo eenvoudig meer is om een winkel plat te leggen. Hij legt de vraag gewoon voor aan zijn regiomanager en die ketst het af. Ook krijg je dan te horen: ‘Vooral niet te veel eisen of we sluiten de winkel en geven alles aan een kleine zelfstandige uitbater’. Zo jagen ze bewust de werknemers de stuipen op het lijf.”
Liliane: “Is het dan raar dat velen uitkijken naar hun SWT of hun pensioen?”
Eddy: “Ach, ook bij Carrefour zijn er nog genoeg die graag werken. De jongeren hebben het voordeel dat ze door hun leeftijd nog meer kansen hebben om van bedrijf te veranderen.”
Ons Recht: De combinatie werk en privéleven, hoe lag dat bij jullie?
Eddy: “Ik heb er nooit veel moeite mee gehad om die twee van elkaar te scheiden. Mijn vrouw wist niet al te veel van mijn vakbondswerk, ook al maalde het thuis wel in mijn hoofd. Zij werkte wel op een personeelsdienst en was geregeld een houvast. Ze kon me zo soms goede tips en adviezen geven. Verder was ik vooral een binnenvetter die klappen incasseerde. Al had ik op het werk ook wel collega’s bij wie ik genoeg kon ventileren over mijn zorgen.”
Liliane: “Thuis had ik altijd een half uur nodig om te kunnen uitrazen (lacht). Maar mijn vriend begreep dat goed, hij was ook actief als vakbondsman.”
Met de kop tegen de muur
Ons Recht: Waarop zijn jullie het meeste trots als jullie terugblikken op die syndicale loopbaan? En waren er ook grote teleurstellingen?
Eddy: “Het klopt dat je in het vakbondswerk geregeld ontgoochelingen meemaakt. Maar hoe meer je met je kop tegen de muur loopt, des te sterker kom je eruit. Ik voelde veel voldoening als ik voor werknemers een vast contract kon regelen of als ik ze meer werkuren kon bezorgen. Het is ook bevredigend als je ziet dat je betere resultaten behaalt dan de syndicale concurrentie. Soms kan je zelfs voorkomen dat iemand aan de deur wordt gezet. Als die persoon daarna zelf weggaat of van vakbond verandert, is dat wel een teleurstelling. Ik herinner me ook dat ik ooit aan een publiek van vakbondsmilitanten was gaan uitleggen hoe ze bij Carrefour stakingen probeerden te breken. Er verscheen daarover een stukje in een vakbondsblad, en dat heb ik geweten: de directie reageerde toen zeer verbolgen.”
Liliane: “Ik heb persoonlijk kunnen groeien dankzij mijn engagement voor de vakbond. Het vakbondswerk maakte mij assertief en leerde me praten in het openbaar. Ik heb het zelfs klaargespeeld om het publiek toe te spreken op een LBC-NVK-congres! En ik ben ook meegegaan naar de kabinetten van bewindslieden als Kris Peeters, Jo Vandeurzen en Joëlle Milquet om daar te getuigen over deeltijds werk en leven in armoede. Als vakbondsmilitante investeer je heel veel maar je krijgt ook veel terug van de mensen. Ik heb dat opnieuw ervaren bij het afscheidsfeest dat onlangs voor mij is georganiseerd.”
Eddy: “Een jaar of zeven geleden wilde Carrefour de supermarkt in Grimbergen dichtgooien. Met de vakbond hebben we toen een uitstekend commercieel plan uitgewerkt. We gingen ons voorstel bij de top in Brussel uitleggen, en de winkel werd zo gered! De directie kwam ons nadien in de winkel zelf feliciteren!”
Liliane: “Met de vakbondsploeg in mijn regio hebben we ook bedreigde winkels voor een sluiting kunnen behoeden.”
Eddy en Liliane: “Allebei hebben we ook winkelsluitingen beleefd. Dat zijn gebeurtenissen die je naar de keel grijpen.”
Ons Recht: Jullie beroepsleven is nu voorbij. Welke raad hebben jullie voor de vakbondsmilitanten die in jullie voetsporen treden?
Eddy: “Het is heel moeilijk om opvolgers te vinden. De vijver wordt almaar kleiner. Onze délégués in het Brusselse zijn anciens. Jongere mensen zijn soms bang dat ze geen vast contract zullen krijgen als ze zich bij de vakbond engageren. Maar die schrik is overdreven. Vakbondsafgevaardigde zijn kan ook een opstap zijn. Ik heb er zelfs gekend die naderhand manager zijn geworden (lacht).”
Liliane: “Je moet investeren in mensen. De vakbond moet militanten nog méér vorming geven en hen leren hoe ze op collega-werknemers kunnen afstappen. Of hoe ze moeten praten als ze voor de camera terechtkomen.”
Eddy: “In Brussel hadden wij een vakbondssecretaris die 8 of 9 keer per jaar heel gerichte vormingen gaf aan de militanten. Dat werkte prima. Het hangt vaak af van de secretaris.”
Liliane: “Soms ging ik ook bijscholing volgen bij het ACV-verbond. Ook een manier om extra informatie op te doen.”
Eddy: “Ik belde soms met de RVA om daar vragen voor te leggen. In het algemeen zou ik stellen dat je militanten veel vlotter mee krijgt als je hen goed ondersteunt. Soms volstaat het al om een militant erop te wijzen dat hij het antwoord op zijn vraag in het arbeidsreglement kan aantreffen.”
Alles mag, niets moet
Ons Recht: Wat zijn jullie plannen of bezigheden nu?
Eddy: “Ik kan mezelf thuis prima bezighouden. Er is ook mijn kleinzoon om naar school te brengen. Af en toe tafelvoetbal spelen blijft een liefhebberij. Ach, alles mag, niets moet, is nu mijn motto.”
Liliane: “Om de twee dagen ga ik fitnessen. Ik ben ook aangesloten bij een dansschool en een dansclub. Bij de Femma ben ik ook lid geworden. Daar leer ik bijvoorbeeld meer over yoga en bloemschikken. Ik wil leren fotograferen en volg een cursus massage. Maar het is nog niet compleet, ik zoek nog wel naar iets méér.”
Wie zijn ze?
Liliane Kemps was bij Carrefour hoofdafgevaardigde van de LBC-NVK voor de supermarkten en hypermarkten in de provincie Antwerpen. Ze was vrijgesteld om aan vakbondswerk te doen. “Ik verdiende maar een flutloon en was de klok rond bezig”, zegt Liliane. “Soms zelfs tot in de late uurtjes.”
Eddy Heremans was als vrijgestelde syndicalist namens de LBC-NVK bevoegd voor alle winkels in Brussel-Halle-Vilvoorde. Soms had hij ook syndicale taken buiten die regio, tot zelfs in Brugge toe. “Carrefour zag de délégués het liefst zo min mogelijk in de winkels rondlopen”, vertelt Eddy. “Als vrijgestelde zag je bepaalde toeslagen aan je neus voorbijgaan. Totdat het bekend raakte dat een militant van het ABVV die toeslagen wel ontving (grinnikt).”