Discriminatie op arbeidsmarkt bestrijd je niet zonder tests

Veel woorden maar weinig daden die iets veranderen

Ergens in 2016 stond het Vlaams Parlement in rep en roer. Aanleiding: een undercoverreportage van het tv-programma Koppen en een onderzoek van het Minderhedenforum. Het onderzoek toonde aan dat meer dan 60 procent van de dienstenchequebedrijven inging op de vraag van klanten om te discrimineren. Meerderheid over minderheid werd dit gedrag in de krachtigste bewoordingen veroordeeld. Ook voor de bevoegde minister, Philippe Muyters (N-VA), was de maat zogenaamd vol. De discriminatie op onze arbeidsmarkt moest en zou ophouden.

Ondertussen zijn we méér dan een jaar verder. Jammer genoeg blijft discriminatie voor veel mensen in Vlaanderen een realiteit. Zo ook voor mensen met een migratieachtergrond, die er al tientallen jaren lang het slachtoffer van zijn. Het debat over discriminatie op basis van afkomst verengt zich vaak tot een discussie over een gebrek aan kennis van het Nederlands, scholing en competenties. Alleen, onderzoek geeft aan dat zelfs hoogopgeleide allochtonen tot zeven keer langer naar een job moeten zoeken dan iemand met hetzelfde diploma en dezelfde capaciteiten die niet getekend is door kleur of afkomst. Ook hier is sprake van een ongelijke behandeling van sollicitanten met een gelijk profiel.

Het felle debat in 2016 spitste zich toe op de vraag of zogenaamde ‘mystery calls’ of praktijktests al dan niet moesten worden ingevoerd. Kort uitgelegd: bedrijven worden steekproefsgewijs opgebeld om te kijken of ze ingaan op discriminerende vragen. Volgens diverse spelers is dit de enige manier om discriminatie zwart-op-wit vast te stellen. Zulke tests zorgen namelijk voor onbetwistbare cijfers. Ze vormen het ultieme middel om vast te stellen of iemand de wet overtreedt. Want laat dat duidelijk zijn: wie discrimineert, begeeft zich buiten de wet, en wie dat hardnekkig blijft doen, moet hiervoor worden bestraft. Ook diegenen die het sluiks doen in plaats van per e-mail.

Flauw politiek compromis

Het voorstel om praktijktests in te voeren werd vorig jaar weggestemd. De meerderheid koos voor een flauwe compromistekst waarbij de klemtoon werd gelegd op sensibilisering en zelfregulering om komaf te maken met discriminatie. Er werd ons op het hart gedrukt om vertrouwen te hebben. Ook een beleid zonder objectief meetinstrument en zonder sancties zou zijn vruchten afwerpen. Nochtans is de praktijk anders!

In werkelijkheid zit het beleid rond discriminatie gewoon vast. De onwil om dit hardnekkige probleem aan te pakken is groot en staat in schril contrast met de krachtige woorden die keer op keer worden gesproken wanneer er een nieuw geval van discriminatie opduikt. De interimbureaus en ondertussen ook de dienstenchequebedrijven hebben een systeem van zelfregulering opgezet. Je zou verwachten dat dit door vakbonden en werkgevers samen wordt opgevolgd en gemonitord. Niets is minder waar: het zijn de werkgevers die reguleren, zij willen absoluut geen systeem waar de sociale partners samen een werkend model opvolgen. Eerder dit jaar sneuvelde nog een advies in de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV) juist omdat de werkgeversorganisaties neen zeiden tegen de heel bescheiden eis om de aanpak paritair te kunnen opvolgen. Alle maatregelen die van dichtbij of veraf rieken naar mogelijke sancties worden stelselmatig van tafel geveegd.

