De arbeidsrechtbank in de Israëlische stad Beersheba kreeg van 11 Israëlische werkgevers het verzoek om de dossiers van 75 werknemers uit de Gazastrook te annuleren. Deze werknemers hadden in een Israëlische industriezone gewerkt. Ze claimen hun sociale rechten op grond van het jarenlange werk dat ze presteerden voor Israëlische bedrijven.
Volgens de advocaten van de bedrijven hebben de werknemers niets te eisen ‘omdat ze gelinkt zijn aan een gebied dat wordt gecontroleerd door de terreurbeweging Hamas’. Deze werknemers behoren tot deze terreurbeweging, houden de advocaten vol. “En ze vallen onder de Egyptische wetgeving, die voor 1967 van kracht was toen het gebied onder Egyptische voogdij viel.”
De Arab Workers’ Union (AWU), een vakbond waarmee de LBC-NVK een aantal jaren intens heeft samengewerkt, verdedigt de werknemers uit de Gazastrook voor de arbeidsrechtbank. AWU heeft beroep aangetekend bij het Israëlische Hooggerechtshof en wil gedaan krijgen dat de werknemers alsnog hun rechten kunnen laten gelden. Volgens AWU is de houding van de werkgevers racistisch en staan hun beweringen los van de internationale maatstaven en wetten die werknemers in oorlogssituaties (moeten) beschermen.
Het Israëlische Hooggerechtshof besliste om het besluit van de arbeidsrechtbank van Beersheba te bevriezen, tot er een finaal oordeel is geveld in dit dossier. “Het besluit van de arbeidsrechtbank was racistisch en willekeurig”, stelt AWU. “Dit treft honderden mensen uit Gaza die jarenlang werkten in Israël.”
Meer over AWU lees je op https://enawui.wordpress.com