“Laten we dit afspreken: vanaf nu wordt er niemand meer ondersteboven gereden op onze parking!” Dixit Bobby: manager, zorgdrager, bemiddelaar en duivel-doet-al van Magic Castle. Het paarse, zonovergoten motelcomplex in de schaduw van Walt Disney World, Orlando, biedt hoofdzakelijk ‘permanente accommodatie’ aan een publiek met meer tattoos dan centen. Onder hen veel tienermoeders, oudervervangende grootmoeders en een schare ondeugende bengels.
Eén van hen, vooralsnog zonder tattoo, is Moonee. De zesjarige blaag kijkt ‘s zomers met grote kinderogen naar het leven rond het motel: een wondere wereld met ‘gratis’ ijsjes, immense regenbogen, wedstrijden in vér-spuwen, topless zonnebaadsters op leeftijd en leegstaande huizen waar je alles kan slopen. Haar franke mond en slechte manieren heeft ze van haar moeder Halley, die om den brode overjaars parfum – en meer dan dat – slijt aan toeristen en hartelijk maar zonder veel ouderlijk talent met haar kind optrekt. Alleen Bobby kan het onstuimige stel af en toe uit de wind houden…
Zet een stap achteruit en je ziet Moonee’s ‘toverkasteel’ voor wat het is: een paars excuus van een onderkomen voor mensen die net goed genoeg zijn voor de schroothoop van Disney World. Een plaasteren nepfaçade, neergepoot tussen baanmagazijnen met afgeschreven merchandise en billboards met reclame voor machinegeweren en oplossingen voor ongewenste zwangerschappen.
Regisseur Sean Baker zet die stap niet mee. Hij blijft met ‘The Florida Project’ – ooit de werknaam van het Disney-pretpark – pal in het bestaan van ‘zijn’ mensen toeven, wars van cynisme en commentaar. Hij sjeest mee met het straatwijze kind dat nog onbevangen van het leven snoept en haar weerbarstige moeder die de dagen aan elkaar sjachert, en haalt af en toe adem bij de caretaker, die elke bui ziet hangen, papt en nathoudt.
Bakers genereuze tranche de vie is waarachtig en zorgwekkend, maar wordt nooit defaitistisch. Al verraden de groeven in Bobby’s gelaat de onrust over het onheil dat boven de hoofden hangt. Een beetje zoals de helikopter die constant – wakend of dreigend? – hun woon‘project’ afschuimt.
Willem Dafoe is hier op zijn menselijkst, en plooit zich ongedwongen naar naturelle nieuwkomers Brooklynn Kimberly Prince (Moonee) en Bria Vinaite (Halley). Een kanjer van een kleine film.
‘The Florida Project’ loopt vanaf 17 januari in de Belgische cinema’s.