VDAB

Voor de VDAB blijft de beleidslijn dat er eerst moet worden gewerkt aan de kennis van het Nederlands en dat pas daarna de stap naar werk kan volgen. Heel demotiverend voor anderstalige werkzoekenden. Voor sommige jobs en functies wordt een onrealistisch grote kennis van het Nederlands geëist. Misschien is er beterschap op komst, want met de opdracht om geregulariseerde vluchtelingen aan het werk te krijgen heeft de VDAB haar traditionele benadering doorbroken. Eerst vluchtelingen aan het werk krijgen en tijdens het werk Nederlands (bij)leren. Hopelijk trekt de VDAB deze lijn door naar haar reguliere aanbod. Afwachten!

Een evenwichtig beleid wil zeggen dat er niet alleen sensibilisering en zelfregulering moet zijn.

Als we nalaten om structureel discriminatie aan te pakken, lijdt de maatschappij op grote schaal verlies. Iedere dag verliezen we een schare enthousiaste mensen die mee hun schouders willen zetten onder onze samenleving. Die talenten hebben en zich willen geven, maar die keer op keer op het obstakel van discriminatie stoten en dat al jaren meezeulen.

Voor het ACV is het duidelijk. Een evenwichtig beleid wil zeggen dat er niet alleen sensibilisering en zelfregulering moet zijn. Als discriminatie zich blijft herhalen, moet het beleid ook worden afgedwongen, waar nodig met sancties.

Het ACV blijft zelf niet aan de zijlijn staan. Onze eigen werking rond dit thema, ACV Diversiteit, is in het voorjaar verveld tot ACV Samenwerker. We sporen onze leden, collega’s en vakbondsmilitanten aan om mee werk te maken van een werkvloer waar iedereen welkom is en blijft. Voor onze leden is er ook een infopunt, nuttig om vragen te stellen en klachten te melden.

Ben je zelf slachtoffer van racisme of discriminatie op het werk? Ben je getuige van racisme of discriminatie? Of wil je gewoon weten wat het ACV kan doen? Surf dan naar het ACV Infopunt discriminatie:
acv-infopunt-discriminatie.be

Heb je hulp nodig om dit knelpunt aan te pakken op jouw werkvloer? Het ACV staat klaar om jou hierin te ondersteunen. Neem contact op met jouw ACV-samenwerker via www.samenwerker.be

‘Mystery calls’ komen er mogelijk toch

De federale minister van Werk, Kris Peeters, kondigde eerder deze zomer aan dat hij ‘mystery calls’ wil mogelijk maken om discriminatie van werkzoekenden beter te kunnen bestrijden. Het is echter afwachten hoe de maatregel er uiteindelijk zal uitzien en of hij veel om het lijf zal hebben, want de tegenstand is niet gering. De werkgeversorganisaties willen nog altijd niet weten van ‘mystery calls’. En de regeringspartijen N-VA en Open VLD vinden, niet verrassend, dat sectoren het allemaal maar zelf moeten regelen zonder inmenging van de overheid. Dat past ook bij hun liberale kijk op de arbeidsmarkt en de samenleving.

Concreet wil Peeters sociale inspecteurs de mogelijkheid geven om onder een fictief profiel te solliciteren en zo te controleren of er wordt gediscrimineerd. Op die manier kunnen de inspecteurs bewijsmateriaal verzamelen en dit doorgeven aan het parket.

Na de begrotingsonderhandelingen in de zomer was in regeringskringen te horen dat de ‘mystery calls’ er mogen komen ‘onder strikte voorwaarden’. “Een heksenjacht kan niet de bedoeling zijn”, klonk het.

Het ACV is voorstander van ‘mystery calls’ omdat het al lang duidelijk is dat ‘zelfregulering’ en ronkende charters of verklaringen niets veranderen. Volgens het ACV zouden de mystery calls kunnen worden uitgevoerd door een onafhankelijk agentschap. Maar méér maatregelen zijn nodig om discriminatie van diverse groepen werkzoekenden tegen te gaan. Zo is er nood aan een verplichte ‘screening’ van werkaanbiedingen. Ook moet er een gemakkelijke procedure zijn om discriminatie op de arbeidsmarkt te melden.

Auteur: Stefaan Peirsman | Foto’s: BelgaImage